Het beleid om van terrorisme verdachte gevangenen onder te brengen in streng beveiligde ‘terorristenafdelingen’ blijkt onder hoge politieke en maatschappelijke druk tot stand gekomen. Het zelfde dreigt (opnieuw) te gebeuren voor de dataretentie wetgeving waar telecomoperators zich aan dienen te houden.
De afgelopen week was ik aanwezig bij de promotie van sociologe Tinka Veldhuis, (assistent professor aan de universiteit van Leiden en research fellow bij het Interational Centre for Counter Terrorism, en inderdaad familie: mijn zus) aan de Rijksuniversiteit Groningen. De sociologe promoveert op een onderzoek wat ze uitgevoerd heeft naar de totstandkoming van het detentiebeleid voor van terrorisme verdachte gevangenen.
In Nederland past de overheid sinds 2005 een concentratiebeleid toe, waarbij alle van terrorisme verdachte of veroordeelde gedetineerden worden afgezonderd van de reguliere gevangenispopulatie. Ze worden ondergebracht in streng beveiligde ‘terroristenafdelingen’ en zijn hier onderworpen aan een zeer strikt regime. Zo wordt hun communicatie met andere personen streng gecontroleerd, worden ze na ieder contact gevisiteerd, zijn ze buiten hun cel altijd geboeid en worden ze ten allen tijden begeleid door minimaal twee bewakers. Nou lijkt dit beleid op het eerste oog gerechtvaardigd, het zijn tenslotte van terrorisme verdachte gevangenen.
Uit het onderzoek blijkt echter dat dit beleid tot stand is gekomen uit angst voor de mogelijke gevolgen van radicalisering onder gedetineerden en dat de getroffen maatregelen onnodig streng zijn en waarschijnlijk zelfs contraproductief. Onder druk van het zeer strenge regime is de kans dat gedetineerden verder radicaliseren zelfs groter geworden. Onder reguliere gevangen worden de terrorisme verdachten helemaal niet aanbeden, ze bungelen in de pikorde in de gevangenis helemaal onderaan. Nog net iets boven de kinderverkrachters. Van gevaar voor radicalisatie van andere gedetineerden lijkt dus geen sprake te zijn.
Beleid gebaseerd op angst voor radicalisatie
Ten tijde van de besluitvorming over het detentiebeleid was het hele internationale beleidsveld, inclusief politici, beleidsmakers, onderzoekers en uitvoerders in de greep van de angst voor de mogelijke gevolgen van radicalisering onder gedetineerden. Er zijn aanwijzingen dat de partijen op alle betrokken niveaus geneigd zijn zich te laten leiden door angst, politieke- en maatschappelijke druk.
Het gevolg is een detentiebeleid dat gericht is op korte termijn doelstellingen en dat tamelijk inflexibel is, het biedt geen ruimte voor maatwerk of aanpassingen voor individuele gevallen. Een detentiebeleid dat is gebaseerd op een grotendeels ondoordachte reactie op de maatschappelijke onrust en angst voor (moslim)extremisme. Er zijn nagenoeg geen risicoanalyses uitgevoerd en het beschikbare wetenschappelijk onderzoek is door de beleidsmakers onvoldoende bestudeerd.
Wetgeving voor dataretentie
Uit dezelfde periode als de detentie wetgeving (2005) dateert ook de wetgeving voor dataretentie (bewaarplicht 2006) waar telecomoperators zich aan dienen te houden. De Europese bewaarplicht verpulvert artikel 8 van het EVRM, dat het recht op privacy omschrijft, tot betekenisloze ruis. Ook voor deze wet rijst de vraag op welke aannames en veronderstellingen het beleid destijds is gebaseerd.
De wet bewaarplicht werd, in mijn ogen terecht, op 11 maart 2015 door de Rechtbank buiten werking gesteld. Maar op 25 maart 2015 debatteerde de Tweede Kamer alweer over een aanpassing en heractivatie van deze wet. De nieuwe minister van Veiligheid en Justitie (Ard van der Steur) wil de wet, na aanpassing, weer snel activeren.
Het voorstel voor wijziging van de wet lijkt op een paar details na bijna ongewijzigd. Ik vraag me af of de Minister hier niet de zelfde fout begaat als collega Teeven destijds bij de detentie van terrorisme verdachten? Heeft de minister voldoende onderzoek laten uitvoeren naar de impact van de bewaarplicht? Zijn er niet al voldoende andere middelen aanwezig om hetzelfde effect te bereiken? En onder welke druk staat de minister dat hij deze wetgeving nu weer opnieuw wil invoeren?
Angst is een slechte raadgever, en zoals prof. dr. Postmes tijdens de promotie ceremonie al terecht vroeg: ‘Waarom is het dat als de radicale ideeën van gevangen terroristen helemaal niet als bosbrand om zich heen grijpen, waarom grijpt de angst voor deze ideeën dan wel als bosbrand om zich heen?’
Het onderzoek ‘captivated by fear’ is hier te vinden.
Artikel 8 EVRM
Recht op eerbiediging van privé familie- en gezinsleven
1. Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Dank en 2 duimen hoog voor dit artikel.
De politiek maakt zichzelf steeds weer tot schandvlek door de misachting van basale mensenrechten. Zelfs nu de rechter die wet buiten werking gesteld heeft begint men vanuit de politiek opnieuw.
Uit de katastrofe met Charlie Hebo, waar dataretentie op veel grotere schaal door de fransen gebruikt wordt, heeft men niets geleerd.
Mijn vermoeden is dat de druk uit met name de usa erg groot is en ik vraag me langzaam af of men in europa nog bereid is onafhankelijk te denken en te handelen. Daar ben ik erg pessimistisch.
Of het nu om ridiculiseren of radicaliseren gaat de enige angst die de regering momenteel heeft zijn verkiezingen. Kijkend naar inbreuk op privacy die gedaan is na 9-11, eerder oordeelde Europese hof ook al nadelig ten aanzien van de identificatieplicht – dan lijkt ongemak van VVD voort te komen uit afspraken die gemaakt zijn.
Opportunisme lijkt dan ook door de VVD uitgevonden als ze constant van twee walletjes aan het eten zijn. Al naar gelang hun eigenbelang is telkens Europese of nationale wetgeving heilig, privacy lijkt hierdoor handelswaar dat verkocht wordt in achterkamertjes. Zeg maar het quid pro quo dat we al zagen toen de telecomgegevens aan Amerikaanse inlichtingsdienst gegeven werden.
Dat een modernisering van de meldkamers meer bijdraagt aan de veiligheid is helaas nog niet doorgedrongen tot politieke dikhuiden, reactief bonnetjes zoeken is namelijk achter de feiten aan lopen.
De echte reden waarom de politiek deze data retentie wil is dat dit voor hen het wisselgeld is waarmee zij informatie kan krijgen van overheidsdiensten van andere landen. En als je niet meer mee mag doen ben je het sufferdje van de klas.
Heeft bijna niets met terrorismebestrijding te maken maar alles met prestige en denken aan je eigen carriere.