Ict-dienstverlener SLTN Inter Acces heeft een digitale beveiligingstool ontwikkelt die scholieren moet beschermen tegen online pesten, poging tot online kindermisbruik, het verspreiden van expliciete foto´s, bezoek aan ongepaste websites en allerlei criminele activiteiten op internet. Om cyberpesten aan te pakken heeft SLTN-oprichter Eugene Tuijnman stichting Importunus opgericht. Die organisatie probeert scholen te helpen om cyberpesten en cyberincidenten aan te pakken.
De software controleert het netwerkverkeer onder andere op informatie over online pesten, online grooming, kindermisbruik, expliciete afbeeldingen, depressief of suïcidaal gedrag, discriminatie en gebruik van of handel drugs of wapens. Ook pogingen om de proxyserver van de school te omzeilen om zo verboden of afgeschermde sites te bezoeken worden gedetecteerd.
Bij verdachte activiteiten die erop wijzen dat een kind digitaal ongepast benaderd wordt of zelf het protocol cyberpesten of regels overtreedt, wordt een melding verstuurd aan de vertrouwenspersoon van de school. Die krijgt de meldingen binnen met screenshots van een incident. De vertrouwenspersoon is de enige die de informatie te zien krijgt.
Volgens stichting Importunus voldoet de dienst aan de hoogste compliancy en beveiligingsnormen. Vertrouwenspersonen die na een incident aankloppen bij de stichting krijgen hulp of worden doorverwezen naar de juiste instanties, vertelt stichting-directeur Pauline van Dulken.
Pilot
Ze wijst erop dat zowel het inkomende als het uitgaande verkeer van het schoolnetwerk wordt gemonitord. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld proberen om de tool te omzeilen door apparatuur te gebruiken die niet verbonden is met het schoolnetwerk. ‘Maar ergens komen die bestanden toch ook weer het netwerk binnen. Bijvoorbeeld als berichten gedeeld worden via het netwerk van de school of een leerling ze ophaalt via een apparaat dat wel verbonden is met het netwerk.’ Van Dulken vertelt dat ouders eventueel ook thuis een licentie kunnen afnemen van de webdienst.
Sponsoren
Uit onderzoeken van Digibewust komt naar voren dat digitaal pesten het meeste voorkomt bij leerlingen tussen de 8 en 16 jaar. Het is niet alleen het schelden via Whatsapp, Twitter of Facebook. Maar ook het publiceren van iemands gegevens op een zogenoemde ‘ik haat’-site. Volgens Van Dulken realiseren kinderen en jonge adolescenten zich vaak niet wat de impact kan zijn van hun digitaal ongewenste gedrag.Volgens de stichting wordt de roep om ongewenst digitaal gedrag aan te pakken steeds groter.