Om computing everywhere, dé trend van dit jaar volgens Gartner, te faciliteren voor de eindgebruiker moet vooral aandacht worden besteed aan de communicatie tussen de verschillende technologieën. Dat menen verschillende Computable-experts. Bovendien zijn de eerste stappen tot het kunnen faciliteren van computing everywhere al in genomen.
‘Rekenkracht wordt steeds krachtiger’, zegt Dave van Meer, manager solution services bij KPN. ‘De rekenkracht op de smartphone is veel meer dan wij tien jaar geleden ooit hadden durven dromen.’ Daarnaast is computing ook steeds meer onderdeel van ons alledaagse bestaan geworden, meent Robbert Vogel, senior sales specialist BT Compute bij BT Benelux. ‘We merken het niet altijd, maar tijdens onze meeste dagelijkse routines zoals boodschappen doen, autorijden en gebruikmaken van het stroomnet, al dan niet met slimme meters, wordt computing technologie gebruikt.’ Volgens Vogel leidt het verder doorvoeren hiervan niet alleen tot het ondersteunen van onze manier van leven, maar zelfs tot het verrijken ervan.
Daarnaast leiden snellere netwerktechnologieën tot een centralisatietrend. Hierdoor kan rekenkracht op afstand goedkoper en efficiënter plaatsvinden, gaat van Meer verder. ‘Voor bedrijven gaat standaardisatie of diversificatie van hun applicatielandschap bepalen waar computing plaatsvindt. Hiermee wordt alles computing en zal er overal computing plaatsvinden. Van horloges en slimme apparaten tot aan datacenters over de hele wereld.’
Deze trend ‘computing everywhere’ is verstorend, maar moet wel gefaciliteerd worden voor werknemers binnen het bedrijf. Sander Steffann, senior internet engineer bij SJM Steffann, zegt hierover dat het voor de infrastructuur het belangrijkste is om de communicatie tussen alle componenten en technologieën goed op orde te hebben. ‘Convergentie werkt tenslotte niet zonder communicatie.’
Ook Cyril Vonken, directeur bij Tasman Solutions, denkt dat onderlinge samenwerking tussen de technologieën van belang is. ‘Binnen veel bedrijven is een groot deel van de benodige ‘zachte’ onderdelen van een mobiel ecosysteem, zoals applicaties, security, connectiviteit, gebruikerservaring, ondersteuning en beheer, al wel aanwezig. ‘Maar dit is wel teveel als eilandjes opgezet.’ Doordat de onderdelen teveel los van elkaar werken, meent Vonken dat de onderdelen niet goed met elkaar samenwerken. Hierdoor is de efficiëntie volgens hem vaak ver te zoeken. ‘Gebruikerservaring bestaat bijvoorbeeld niet alleen uit een goede user-interface, maar het behelst ook juiste ondersteuning, vlekkeloze connectiviteit en op een juist niveau toegepaste beveiliging.’
IPv6 als voorwaarde voor goede communicatie
Een voorwaarde voor goede communicatie tussen de technologieën is IPv6 volgens Steffann. ‘Veel bedrijven denken dat IPv4 goed genoeg is voor intern gebruik, maar dat blijkt een illusie.’ Bij IPv4 zit het gebruik van Network Address Translating (NAT) ernstig in de weg, legt hij uit. ‘Iedereen gebruikt dezelfde interne IPv4 adressen waardoor er bij communicatie tussen meerdere locaties al snel adresconflicten ontstaan. De component met adres 192.168.0.1 binnen het ene netwerk kan een compleet andere component zijn dan die met hetzelfde adres in een ander netwerk.’ Hierdoor kunnen grote problemen ontstaan. Hij noemt bijvoorbeeld dat je hierdoor geen garantie hebt dat je gegevens naar de juiste systemen worden gestuurd. ‘IPv6 biedt unieke adressen voor alle systemen en componenten wereldwijd, zonder rare vertaalslagen ergens onderweg. Die eenduidigheid maakt het instellen van een beveiligingsbeleid ook een stuk eenvoudiger en minder foutgevoelig. Met IPv6 weet je tenminste zeker met wie je communiceert.’
Mobility als equivalent van everywhere
Goede connectiviteit moet bovendien gecombineerd worden met het faciliteren van mobiele toestellen, aldus Robbert Soors d’Ancona, senior business consultant bij KPN Consulting. Kees Wiegers, eigenaar en algemeen directeur van KWIC Healthcare, meent dat iedereen ‘always connected’ kan zijn als zij bijvoorbeeld een smartphone bezitten. Volgens Vonken is deze mobiliteit dan ook bijna het equivalent van ‘everywhere’ geworden. Ook Victor van der Hulst, managing consultant bij VX Company, denkt dat mobility op termijn geen thema meer is, maar de standaard.
Toch waakt Van der Hulst ervoor teveel van computing everywhere op korte termijn te verwachten. ‘We gaan nog heel wat ellende meemaken voordat computing everywhere mainstream is. Het tempo waarin organisaties cloud en mobiele toepassingen inzetten en de beperkte mate van volwassenheid van deze producten gaan leiden tot flinke storingen die we eerst moeten overwinnen.’ Vonken waarschuwt ook dat organisaties nu al rekening moeten houden met mobility bij het ontwerpen of inrichten van nieuwe werkprocessen of softwarematige oplossingen. ‘Mobile first is wellicht niet voor iedereen van toepassing, maar overweeg het tenminste.’
Matty Bakkeren, chief architect EMEA solution providers bij Intel, denkt dat we de komende jaren meer vormen van mobility gaan zien. Dit maakt volgens hem nieuwe manieren van werken mogelijk. ‘Ik denk dat we steeds meer richting augmented reality-achtige zaken gaan, waarbij je non-stop verbinding hebt met je data en door intelligente systemen automatisch wordt voorzien van de informatie die op dat moment relevant voor je is. Ook gaan we steeds meer verschillende devices zien. Hierdoor kunnen we het toestel gebruiken dat voor die bepaalde situatie, voor die locatie en voor die specifieke taak het beste is.’ Volgens Bakkeren draait het dan ook allemaal om integratie met steeds kleinere en krachtigere computers en processors. Hij verwacht dan ook dat de diversiteit aan hardware-architecturen op de verschillende toestellen een grote uitdaging gaat zijn voor organisaties.
Ook moet de it-manager zijn it-infrastructuur inrichten op basis van de enorme diversiteit aan computing-eisen, stelt Vogel. ‘Hiervoor is niet één enkele infrastructuur geschikt, maar men moet gebruik maken van meerdere oplossingen om aan de verschillende eisen te voldoen. De huidige cloud-markt met de enorme diversiteit aan spelers leent zich hier prima voor. De it-manager heeft keuze en kan hier zijn voordeel mee halen. De it-manager maakt dus gebruik van computing everywhere om computing everywhere mogelijk te maken.’ Bakkeren denkt ook dat het verstandig is om te kiezen voor een architectuur die verschillende besturingssystemen ondersteunt en niet kiezen voor exotische technologieën die niet door alle platforms worden ondersteund. ‘Hierdoor wordt de ondersteuning en het beheer eenvoudiger en dat zijn absolute voorwaarden voor de adoptie en het succes van computing everywhere.’
Overleg tussen IT en business is nodig
De groeiende diversiteit van de it-ondersteuning, als gevolg van computing everywhere, vraagt volgens Michiel de Ruiter, COO van Mproof, om duidelijke afspraken. De eerste stap bij het ondersteunen van producten en diensten voor computing everywhere, is volgens hem dan ook dat business en it afspraken maken. ‘In het verleden waren de geboden diensten vaak concreet en werden deze door de it-afdeling zelf gekozen, maar nu zie je steeds meer dat Bring Your Own Device (byod) van toepassing is’, legt De Ruiter uit. ‘Over verschillende dingen moeten afspraken gemaakt worden. Bijvoorbeeld over de vraag voor welke producten en diensten een medewerker bij de it-afdeling kan aankloppen. Welke ondersteuning kan een medewerker verwachten? In hoeverre is er intern informatie beschikbaar over de aangeboden producten en diensten? Of moet een medewerker zelf op zoek naar oplossingen als het niet meer werkt? Een gemiddelde medewerker is vandaag de dag steeds handiger met technologie. Thuis is bijna alles ‘smart’ en daarom wordt de lat hoog gelegd voor de it-afdeling.’
Computing everywhere gaat ons (werkende) leven aangenaam veranderen, maar voordat dit aanslaat bij de massa is centralisatie nodig, concludeert Erik Swart, B2B directeur van Samsung Nederland. ‘Een gecentraliseerd, open platform dat overal en altijd via de cloud toegankelijk is. De gebruiker staat hierbij altijd centraal. Daarom moet alles intuïtief, gebruiksvriendelijk en veilig zijn. Combineer mobility met computing everywhere en een open platform en de voordelen voor organisaties zijn evident. Door de toegenomen flexibiliteit worden werknemers productiever. Dit gaat organisaties veel kansen bieden en een nieuwe impuls geven aan de manier waarop we leven en werken.’