De implementatieagenda Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (i-NUP) is eind van het jaar afgerond. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toonde zich tijdens het slotevenement i-NUP en Operatie NUP tevreden over de resultaten van de afgelopen vier jaar.
Volgens de bewindsman is de basis voor een digitale infrastructuur gelegd, waarmee overheden nu zelf aan de slag kunnen om hun (digitale) dienstverlening te verbeteren. Uiterlijk eind 2017 moet er één digitaal loket zijn voor zowel burgers als bedrijven, van waaruit digitale zaken zijn af te handelen.
Minister Plasterk bedankte tijdens het i-NUP-slotevenement alle betrokkenen voor de resultaten van de afgelopen vier jaar. ‘Door hierin op te trekken als één overheid kunnen we mensen een betere service en meer gemak bieden. Blijf vooral samenwerken aan een betere dienstverlening.’
Onder regie van het ministerie van BZK hebben het Rijk, uitvoeringsorganisaties, gemeenten en leveranciers een basis voor een digitale infrastructuur gelegd, waarmee overheden hun dienstverlening kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld door gegevens beter met elkaar uit te wisselen en een digitale en veilige dienstverlening aan te bieden. Door i-NUP worden veel los van elkaar staande basisregistraties naar een samenwerkend stelsel gebracht.
Het programma i-NUP is opgevolgd door Digitaal 2017: de rijksbrede ambitie van een betere digitale dienstverlening voor burgers en bedrijven. Zo moet er uiterlijk eind 2017 één digitaal loket zijn voor zowel burgers als bedrijven, van waaruit digitale zaken (al dan niet via toeleiding) afgehandeld kunnen worden. Dit vraagt een samenhangende, meerjarige aanpak. De regie hierop is neergelegd bij de Digicommissaris (de Nationaal Commissaris Digitale Overheid). Daarvoor is Bas Eenhoorn per 1 augustus jongstleden aangesteld.
Naast het voeren van regie moet de Digicommissaris er ook voor zorgen dat meer overheidsorganisaties aansluiten op de infrastructuur en er meer gebruik van wordt gemaakt.