De populariteit van datacenter infrastructure management (DCIM) is de afgelopen maanden flink toegenomen. Het is meer dan een mediahype: DCIM verlost zowel C-level als operationele managers van drie hoofdpijndossiers: capaciteitsproblemen, een hoge energierekening en onnodige downtime.
Allereerst het capaciteitsvraagstuk. Datacenters staan anno 2015 flink onder druk. Data groeit explosief, zo ook het gebruik van internet en de cloud. Waren het eerst vooral servers, desktops en laptops, tegenwoordig heeft vrijwel alles een ip-adres. Van wasmachines tot horloges en van thermostaten tot sensoren in fabrieken. IDC becijferde dat volgend jaar het aantal slimme devices is verdubbeld. Dat geldt ook voor de cloudinfrastructuur. In 2017 is het aantal cloudapps zelfs met een factor tien toegenomen. Vertraging en uitval accepteren we bovendien niet meer: alles moet gewoon werken. Altijd, ook tijdens piekbelastingen.
Meer van alles: weinig effectief
Dat vraagt in een ongecontroleerde situatie al snel om het domweg bijplaatsen van ‘meer van alles’. Meer racks, meer servers, meer disks. En dus ook meer koeling en meer poorten. Voor de beheerders het doorhebben is het datacenter al snel een uitwas van minder tactisch of zelfs improvisatorisch geplaatste verzameling van facilitaire- en it-assets.
Met DCIM wordt die ongecontroleerde groei voorkomen. Dankzij een holistische, gecentraliseerde aansturing en monitoring van het datacenter weet de operationeel beheerder veel beter gebruik te maken van de huidige middelen. Zij zullen verbaasd zijn hoeveel rek er nog in de capaciteit zit. Simpelweg door efficiënter met zaken als koeling en rackruimte om te springen.
Menselijke fouten
Het tweede probleem zijn menselijke fouten. Laat me duidelijk zijn: waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Niemand is perfect, mensen zijn nu eenmaal feilbaar. Tegelijkertijd kan een menselijke fout in een datacenter catastrofale gevolgen hebben en zelfs downtime veroorzaken. In het huidige economische klimaat is dat absoluut een no-go. De truc is dan ook enerzijds om menselijke interventie te beperken tot het absoluut noodzakelijke. DCIM maakt dat mogelijk.
Situational awareness
Anderzijds zorgt het rijke, holistische inzicht dat DCIM biedt voor veel beter inzicht dan met conventionele infrastructuurbeheertools mogelijk is. Het zorgt voor een goede bewustwording, voor ‘situational awareness’. Operationeel personeel weet met DCIM precies wat er zich in het datacenter afspeelt, zonder dat fysieke aanwezigheid daarbij per se noodzakelijk is. Dat bespaart niet alleen tijd, mensen hoeven immers niet meer zelf de vloer op. Dankzij DCIM weten zij welke pdu’s te zwaar beladen worden, of waar hot spots zich voordoen. Preventief onderhoud of andere interventie kan dan erger voorkomen. DCIM is dan ook absoluut geen vervanger voor de menselijke factor – uiteindelijk is het de menselijke intelligentie die een datacenter laat draaien en problemen voorkomt.
Lagere energiekosten
Ten slotte voorkomt DCIM een hoge energierekening en kan het helpen bij het streven naar een zo laag mogelijke pue. Stroom is een van de grootste kostenposten van een datacenter. Besparing hierop is dan ook meer dan welkom. Zonder fijnmazig inzicht kiezen datacenterbeheerders vaak voor de meest veilige weg: het terugbrengen van de temperatuur naar een zo laag mogelijk punt. Dat is echter allerminst de energiezuinigste optie. DCIM maakt met thermografie inzichtelijk waar de hot en cold spots zich bevinden. Op basis van die informatie kan een manager gefundeerde beslissingen nemen over het gebruik en de (ver)plaatsing van aanwezige koelingssystemen.
Ook aan it-zijde zijn echter vaak de nodige energiebesparingen mogelijk. DCIM maakt inzichtelijk welke servers weinig tot geen waarde toevoegen, maar wel energie verbruiken. Deze ‘ghost servers’ zijn ongemerkt verantwoordelijk voor een substantieel deel van het energieverbruik en nemen bovendien onnodige rackruimte in beslag.
DCIM is een behoorlijke investering voor datacenters. Maar de kostenbesparingen die het realiseert en de kwalitatieve verbeteringen die het met zich meebrengt zijn in het huidige economische klimaat onmisbaar.