President van de Algemene Rekenkamer Saskia Stuiveling is met pensioen. Op donderdag 28 mei 2015 werd haar afscheid 'gevierd' met het seminar 'The art of open data'. Stuiveling is al jaren voorvechtster van het gebruik van open data en zij promoot de rol van open data voor e-dienstverlening. Ze wordt niet vergeten, want vanaf volgend jaar wordt jaarlijks de Stuiveling Open Data Award uitgereikt. Minister-president Mark Rutte hield namens het kabinet een afscheidsspeech en ook kreeg Stuiveling het boek 'The Art of Audit' van financieel-economisch journalist Roel Janssen aangeboden.
Saskia Stuiveling was 31 jaar in dienst bij de Rekenkamer, waarvan de laatste zestien jaar als president. Na het behalen van haar zeventigjarige leeftijd is ze per 1 juni 2015 afgetreden. Ter ere van haar afscheid werd het seminar ‘The art of open data’ op het Binnenhof in Den Haag gehouden. Hierbij spraken Henk Scholten (directeur Geodan), Jan Latten (senior onderzoeker Centraal Bureau voor Statistiek), Arjan El Fassed (directeur van Open State) en prins Constantijn van Oranje-Nassau over de kansen en toepassingen van open data.
Stuiveling Open Data Award
Na afloop van het seminar hield minister-president Mark Rutte namens het kabinet een afscheidsspeech. In deze speech werd de Stuiveling Open Data Award geïntroduceerd. Een prijs die vanaf volgend jaar wordt uitgereikt aan een publieke of private partij die op een innovatieve manier open data inzet voor maatschappelijke vraagstukken. De Algemene Rekenkamer neemt plaats in de jury die de winnaar van deze award gaat bepalen.
Het kabinet stimuleert het gebruik van open data. De award onderstreept dit en legt de nadruk op de maatschappelijke en democratische waarde van open data. De overheid stelt zoveel mogelijk eigen data vrij beschikbaar. Als mensen de informatie eenvoudig kunnen hergebruiken, kunnen ze nuttige nieuwe toepassingen ontwikkelen. Bijvoorbeeld in het onderwijs, de zorg of ten behoeve van de democratie en goed openbaar bestuur.
Boek The Art of Audit
Ter gelegenheid van haar afscheid heeft financieel-economisch journalist Roel Janssen acht (voormalige) hoofden van rekenkamers geïnterviewd. Deze interviews zijn gebundeld in het Engelstalige boek genaamd The Art of Audit. Geïnterviewden zijn Faiza Kefi (Tunisië), Josef Moser (Oostenrijk), Terence Nombembe (Zuid-Afrika), Heidi Mendoza (Filippijnen), Alar Karis (Estland), David Walker (Verenigde Staten), John Muwanga (Oeganda) en Abdulbasit Turki Saeed (Irak).
Roel Janssen sprak met hen over de werkzaamheden als controleur van de overheid en hoe zij bijdragen aan de emancipatie en professionalisering van rekenkamers in kwetsbare staten. De Algemene Rekenkamer werkt al jaren samen met rekenkamers in landen met opkomende democratieën. Het boek heeft als doel om meer bekendheid te geven aan de positie en het werk van rekenkamers overal in de wereld.
Estland als it-land
Opvallend in het boek is dat het kleine land Estland zich heeft ontwikkeld tot een heus it-land. Zij hebben grote stappen gemaakt in e-governance. Voorbeeld hiervan is e-voting, waarbij de bevolking op de verkiezingsdag kan stemmen vanaf de plek waar ze zich dan bevinden. Ook gebruikt de bevolking een e-ID-kaart om toegang te krijgen tot onder andere overheidssystemen en bankrekeningen. Met de komst van e-governance zijn de werkzaamheden op de rekenkamer veranderd. Zo wordt veel werk digitaal uitgevoerd en gepubliceerd. Dit maakt het voor leidinggevenden mogelijk om makkelijker vanuit huis te werken.
Ook op gebied van e-health biedt het land veel mogelijkheden. Zo wordt een doktersvoorschrift online geregeld, kan een burger zonder recept naar de apotheek en hebben patiënten inzicht in hun eigen medische gegevens. Hierbij is de privacy goed beschermd door de overheid. Estland koos ervoor om de it te baseren op de behoeften van de inwoners. Dit brengt wat problemen met zich mee. Zo is onlangs het digitale registratiesysteem van wachtlijsten van ziekenhuizen ingevoerd. Hiermee kunnen patiënten op basis van beschikbaarheid zelf bepalen in welk ziekenhuis zij worden behandeld. Ideaal voor burgers, maar de ziekenhuizen klagen dat ze bang zijn om hierdoor patiënten te verliezen.
De vraag hier is, wat bedoelt mevrouw Stuiveling met “open data”?
Bedoelt ze:
A. Alle standaarden waarmee de data worden uitgewisseld zijn openbaar, geen proprietory standaarden waardoor je wordt gegijzeld door een leverancier van een applicatie.
B. Alle gegevens zijn openbaar, iedereen mag alle gegevens lezen. Daarmee wordt een opener samenleving nagestreefd met een zekere hoger doel. Zoals in de tweede paragraaf
C. Iets anders
Ik moet zeggen dat ik het niet zo prettig zou vinden als mijn belastinggegevens (belastingaangifte is ook een vorm van e-dienstverlening) door iedereen te lezen is. Ook andere gegevens waarvan de overheid me nu op het hart drukt om ze vooral geheim te houden (BSN bijvoorbeeld) zou ik liever ook geheim willen houden. Social en life-hackers maken vermoed ik dankbaar gebruik van de openliggende gegevens….
Ik meen dat mevrouw Stuiveling een enorme voorstander was van ontwikkelingen rondom geanonimiseerde Open Data zoals te vinden is op https://opendatanederland.org/
Natuurlijk kunnen a.d.h.v. deze datasets applicaties worden ontwikkeld die behulpzaam zijn bij allerlei “uitdagingen” in het privaat/publieke domein. De vraag blijft, wie gaat dat dan doen? En waarom?
Werken met Open Datasets in NL is geen sinecure, of zoals men zelf al aangeeft: “soms is niet meteen duidelijk hoe deze dataset praktisch gebruikt kan worden” Ook hiervoor geldt namelijk dat heel goed gekeken en vooral geluisterd moet worden voor welke problematiek men een adequate oplossing zoekt. Die dan weer met behulp van openbaar beschikbare datasets beschikbaar kan worden gemaakt. Roept u maar….?
Ja, open data heeft potentie alleen stelt WRR dat de afhankelijkheid van externe partijen zorgwekkend is en terughoudend in verstrekking van datasets lovenswaardig want risico dat met het badwater ook het kind weggeooid wordt is niet ondenkbaar. Idee dat data zomaar en vanzelf meer transparantie en democratie geeft lijkt me trouwens nogal naïef, het is nog maar de vraag of de burger data om weet te zetten in informatie.
http://www.coelo.nl/index.php/kaarten/digitale-gemeente-atlas-2015
Scheidend president van rekenkamer zou moeten weten dat er niet altijd welwillendheid is om openheid van zaken te geven, niet omdat daarmee de privacy van burgers geschonden wordt maar het imago van bestuurders. Ondertussen worden steeds meer taken gedecentraliseerd maar hebben gelijkertijd gemeenten de e-dienstverlening afgesloten voor een instrument zoals de WOB. En ik hoef hopelijk niet uit te leggen dat de plaatselijke ‘mooi weer bode’ niet kritisch is en wet dualisering gemeentebestuur nog allesbehalve optimaal werkt.
Verder is het prachtig dat marketingmachine betreffende EPD weer aangezwengeld wordt maar eerst zou ik weleens transparantie willen krijgen over bekostigingssystematiek van Estland want hier is een ongezonde afhankelijkheid van externe marktpartijen te zien. Nu had ik al eens wat geschreven hierover want idee dat de patiënt de regie kan nemen over de behandeling is net zo naïef want deze komt niet voor niets bij de dokter terwijl de privacy bij curatieve processen dus vaak nog veel te wensen overlaat.