Het Rijk heeft vorig jaar een bunker aan de Van Ouwenlaan in Den Haag voor 350.000 euro verkocht aan Data Protectors, de hoogste bieder. Deze ict-dienstverlener wil de opslagbunker uit de Tweede Wereldoorlog verbouwen en gebruiken als datacenter. Het bedrijf beschikt al over andere bunkers in binnen- en buitenland, die al dan niet al zijn heringericht als datacenter. Inclusief de opbrengst van deze bunker heeft het Rijk in 2014 in totaal 125 miljoen euro overgehouden aan de verkoop van overtollig vastgoed.
De bunker is een gemeentelijk monument dat onderdeel was van de Atlantikwall, de Duitse verdedigingslinie langs de Europese Westkust in de Tweede Wereldoorlog. Het bijzondere object is door de Duitsers gebouwd als hospitaalbunker, maar nooit zodanig in gebruik genomen. De bunker ligt in een beschermde ecologische zone, bestaat uit twee bouwlagen en heeft een totale oppervlakte van circa 2160 vierkante meter. De buitenwanden zijn drie meter dik, het dak twee meter.
De bunker was overigens gekraakt. De voorzieningenrechter van de Haagse rechtbank moest er aan te pas komen om in door de Nederlandse Staat aangespannen kort geding te bepalen dat de bunker en het omliggende terrein aan de Van Ouwenlaan mochten worden ontruimd. Volgens de rechter was de gewenste ontruiming gerechtvaardigd, ‘omdat de Staat de inbreuk door de krakers op het eigendomsrecht van de bunker niet hoeft te dulden en de bunker niet geschikt is voor bewoning. Het gebruik ervan is gevaarlijk vanwege de aanwezigheid van een hoogspanningsaansluiting en vervuilde waterleidingen en de afwezigheid van een ventilatiesysteem.’
Vorig jaar mei opende Data Protectors in het Zeeuwse gehucht Kloetinge de deuren van zijn eerste cyberbunker. Daarnaast heeft de datacenterexploitant ook een bunker in Oegstgeest aangekocht en bunkers in Duitsland en Engeland.