Stichting Importunus biedt een digitale beveiligingstool die scholieren moet beschermen tegen allerlei cybergevaren. De stichting is opgericht door SLTN Inter Access-directeur Eugène Tuijnman. In het bestrijden van online wangedrag komen vier stakeholders aan het woord.
Online pesten, poging tot online kindermisbruik, het verspreiden van expliciete foto’s, bezoek aan ongepaste websites en allerlei criminele activiteiten op internet, het is aan de orde van de dag. Om cyberpesten aan te pakken is Stichting Importunus opgericht. Die organisatie probeert scholen te helpen om cyberpesten en cyberincidenten aan te pakken.
Stichting Importunus is een non-profit organisatie met een ANBI-status (algemeen nut beogende instelling, een instelling die zich voor minstens 90 procent inzet voor het algemeen nut) die zich inzet om digitaal ongewenst gedrag binnen educatieve instellingen tegen te gaan. Niet alleen biedt de stichting geavanceerde tools aan als hulpmiddel om digitaal ongewenst gedrag (met name digitaal pesten) te detecteren, maar tevens is de stichting een platform dat zich in wil zetten in het kader van preventie van digitaal ongewenst gedrag en cyberpesten.
Stichting Importunus biedt een clouddienst via een beveiligde server, die gekoppeld is aan het ict-netwerk van de school. De software monitort de activiteiten binnen het schoolnetwerk. Het verkeer tussen de computers, laptops en tablets van leerlingen en leraren wordt gemonitord op pestgedrag en cyberincidenten.
De software controleert het netwerkverkeer onder andere op informatie over online pesten, grooming (het digitaal lokken van kinderen), kindermisbruik, expliciete afbeeldingen, depressief of suïcidaal gedrag, discriminatie en gebruik van of handel drugs of wapens. Ook pogingen om de proxyserver van de school te omzeilen om zo verboden of afgeschermde sites te bezoeken worden gedetecteerd.
Bij verdachte activiteiten die erop wijzen dat een kind digitaal ongepast benaderd wordt of zelf het protocol cyberpesten of regels overtreedt, wordt een melding verstuurd aan de vertrouwenspersoon van de school. Die krijgt de meldingen binnen met screenshots van een incident. De vertrouwenspersoon is de enige die de informatie te zien krijgt en kan via de stichting hulp krijgen of worden doorverwezen naar de juiste instanties.
Bij een eerste pilot op een school in Zuid-Holland werd twee maanden lang het netwerkverkeer van veertienhonderd brugklasleerlingen gescreend. Daaruit kwamen tweehonderd incidenten naar voren. Variërend van drugshandel en wapenbezit tot een incident waarbij een meisje van dertien jaar foto’s van haar ontblote bovenlijf via het schoolnetwerk verstuurde.
Via Stichting Importunus is een hele keten ontstaan van belanghebbenden in de strijd tegen online wangedrag. Vier van die stakeholders belichten nu hun kant van het verhaal.
Eugène Tuijnman, oprichter/voorzitter van Stichting Importunus en ceo van SLTN Inter Access
Meer en meer is ict in ons dagelijks leven verweven en door met name de opkomst van de smartphone in 2007 is dit in een stroomversnelling gekomen. En deze stroomversnelling blijft maar versnellen. Dit komt enerzijds doordat de bandbreedte van internet fors is toegenomen door bijvoorbeeld breedbandproviders als Ziggo en UPC, maar ook door het 3G- en met name 4G-netwerk voor de mobiele telefonie. En, deze technologie is voor iedereen betaalbaar. Dit leidt derhalve tot brede acceptatie in de maatschappij. Parallel aan de snelheid en de betaalbaarheid van het internet is ook de technologie steeds meer verbeterd en is bijvoorbeeld video zeer kwalitatief en ook weer zeer betaalbaar beschikbaar.
Door overal betaalbaar en snel internet beschikbaar te hebben op devices gecombineerd met video en toepassingen zoals e-mail, sms, Whatsapp, Facebook, Twitter en ga nog maar even door, zijn er ongekende mogelijkheden om altijd en overal met elkaar te kunnen communiceren. Deze enorme groei van digitale communicatie bied enorme positieve mogelijkheden, maar vormt tegelijkertijd qua controle en het beheersbaar houden een enorme uitdaging. It-bedrijven creëren prachtige mogelijkheden, maar deze mogelijkheden hebben ook een keerzijde, zoals cyberpesten en digitaal ongewenst gedrag. Daar wil ik mijn verantwoordelijkheid in nemen. Om deze reden heb ik Stichting Importunus opgericht om, mede met andere partijen hier een oplossing voor te bieden.
Binnen de stichting is een aantal belangrijke uitgangsposities in ogenschouw genomen. Zo moet de privacy voor de leerling zijn gewaarborgd en het moet een keuze van de school en/of ouders zijn om mee te willen doen of niet. Ook moet de oplossing betaalbaar voor scholen beschikbaar komen, maar indien gewenst ook voor gezinnen thuis. Verder moet het een non-profit instelling zijn zonder winstoogmerk en staan kwaliteit en integriteit voorop. Tot slot is het meedoen van het bedrijfsleven erg wenselijk.
Inmiddels zijn de eerste stappen gezet voor Stichting Importunus, zoals het behalen van de ANBI-status, en lopen de eerste pilots bij scholen. De techniek is ingeregeld, er is contact met de landelijke politiek inzake privacy, de eerste contacten met het bedrijfsleven voor sponsoring lopen en het dagelijks management van de stichting is geregeld. Het schept mij bijzonder veel genoegen om van deze stichting een succes te maken en kinderen te helpen om plezier te hebben van digitale communicatie en ze te beschermen tegen het ongepaste.
Pauline van Dulken, directeur van Stichting Importunus
Een positieve bijdrage leveren aan een betere maatschappij vind ik belangrijk. Door snelle, nieuwe ontwikkelingen in de digitale wereld gaat er echter veel van ons voorbij wat voor een nieuwe omgeving er ontstaat voor jong en oud. Aan de ene kant worden we allen in staat gesteld sneller en efficiënter te werken, aan de andere kant heeft deze ontwikkeling ook een keerzijde. Dat is dat digitaal ongewenst gedrag en cyberpesten steeds meer toenemen en op een grotere schaal voor de samenleving zichtbaar worden.
Om deze reden vind ik het goed dat er een tool is om leerlingen te monitoren op digitaal ongewenst gedrag, zodat indien een trend zich voordoet er ingegrepen kan worden. Daarnaast blijft voorlichting en preventie een belangrijke rol spelen waar Stichting Importunus haar verantwoordelijkheid tevens in wil nemen.
Veel scholen kampen echter met weinig tijd, waardoor andere prioriteiten de overhand krijgen. Zo zullen er vanuit de stichting filmclips gemaakt worden met bekende Nederlanders die leerlingen zullen waarschuwen voor de effecten van cyberpesten en digitaal ongewenst gedrag. Deze clips kunnen via de school ter beschikking worden gesteld als een school een licentie voor de software heeft afgesloten. Voor leerkrachten kost dit relatief weinig extra tijd en hopelijk zullen leerlingen eerder onder de indruk zijn met betrekking tot wat een aansprekende bekende Nederlander te melden heeft over digitaal ongewenst gedrag en pesten.
Naast het probleem tijd, kampen scholen tevens met een gebrek aan geld. Om de licentie mogelijk te maken zoeken we samenwerking zoeken met bedrijven die dit (deels) voor een school mogelijk zouden willen maken. Als tegenprestatie krijgen de ouders van de leerling een informatiebrief waarin aangegeven wordt welk bedrijf deze softwaretool (mede) mogelijk maakt.
De doelstelling die we hebben is leerlingen in een zo veilig mogelijke omgeving groot te laten worden. Dit heeft niet alleen direct impact op nu, maar tevens op hoe zij zich als volwassenen verder zullen ontwikkelen. Vele volwassenen die in hun jeugd gepest zijn, ondervinden daar nog dagelijks de gevolgen van. Vaak was er toen nog geen sprake van digitaal pesten. Er is vandaag de dag al een hele lijst betreurenswaardige gebeurtenissen die vaak op digitaal ongewenst gedrag en cyberpesten zijn gebaseerd. Voor ons een taak om mogelijkheden aan te bieden om dit fenomeen terug te dringen.
Gaby Etman, directeur van Brede School De Octopus in Diemen
Het onderwijs is in rap tempo aan het digitaliseren. Digitale veiligheid is daarbij een veelbesproken onderwerp. Wij hanteren de visie dat het internet voor kinderen beschikbaar en open moet zijn. Toegang tot het internet verbieden of beperken levert in onze ogen niet het gewenste resultaat. We willen de kinderen juist voor vol aanzien en hen verantwoordelijk laten zijn voor hun eigen handelen. Toch lopen we als team wel eens tegen een probleem aan; digitaal pesten, of zoals op een andere school in de buurt ‘grooming’.
Het pesten lijkt mensen voor altijd te beschadigen. Scholen doen er alles aan om dit te voorkomen. Het pestgedrag moet zichtbaar worden, daar waar het stiekem gebeurt. Anti-pest programma’s sluiten tegenwoordig steeds beter aan op dit soort maatschappelijke fenomenen. Op school worden afspraken gemaakt over hoe wij met elkaar omgaan. Leerkrachten geven voorlichting over normen en waarden, over het voorkomen van pesten en verstandig om te gaan met social media. Het monitoren en sturen blijft helaas erg lastig.
De software van Stichting Importunus biedt ons de mogelijkheid om de activiteiten binnen het schoolnetwerk te monitoren. De software controleert het netwerkverkeer onder andere op informatie over online pesten, grooming, kindermisbruik, expliciete afbeeldingen, depressief of suïcidaal gedrag, discriminatie en zelfs gebruik van of handel in drugs of wapens. Op de basisschool zal dit laatste gelukkig niet aan de orde zijn, maar we willen het wel graag weten wanneer een kind een website bezoekt waarop anorexia wordt aangemoedigd.
Bij verdachte activiteiten die erop wijzen dat een kind digitaal ongepast benaderd wordt of zelf de regels overtreedt, wordt een melding verstuurd aan de vertrouwenspersoon van de school. De vertrouwenspersoon is de enige die de melding en informatie te zien krijgt. Vervolgens kunnen we als school gericht handelen: passende hulp/zorg bieden, uitleg en informatie geven, nieuwe regels vaststellen, met ouders/verzorgers in overleg, de politie inschakelen, et cetera.
Op scholen wordt steeds meer gewerkt met leerpleinen, waar veel zelfstandigheid wordt verlangd van leerlingen. Toezicht op het gebruik van computers, laptops en tablets is niet altijd even goed te organiseren. Juist voor die scholen zou de software een waardevolle aanwinst zijn. Helaas ontbreekt het de scholen vaak aan budget. We hopen dat bedrijven willen bijdragen aan de maandelijkse licenties voor de webdienst, zodat cyberpesten en cyberincidenten langzaam maar zeker verdwijnen uit de schoolomgeving.
Liesbeth van Rikxoort, zorgcoördinator van het Gemini College in Ridderkerk
Pesten komt op iedere school voor. Als zorgcoördinator kom ik dit ook vaak tegen bij ons op school. Pesten is heel moeilijk te signaleren; het gebeurt stiekem en vaak buiten het gezichtsveld van de docenten. Een pestslachtoffer komt niet direct vragen om hulp. Hij of zij is bang dat het pesten juist erger wordt als er iets mee gedaan wordt.
Met de komst van social media is het probleem cyberpesten alleen maar groter geworden. Iedereen kan anoniem de meest vreselijke dingen zeggen over een ander. Helaas blijft het niet altijd bij woorden, maar worden er ook beelden gebruikt. Wanneer wij dit op school in beeld krijgen, is het vaak al te laat. Het slachtoffer blijft vaker weg van school, de schoolprestaties gaan achteruit en de leerling voelt zich niet meer veilig op school.
Het is goed dat er een tool is waarmee school direct kan zien dat er gepest wordt en daardoor direct kan ingrijpen. Het slachtoffer hoeft zelf niet de stap te zetten om hulp te vragen, de pester komt vanzelf in beeld wanneer hij of zij zich schuldig maakt aan dergelijke praktijken. Op die manier kun je als school aan de voorkant van het probleem ingrijpen. Opmerkingen over ‘big brother-praktijken’ vind ik niet terecht. De leerlingen en ouders weten dat er meegekeken wordt en enkel in geval van online wangedrag wordt er een melding gemaakt en waar nodig ingegrepen.
Ik vind ook dat we als school veel meer inzicht krijgen in waar onze leerlingen mee bezig zijn. Op digitaal gebied zijn zij ons vaak ver vooruit. Door dit in beeld te krijgen kun je als school hierop inspelen door bijvoorbeeld het geven van voorlichting aan ouders en leerlingen. Heel vaak hebben de leerlingen er geen idee van wat zij aanrichten, wat de gevolgen zijn van hun daden.
Vorig schooljaar kregen wij heel veel meldingen van meisjes die naaktfoto’s van zichzelf naar jongens stuurden. Dat deze beelden vervolgens de hele school doorgingen en verder konden zij toen niet bedenken. Hierover hebben wij toen veel gesprekken gevoerd met slachtoffers, daders en ouders. Wij hebben hen bewust gemaakt van hun online gedrag. Dit gedrag kwam pas in beeld toen het eigenlijk al te laat was. Door direct inzicht te krijgen in online wangedrag kun je hier veel eerder op inspelen en de schade beperken.
Dit artikel is eerder verschenen in Computable magazine jaargang 48, nummer 1 van januari 2015.
Computable Awards 2015
Stichting Importunus is een van de tien projecten die kans maken om bij de Computable Awards 2015 uitgeroepen te worden tot ICT-project van het jaar in het onderwijs. Vrijdag 30 januari 2015 werd het project toegelicht aan een speciale jury. Directeur Pauline van Dulken lichtte daarbij ‘haar’ project enthousiast toe. Voordat de vijf genomineerden bekend worden gemaakt, zullen de komende twee weken alle tien de projecten uitgebreid voorbij komen op Computable.
Op vrijdag 13 februari 2015 maakt Computable bekend welke projecten officieel worden genomineerd voor een Computable Award in de categorie ICT-project van het jaar in het onderwijs. Voor ict-projecten in andere branches en markten kan nog voorgedragen worden. Voor zorg kan dit tot en met 12 maart, voor mkb en grootbedrijf tot en met 26 maart en overheid tot en met 17 april 2015. Meer informatie is te vinden via Computable Awards.
Wie de jeugd digitaal in de gaten houdt heeft de toekomst?
Of moet de strijd tegen pesten juist niet online gevoerd worden?
De meeste problemen gaan niet via het schoolnetwerk, maar via WhatsApp, Instagram via de eigen mobiel. Of moet die nu ook verplicht via het schoolnetwerk?
Dan ben je met zo’n controlesysteem dus nog steeds altijd te laat. Schijnveiligheid dus, met een onevenredig grote inbreuk op de eigen levenssfeer van docenten en leerlingen. Hoe kan een leerling bijv. ongezien naar informatie of homofilie zoeken zonder dat er bij de zorgcoördinator een belletje afgaat?
Er is niet goed nagedacht over dit soort middelen, de gevolgen voor de ontwikkeling van jongeren, hun welzijn. Kijk iets verder dan de reflex ‘pesten voorkomen = daders opsporen’ enz. en dan zie je dat dit niet de oplossing is.
Een school met zo’n systeem, daar ik mijn kinderen niet inschrijven. Scholen moeten leerlingen begeleiden op de tijdsintensievere manier. Eerst alles precies in beeld hebben, is onnodig. Ga er maar vanuit dat voorlichting nodig is. Zonder meer.