De laatste keer dat ik mijn blogs terug las, kwam ik veel voorspellingen tegen die uitgekomen zijn. Tijd om voorspellingen te doen voor het komende jaar en daarna want we zijn op een uniek punt in de geschiedenis terecht gekomen, maar voordat ik dat toelicht, eerst even een rondje naar de trends die ook jou zullen raken.
Alles tussen het maken van een product en het uiteindelijke gebruik is overhead en vanuit de eindgebruiker; verspilling. Omdat internet de wereld een stuk kleiner maakt is dit een bedreiging voor de keten die iets met de levering van producten doet, die moeten naar manieren zoeken waarop ze waarde ‘aan het doosje’ kunnen toevoegen, en voila, daar is dus de dienst. Ik zie veel bedrijven die deze trend te lang genegeerd hebben en hier nu vijf voor twaalf mee worstelen. Op IT vlak is ‘as a service’ dominanter aan het worden. Diensten aanbieden is iets anders dan outsourcen, nu zie je dus ook op dit vlak dat bedrijven weer zaken als it naar zichzelf toehalen.
De drijfveer voor het afnemen van diensten zijn nog op de eerste plaats kostenbesparing en de wens om niet vooraf te investeren en te betalen naar gebruik. Wie dit goed doet brengt dus de kosten in lijn met de opbrengsten en dit leidt naar de diepere wens van bedrijven om flexibeler te zijn. Het vermogen om te leveren waar vraag naar is, is in mijn ogen de belangrijkste focus die bedrijven nu moeten hebben.
Cloud computing verdwijnt
Ik doe al een aantal jaren aan cloud computing, geef trainingen, lezingen, workshops en ik heb veel interactie met klanten als het gaat over cloud computing. Verdwijnt cloud computing dan? Nee. Maar de term zelf is een holle frase geworden en terecht. Als je nu nog geld wilt verdienen door cloud computing te verkopen, dan zul je het de komende jaren slecht krijgen. Bedrijven willen online diensten afnemen die problemen oplossen, kosten besparen of flexibeler maken. Dat die dienst onder de noemer cloud computing valt zal hen niet veel uitmaken. Richt je op concrete waarde en voordelen en blijf weg van de algemene verhalen.
Er zijn grote providers die generieke computing diensten aanleveren, maar er zijn nog veel meer providers die specifieke zaken oplossen, voor jouw bedrijf, in jouw werkgebied. Zij bieden waarde, niet een term waar nog steeds gesteggeld wordt over wat het betekent. Daarnaast is één van de belangrijke aspecten van cloud computing – complexe zaken in de infrastructuur automatiseren en beheer eenvoudiger maken – niet alleen meer mogelijk bij cloud providers, maar kun je ook lokaal deze mate van automatisering bereiken en vaak ook nog eens met open source. De community achter deze mogelijkheden zijn enorm, zeker nu ook commerciële bedrijven investeren in het realiseren van open source software.
Internet der dingen
IoT wordt steeds meer werkelijkheid. Auto’s die te volgen zijn via internet, een thermostaat die aangaat als iemand op weg is naar huis. Alarm systemen die slimmer worden, locatie gebaseerde marketing. Het zijn allemaal voorbeelden van het internet der dingen. Apparaatjes die communiceren over het internet. Er zijn drie veelgebruikte methodes om data te transporteren: Bluetooth, Wi-Fi en gsm, met alle drie iets variërende eigenschappen. IoT is onvermijdelijk maar er zijn twee grote factoren die de massale adoptie vetragen: Vertrouwen en Functie.
Altijd als je iets leest over een nieuw apparaatje dat data communiceert, wordt er meteen over hackers en privacy gesproken. Ook hebben veel fabrikanten zoals LG en Adobe het vertrouwen beschadigd door niet alleen stilletjes grote hoeveelheden data te verzamelen van aan het internet aangesloten apparaten zoals tv’s en e-readers, maar dit ook nog onversleuteld en dus onveilig te doen. Toch zul je zien dat steeds meer bedrijven deze boodschap begrepen hebben en dat IoT net zo gewoon wordt als mobiele telefoons is evident.
De komende tijd zal de adoptie versnellen en dat komt omdat het tweede grote obstakel – functie – nu steeds meer toepassing krijgt. In veel van de traditionele voorbeelden werden koelkasten genoemd die melk bestelden als deze op was. Een voorbeeld wat gewoon teveel praktische bezwaren oproept, waardoor het al snel een ver van mijn bed show wordt. Maar steeds meer huishoudens hebben een ‘slimme’ thermostaat waarmee IoT tastbaar wordt. Saillant details is wel dat die thermosstaten gebracht worden als slim en kostenbesparend, maar dat dit geen functie is van de thermostaat zelf. Er wordt dus meer mogelijkheden aan toegekend dan werkelijk het geval is en ook dit zal het vertrouwen weer aantasten.
Wearables
In het verlengde van IoT komen de wearables. Wearables zijn apparaatjes die je kunt dragen zoals een bril, horloge, ketting, et cetera. Ook dit zijn apparaatjes en sensoren die data kunnen communiceren al dan niet via een tussen apparaat, zoals de mobiele telefoon. Ik denk dat wearables een voorbewerker is van IoT. Wearables zullen zeer snel gemeengoed worden – ik denk de komende twee jaar – en hebben niet het obstakel Vertrouwen, maar nog wel de belemmering: Functie. Men weet nog niet goed wat je er mee zou moeten. Een horloge is leuk, maar het scherm is klein en als je weer een apparaat elke dag moet opladen zullen veel mensen hem nog laten liggen.
Ook de Google Glass die een tijdje terug een enorm momentum had, lijkt vooralsnog geen groot succes te worden, maar dat wearables net zo gewoon worden als een smartphone lijkt mij zeer waarschijnlijk met een early majority fase van zo’n twee jaar. Apple heeft traditioneel het vermogen om nieuwe dingen groot te maken, denk aan de muis, Wi-Fi, muziekspeler, smartphone en tablet.
Volgend jaar komt de Apple Watch uit. Maar als je de zeer goede ontwikkelaarsvideo bekijkt zie je dat de watch niet zonder de iPhone kan. Ook is de duur van de batterij minder dan 24 uur en zitten er maar een beperkt aantal functies in die waardevol lijken. Het lijkt daarom niet meteen een groot succes te worden, alleen als je iets dieper kijkt zie je dat dit slechts tijdelijk is. De grootste belemmering zijn nu een kleine interface, beperkte batterij en noodzakelijke functies, maar als de technische beperkingen de komende jaren opgelost worden zal dit een ware vloedgolf aan nieuwe apparaten opleveren. Zo was Bluetooth een grote batterijvreter, nu heb ik al meer dan twee jaar een draadloze muis die loopt op twee simpele AA batterijen.
Waarde van big data is onbetwist
Al die apparaten genereren data en data noemt men het nieuwe goud en big data is de naam die men ervoor gevonden heeft om dit fenomeen aan te duiden. Er wordt zelfs al verteld dat bedrijven die niets met big data doen gedoemd zijn te falen. Dit is onzin natuurlijk. Zolang de organisatie waarde bied waarop men zit te wachten is er bestaansrecht, maar big data als hype negeren zal voor sommige bedrijven wel degelijk bedreigend kunnen zijn. Een zeer sterk voorbeeld van de kracht en onbetwiste waarde van big data is Google met zijn zoekmachine.
Er kan moeilijk discussie gevoerd worden over dat wat Google op zijn servers heeft staan – bijna een kopie van het gehele internet – niet big data te noemen. En het is ook een onnoemelijk grote prestatie dat al die big data met een simpel te gebruiken tool ontgonnen kan worden. Dat waarde halen uit deze data evident is kun je ook moeilijk bestrijden. De wereld veranderd door de mogelijkheden die zoekmachines ons bieden om kennis te vergaren. Twintig jaar geleden was je afhankelijk van de mensen om je heen en bibliotheken om iets uit te zoeken. Nu leert mijn zoon Loomen door YouTube. Een wijsneus zegt dan ‘mijn kind leert het van vriendjes’, maar van wie hebben die het dan weer geleerd?
De waarde en case van big data is dus evident en ik kan nog veel andere voorbeelden geven. Alleen is het gebruiken van big data en de zekerheid om er altijd waarde uit te halen door organisaties geen gelopen race. Er zijn behoorlijk wat uitdagingen, kostenposten en algoritmes nodig om echt onderscheidend te zijn in het waarde onttrekken uit big data. Het is domweg niet voor iedere organisatie weggelegd, maar bepaalde industrieën zoals die van medicijnen zullen deze trend echt niet afdoen als hype en goede data wetenschappers zullen de nieuwe rocksterren zijn de komende jaren.
Kunstmatige intelligentie
En zo kom ik op de belangrijkste trend aan van dit artikel. Kunstmatige intelligentie. Aan de ene kant is dit zo’n holle term, net als cloud computing, waardoor artificial intelligence (AI) al snel als hype bestempeld zal worden. Maar ook hier zeg ik: Kijk verder. Want deze trend zal ieder zijn dagelijks leven de komende jaren beïnvloeden. En net als bij big data geldt: Er zijn maar een beperkt aantal organisaties die AI-achtige zaken kunnen leveren. Voor echte intelligentie hoeven we vooralsnog niet bang te zijn, of dat computers een bewustzijn krijgen. Wel zijn we steeds beter in staat ai toe te passen in handige functies. AI is overigens weer een kapstok begrip waaronder bijvoorbeeld de volgende zaken vallen: neurale netwerken, machinelLearning, natural language processing, et cetera.
Wat er bijvoorbeeld bij machine learning en natuurlijke taalverwerking wordt gedaan, is heel veel voorbeelden en patronen vastleggen en daarop algoritmes loslaten die kennis over deze patronen opslaat als geheugen, zodat bij een volgende vraagstelling of input al heel veel verrijking kan plaatsvinden.
Hoe gemakkelijk zou het zijn als je tegen je telefoon kan praten en hij dit in bepaalde mate begrijpt en dus hierop acties kan uitvoeren. Een vermakelijke film op basis van dit concept is Her. Nu heeft mijn navigatie wel stemherkenning, maar werkt deze zo slecht dat ik het liever met de hand doe.
De toepassing van AI zijn eindeloos. Zo kunnen camera’s intelligenter worden en pro-actief actie ondernemen bij bijvoorbeeld criminele gebeurtenissen. Ook de manier waarop NSA momenteel verdachten op het oog krijgt is nog relatief primitief. Nu moet je software nog zodanig inrichten dat voorbedachte patronen eruit naar boven komen. Nu kan ik wel met spraak een email op mijn mobiele telefoon opstellen, maar niet zonder het na te kijken en te verbeteren en daardoor is het nog steeds onbruikbaar. Het controleren op spelling en grammatica is nog zodanig slecht dat ik nog steeds niet foutloos mijn blogs kan publiceren. Met een beetje AI zou zelfs mijn schrijfstijl sterk verbeterd kunnen worden door bijvoorbeeld te voorspellen welke zinsnedes zullen inspireren en welke zullen iriteren.
Wat als je tegen een computer kunt vertellen wat voor scene je wilt gaan filmen en deze zelf aan de slag gaat om dit te visualiseren. Maar denk ook aan het gemak dat je in een vreemd land zonder kennis van de taal kunt communiceren met mensen?
Research en kennis opdoen kunnen zoveel efficienter. Op dit moment zijn we echter nog niet zo ver, maar we komen nu wel ergens en ik verwacht de komende vijf jaar dat er echt toepassingen komen die gebaseerd zijn op AI en die we in ons dagelijks leven gaan toepassen zonder dat we er bewust van zijn. Het ecosteem wat dit het best gaat ontsluiten, mobiel -op dit moment zijn dat IOS, Android, Windows Phone en Blackberry-, zou hiermee wel eens de dominante partij kunnen worden. Vandaar dat de grote providers enorme investeringen doen in overnames van dit soort partijen. Onze smartphone wordt zeker het eerste apparaat waarmee we AI zullen gebruiken en in beperkte mate doen we dat al. Als je dicteert aan je telefoon zie je dat de tekst tijdens het praten nog veranderd doordat het context interpreteerd. Overigens zal Nederlands zeker niet de taal zijn die het eerst ontsloten wordt.
Digitale transformatie
Al deze onderwerpen hebben een mooi verband met elkaar en hebben zowel toepassing voor het bedrijfsleven als ons persoonlijk leven. De trends zijn ook onderdeel van een mega-trend, namelijk die van digitale transformatie. Soms lijkt het alsof we daar al zijn. Zo worden met rap tempo banken gesloten en vallen er veel ontslagen door het automatiseren en de verandering van analoog naar digitaal. Het heeft ervoor gezorgd dat bedrijven zoals PostNL een cloud only strategie najagen en dat er hele beroepsgroepen slachtoffer worden van deze trends. Maar er ontstaan ook nieuwe kansen, en dit bedoelde ik met mijn zin dat we op een uniek moment van onze geschiedenis zitten.
Meer dan ooit zijn innovaties mogelijk, een programmeur heeft dezelfde computerkracht tot zijn beschikking als een groot bedrijf en het verkrijgen van geld voor een idee is nog nooit zo toegankelijk geweest. Plaats een filmpje op het internet of ga naar een crowdfunding site en als je idee enige waarde heeft, zullen mensen erin investeren. Het maken van een simpel spelletje – flappy bird – leidde ertoe dat Dong Nguyen meer dan veertigduizend dollar per dag eraan verdiende en developer Markus Persson heeft Minecraft in 2014 verkocht voor meer dan anderhalf miljard dollar.
Wat zullen de komende jaren brengen?
Henri,
Dank voor je artikel. Het leest zeer prettig weg.
Ik vind je voorspellingen echter niet echt bijster spannend of baanbrekend. Puur omdat de halve IT wereld je de afgelopen weken al ruimschoots voor is geweest . Dus dit is wel een beetje een “save bet”.
Dit artikel is echter wel een fijne samenvatting voor de mensen die de Top 5/10/15 predictions for 2015 blogs, tweets en artikelen van de afgelopen weken gemist hebben.
Ruud,
Als ik het weer zou voorspellen met “er komen Tornado’s in Nederland” is dat baanbrekend, maar ze zullen niet uitkomen.
Wat zou je willen horen?
Het zijn voorspellingen en als ik ze op IBM Watson loslaat zie ik dat ze 80% kans hebben om uit te komen 😉
Henri,
Kijk now we are talking! Het gedeelte wat weg gelaten was, is een zeer goede onderbouwing. En laat ook een duidelijke mening en visie zien. Erg zonde dat dit niet direct geplaatst is. (is inmiddels aan het artikel toegevoegd – red.)
Ik vond alleen de punten die in je artikel hier boven staan, op het cloud gedeelte na niet zo spannend. Ik had namelijk de meeste al op IDC, Gartner, Forbes en ander soort gelijke sites in andere vormen langs zien komen. Dus ik vond het inkoppertjes. Nu moet ik wel heel eerlijk bekennen dat ik dit soort trends en voorspellingen heel intensief volg en er meerdere malen per dag zelf over tweet.
Zoals ik al aangaf kan ik mij wel voorstellen dat het voor vele anderen wel interessant kan zijn. Sowieso vind ik het een ontbrekende gedeelte een welkome versterking. Hier kan ik zoals ik al eerder zei een mening en visie in terug lezen.
Henri die aan einde van het jaar over zijn kristallen bolletje wrijft om voorspellingen te doen, hoe waardevol het orakel uit Zoetermeer is zal de tijd leren maar koffiedik kijkend zijn er wel wat kanttekeningen te maken.
Neem bijvoordeeld dienstenmaatschappij ten opzichte van de participatiemaatschappij, het tegenovergestelde lijkt me namelijk eerder de trend als ik overweeg dat de bodem bereikt is met kostenverlagingen van uitbestedingen. De IT – of in ieder geval de regie erover – weer terughalen gaat niet om diensten maar kennis, sommigen vergeten nog weleens waar de afkorting voor staat.
In dat kader valt ook wat te zeggen over cloud computing, een model dat gaat om het delen van de middelen en niet altijd de informatie. Oftewel de data waarover je souvereiniteit verliest als je deze in de handen van een ander geeft zoals ik al in opinie ‘Trustworthy computing gaat om de data’ schreef en waar dit orakel nog in de ontkenningsfase over zat.
En daarmee komen we aan IoT, vertrouwen komt tenslotte te voet en gaat te paard. Tot op heden is het hier toch nog vooral veel marketing en dat is meestal niet de beste bron van informatie. Wat hier ook niet zo goed meewerkt is een regering die met een bewaarplicht de privacy schendt, wie geloofd me als ik zeg dat ik een back-up van Internet maak welke ik 12 maanden bewaar maar waar ik nimmer naar kijk?
Lachen wordt het met leren van Big Data, elastiekjes aan elkaar knopen is als hype al weer over. En ik vraag me af wat de instructiefilmpjes met belofte van Big Data te maken hebben als we de taxonomie van Bloom er even bij halen. Net tussen toepassen en analyseren ligt dan ook een dikke streep die het verschil maakt tussen de hogere orde van denken en de lagere orde. Zeg maar zoiets als een (snot)aap een kunstje leren of het aanspreken van de cognitieve vaardigheden waarmee hele voorspelling een feest van herkenning wordt.
Betreffende kunstmatige intelligentie dienen we ons af te vragen of dit wel op dezelfde hoogte staat als het menselijke denkvermogen, meeste computers spreken nog steeds niet een menselijke taal en mijn taalgebruik is al helemaal te moeilijk voor ze. Turingtest op de sociale netwerken haalt dan ook al snel de ‘bots’ eruit hoewel sommige misschien menselijk zijn maar ondertussen zo geïndoctrineerd zijn dat ze in een oneindige loop zitten.
Henri, het klassieke kerstverhaal (Scrooge) van Charles Dickens kent 3 geesten;-)
@ Redactie,
Ik zie dat het artikel aangepast is en het antwoord van Henri op mijn reactie weg gehaald is.
Nu snijden mijn beide reacties weinig hout meer. En kan deze discussie alle kanten op schieten.
Misschien is het handig om hier in het vervolg melding van te maken. Voor dat ik weer een hele sterrenslag over mij heen krijg.
@ Redactie,
Het is kerst dus ik ben een keer zeer vergevingsgezind 😉