Het is een geleidelijk proces, maar datacenters en netwerken worden steeds complexer. Naarmate organisaties steeds meer verschillende diensten inzetten voor de business, meer toepassingen gebruiken en steeds flexibeler willen zijn in hun businessaanpak, nemen de eisen aan het datacenter en aan de netwerkinfrastructuur toe. Om de groeiende complexiteit een halt toe te roepen, is een andere aanpak nodig voor die infrastructuur. Application centric infrastructure (ACI) lijkt een oplossing.
Om een datacenter goed en bedrijfszeker te laten presteren is veel complexe hardware nodig. Hardware die optimaal moet worden benut en die aanzienlijke configuratie- en beheerinspanningen kan vereisen. Zeker op het vlak van de netwerkinfrastructuur nemen de behoeften en de eisen toe. Veranderingen moeten sneller en makkelijker worden doorgevoerd, maar dat moet allemaal wel gebeuren zonder uitval of vertraging van de diensten. En bij alles moeten de bedrijfsprocessen en de bijbehorende applicaties centraal staan.
Die uitdaging is nergens zo groot als bij serviceproviders. De toenemende virtualisatie van platformen en de mogelijkheden die dit biedt voor de prestaties, schaalbaarheid en beschikbaarheid, resulteren in een oerwoud van virtuele netwerkomgevingen. Het goed en flexibel inrichten van die virtuele netwerkomgevingen is een flinke klus, met veel handmatig configuratiewerk en kans op uitval. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren flinke sprongen gemaakt in de ontwikkeling van netwerktechnologie, waarbij application centric infrastructure (ACI) in mijn optiek een van de belangrijkste en interessantste is.
Netwerkconfiguratie op basis van policies
ACI maakt het mogelijk om het netwerk volledig in te richten op basis van de eisen die aan de applicaties worden gesteld. Het inrichten en aanpassen van de configuraties van de datacenter-infrastructuur gebeurt op basis van policies; de onderliggende infrastructuur, netwerk, storage en compute, zijn een pool van resources geworden die naar believen kunnen worden toegewezen. Waar het configureren van een traditionele datacenter-infrastructuur een manueel en complex proces is, zorgt een application policy infrastructure controller, het kloppende hart van ACI, ervoor dat tal van beheertaken voor cloud, security, applicaties en het netwerk veel makkelijker worden of zelfs geheel automatisch worden uitgevoerd. Daarnaast worden ook de continuïteitsrisico’s verminderd die gepaard gaan met allerlei veranderingsprocessen. Geen complexe configuraties meer voor verschillende delen van de datacenter-infrastructuur, maar één compleet platform.
Een voorbeeld is het verplaatsen van werklasten en virtuele servers binnen het datacenter. Dit is iets dat regelmatig gebeurt, zeker in grotere hostingomgevingen met multi-tenant diensten. Bedenk dan dat bij dit soort organisaties de serverblades gemiddeld iedere achttien maanden worden vervangen, waarbij het in het hele datacenter kan gaan om honderden, misschien wel duizenden blades. En bij iedere vervanging moeten taken en virtuele servers worden verplaatst naar andere blades, waarbij allerlei wijzigingen moeten worden doorgevoerd in de netwerkconfiguratie. Ten gevolge van die complexiteit is er dan kans dat een applicatie voor korte of langere tijd niet beschikbaar is. En dat is niet acceptabel. In een traditionele omgeving zijn hier uitgebreide projectplannen en tal van handmatige netwerkconfiguraties voor nodig.
Vlan-beperkingen opgeheven
De schaalbaarheid en eenvoud van configuratie zijn een belangrijk punt, maar daarnaast is het aantal standaard vlan-configuraties, een van de centrale netwerktechnieken voor virtuele omgevingen, beperkt tot maximaal 4096 verschillende vlan’s. Dat lijkt misschien veel, maar deze grens wordt al snel bereikt in een datacenter. Door echter de network overlay-technieken van ACI te gebruiken in combinatie met de VXLAN-standaard kan deze beperking worden opgeheven. Daarbij kunnen we schalen tot zestien miljoen virtuele lan’s, en is het mogelijk om de virtuele netwerkconfiguraties on-the-fly aan te passen, zonder impact op de bedrijfsapplicaties en services. Daarnaast verlopen dit soort processen hierdoor ook aanzienlijk sneller: in plaats van dagen nog slechts enkele uren of zelfs minuten.
Deze en (en vele andere) nieuwe mogelijkheden maken ACI tot een flinke evolutionaire sprong voorwaarts voor datacenter-infrastructuren, een echte transformatie. Maar dit is een sprong die niet zomaar gemaakt kan worden. Een succesvolle uitrol vraagt om een gedegen planning en vooral om duidelijke strategische keuzes rond de toekomst van de bedrijfsinfrastructuur en het datacenter. Ik zie nu dat veel organisaties nog de kat uit de boom kijken, maar bij bedrijven die een groot datacenter hebben, wordt al heel serieus nagedacht over deze migratie. Ik verwacht dan ook veel van ACI en benieuwd naar de ervaringen van organisaties die de eerste stappen al hebben gezet.