Mensen zijn te blind wat betreft online-security en laten zich verleiden door de leuke mogelijkheden van de nieuwste gadgets. Onze luiheid plus technisch gemak doen ons de das om. Eigenlijk moet iedereen op security training.
Over deze blogger
Alan Pearce is een journalist, presentator en auteur die zich heeft gespecialiseerd in cyber security en counter intelligence. Hij is auteur van het boek “Deep Web for Journalists: Comms, Counter-Surveillance, Search”. Alan heeft meer dan 30 jaar ervaring in de journalistiek en heeft geschreven voor het tijdschrift Time, The Sunday Times, The Times, The Sunday Telegraph en anderen. Ook werkte hij voor Sky News en de BBC. Hij heeft als BBC-correspondent conflicten van de Rode Khmer tot aan de Taliban meegemaakt en raakte gewond bij de val van Kabul in 1996.
Het gaat namelijk niet alleen om jezelf; je hebt een verantwoordelijkheid naar anderen toe. Via jou, jouw account, jouw computer, enzovoorts, kunnen anderen benadeeld worden. Ik krijg bijvoorbeeld heel veel scam mails op mijn diverse mailadressen. Daar was er laatst eentje afkomstig van een vriend die mij zogenaamd mailde dat hij in Kiev was beroofd en of ik hem kon helpen door wat geld over te maken. Daar ben ik niet ingetrapt, maar een kennis van me wel.
De verbeelding van de cybercrimineel
Dit toont maar aan dat de enige beperking voor cybercrime de verbeelding van de criminelen is. Het internet is een leuke speeltuin maar inmiddels is het veel meer dan dat. Daarmee is het ook veel gevaarlijker geworden. Ik durf zelfs te zeggen dat criminaliteit op straat afneemt, omdat de criminelen digitaal zijn gegaan. Ze doen hun werk comfortabel vanuit hun huis, achter het beeldscherm.
We leren kinderen wel dat ze bij het oversteken goed naar links en rechts moeten kijken en dat ze niet met vreemdelingen moeten praten of meegaan. Maar vreemd genoeg is er geen internetequivalent. Het probleem is dat mensen denken dat technologie te gecompliceerd is. Dat geldt voor gewone mensen én voor journalisten die moeten weten wat er speelt. Let wel: dit is niet per definitie een generatiekloof. Ouderen en jongeren deinzen terug voor de vermeende complexiteit van security. Daarnaast speelt er nog luiheid mee; we zijn gewend aan het gemak dat technologie ons brengt.
Makkelijke tips
Vraag jezelf af: ‘Moet ik echt alles over mezelf online vertellen?’ Want de achternaam van je moeder – een veelgebruikte controlevraag voor security en resets van accounts – is zó te achterhalen. De meeste mensen staan er niet bij stil hoeveel ze van zichzelf weggeven op internet. Ze schrikken als ze daarmee geconfronteerd worden, wat de Belgische financiële sector in 2012 al deed met een ‘waarzegger’ die zijn tent had opgezet op een plein in Brussel.
Maar beter nog is om de situatie om te draaien. Want als jij niet de meisjesnaam van je moeder of je geboorteplaats onthult, kan een ander dat zó doen. Gebruik geen gewone wachtwoorden, maar stap over op ‘wachtzinnen’: een stuk van je favoriete popsong of een passage uit je lievelingsboek. Wachtzinnen zijn moeilijker te kraken en beter door mensen te onthouden, zodat ze niet ergens worden opgeschreven of opgeslagen als geheugensteuntje.
Kinderjaren
En zo zijn er nog meer eenvoudige manieren waarmee iedereen zich op makkelijke wijze veiliger kan maken. Het is echt niet moeilijk, maar het moet wel! Vergeet niet dat het internet eigenlijk nog heel jong is. Ik denk dat we over vijftien of vijftig jaar terugkijken en verbijsterd zijn hoe ondoordacht en zorgeloos we online waren.