Het zijn drukke tijden bij de Dienst ICT Uitvoering (Dictu). Nadat medio september de formele ‘go’ is gegeven voor de realisatie van de Dictu-cloud, zijn de eerste opleveringen al in november en december. 'We liggen perfect op schema', merkt directeur Willem Zwalve tevreden op in het gesprek dat ik met hem heb gehad.
De transitie van een klassieke infrastructuur naar de cloud is niet alleen een technologische uitdaging, maar ook een majeure organisatieverandering met impact voor systemen en data, medewerkers en klanten, voegt Zwalve eraan toe. ‘Dit kan wel eens een game changer blijken te zijn. Eerder revolutie dan evolutie.’
De transitie naar de cloud moet resulteren in een betere dienstverlening. Tot de klanten van Dictu behoren het ministerie van Economische Zaken en alle daaronder ressorterende diensten, alsook een aantal diensten en agentschappen van andere onderdelen van het Rijk, met name op het gebied van registers en inspecties. Zij plukken straks de vruchten van een pay-per-use kostenmodel en het feit dat nieuwe diensten direct beschikbaar zijn, met een hoge continuïteitsgarantie. Ook ontstaat er een eenvoudig te bedienen dashboard waarmee self service mogelijk wordt.
Begin van de Rijkscloud
Met de transitie naar de cloud realiseert Dictu meer doelen, stelt Zwalve, zoals een nieuwe twin-infrastructuur en dat in combinatie met een relevante verlaging van de operationele kosten mede als gevolg van besparingen door geautomatiseerd beheer en minder energieverbruik. De systeem continuïteit is vrijwel maximaal gewaarborgd: ‘We gaan 24/7 draaien met een beschikbaarheid van 99,95 procent en vier onderhoudsmomenten per jaar, ergo: een minimale downtime. Bovendien is er sprake van een snellere beschikbaarheid vanwege het infrastructure as a service model.’ Zwalve lacht: ‘We zijn in feite de automatisering aan het automatiseren.’
Hij voegt eraan toe dat bewust is gekozen voor een private cloud, ‘want kwetsbare data willen we als overheid graag in eigen bezit hebben en houden. Waarbij ik wil aantekenen dat de security zeer geavanceerd is.’ Dat is mede om toekomstige koppelingen naar andere cloud omgevingen mogelijk te maken, zoals bijvoorbeeld naar de andere drie overheidsdatacenters (ODC’s). Dictu start met de inrichting van de cloud in het ODC-Noord. In relatie tot dat laatste stelt Zwalve dat het de bedoeling is dat de Dictu-cloud integraal onderdeel wordt van de Rijkscloud die samen met de andere partijen wordt gerealiseerd. ‘Vanaf Q1-2015 verwacht ik dat we full swing gaan met de Dictu-cloud, een volgende stap is verbinding maken met de andere drie ODC’s.’
‘Deze stap wordt door onze Rijkscollega’s met grote interesse gevolgd, net zoals wij hun stappen volgen overigens. Logisch, want je wilt leren van elkaar. Je bent samen op zoek naar de beste weg voorwaarts. En trouwens: als je een Rijkscloud wilt creëren over vier datacentra heen, dan moet je wel met elkaar in gesprek. Het is een boeiend onderwerp, iedereen ziet de voordelen.’
Toekomstperspectief
Terug naar de Dictu-cloud: ‘In 2015 zullen wij een aantal stevige stappen zetten en dan in 2016 afronden. Dan draait minimaal 65 procent van het totale aantal applicaties in de cloud en mogelijk zelfs 90 procent, dus ja: het gaat hard. Overigens: dit is geen kwestie van een big bang, maar eerder van de weg der geleidelijkheid. Zo’n proces kost gewoon een paar jaar.’
Het gaat om de migratie van duizenden applicaties – van groot tot klein – met een behoorlijke impact voor de gebruikersorganisatie, de infradivisie zelf en het applicatiebeheer, vult Zwalve aan. ‘En dit proces gaat niet alleen over technologie, het betreft een majeure organisatieverandering met veel impact voor het werk van de betrokkenen. Wij staan dan ook voor een stevige opleidingsinspanning. Een eigenschap van de nieuwe cloud-infrastructuur en het nieuwe applicatielandschap is dat het geïntegreerd is. Dat vereist multidisciplinaire in plaats van monodisciplinaire kennis in het beheer van de technische infrastructuur. We gaan ook met elkaar naar een hogere volwassenheid in beheer, ‘a higher level in maturity’ zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen. We hebben met zo’n honderd medewerkers gesprekken gevoerd over waar ze staan qua kennis en waar ze kunnen en moeten bijleren. Dat is best wel ingrijpend, maar iedereen is enthousiast over het toekomstperspectief.”
Ambitie
In dat toekomstperspectief zullen alle vier ODC’s overgaan naar cloudtechnologie, is de overtuiging van Zwalve. Hij zegt dat de partners goed en efficiënt bezig zijn om met elkaar de ambitie van de Rijkscloud te realiseren. ‘Het komt steeds meer binnen bereik. Maar daarbij verschilt het tempo individueel enigszins, bijvoorbeeld omdat je gedane investeringen in het verleden regulier wilt afschrijven. Dat het voordelen heeft als je elkaars capaciteit kunt gebruiken, daarover is iedereen het eens. Het begin is er, we kunnen nu doorbouwen met elkaar.’
Dit expertverslag is ook te lezen in GOV magazine nummer 7.
Aanbesteding en infrastructuur
De aanbesteding van de Dictu-cloud heeft plaatsgehad op basis van best value procurement (prestatie inkoop). “De onderliggende business case is gebaseerd op snelheid: hoe sneller live, hoe sneller de applicaties kunnen draaien. Atos heeft getekend voor die business case. Dat is een win/win voor onze organisatie en onze klanten en een mooie showcase voor Atos”, aldus Dictu-directeur Willem Zwalve.
Qua technologie is gekozen voor een stack-georiënteerde infrastructuur van Oracle Exadata en de Flexpod van Cisco en NetApp . BMC Software levert de software rondom cloud management en end-2-end monitoring met daarbij een dashboard.
Te grote project, Te ambitus, Te hoge investering, Te lange doorlooptijden en nog meer Te….
Als we naar de overheidsprojecten in het verleden kijken die mislukt zijn dan zien we juist deze (Te) ingrediënten terug!
Ik hoop dat deze mooie showcase voor Atos later geen uitdaging voor Atos in de media gaat worden.
Wie weet, misschien loopt het deze keer goed af (cross the fingers).
Ik neem aan dat het hier gaat om een private cloud? Dan is het verschil met een eigen rekencentrum toch niet zo heel erg opzienbarend? Ik krijg er een beetje een oude wijn in nieuwe zakken gevoel bij. Volgens mij is dit gewoon het aloude RCC.
Als eerste moet van mijn hart dat artikelen van marketingafdeling Atos als een expertverslag gepubliceerd worden enige irritatie opwekt, het toiletpapier aan twee kanten gebruiken is heel duurzaam maar de bullshit druipt er telkens vanaf.
Neem bijvoorbeeld dit verhaal waarop nog wat af te dingen valt, stellen dat applicatielandschap met de cloud infrastructuur geïntegreerd is doet vermoeden dat er flinke ‘lockdowns’ in oplossing zit waardoor principe van ‘loosely coupled storage, network and processing’ geweld aangedaan wordt. Hetzelfde lijkt te gelden voor opmerking aangaande reguliere afschrijving, lees de technische veroudering versus de economische afschrijving die geweld doet aan de elasticiteit van kosten. En grote investeringen in kennisvergaring aangaande bepaalde proprietary technologie is evengoed een ‘lockdown’ zoals ik reeds aangaf in opinie ‘ICT is een nationaal belang’ met de metafoor van organisatorische olifantenpaadjes.
Maar het meest stuitende in dit verhaal is de opmerking dat er majeure organisatieverandering nodig is, de algemene conclusie hierover hoef ik hopelijk niet te herhalen. Het hele marketingverhaal ademt dan ook de boodschap: “WE MOETEN EN ZULLEN IN DE CLOUD!” terwijl de voordelen daarvan helemaal nog niet duidelijk zijn. Gezien verwachting dat er uiteindelijk maar tussen de 65% en 90% van de applicaties gebruik zal maken van de cloud gaan de kosten weer eens flink voor de baten uit.