Softwarefouten leiden jaarlijks tot 1,6 miljard euro schade aan productiviteit- en omzetverliezen. In de publieke sector is er sprake van twee keer meer werkonderbrekingen door softwarefalen dan in de private sector. Dat blijkt uit een nationaal onderzoek onder 150 it-beslissers van grootzakelijke organisaties en meer dan driehonderd consumenten dat onderzoeksbureau Pb7 heeft uitgevoerd in opdracht van it-dienstverlener Sogeti.
Een op de vijf burgers heeft in de afgelopen twaalf maanden afgezien van een hulp- of zorgvraag aan gemeente of zorgverlener, omdat de overheidssoftware op internet niet goed werkte. Met de creditcard in de hand kiest een op de drie consumenten na een foutmelding in de internetwinkel alsnog voor een andere leverancier.
Berekening
Sogeti pleit voor actieve betrokkenheid van softwaregebruikers bij de ontwikkeling van (mobiele) applicaties. De it-dienstverlener heeft onderzoek laten doen naar de kwaliteit van software en in hoeverre gebruikers al dan niet betrokken worden in het proces van softwareontwikkeling. Het schadebedrag van 1,6 miljard euro is berekend op basis van het aantal uren dat het werk stil lag als gevolg van softwarefouten, vermenigvuldigd met de toegevoegde waarde die normaal gesproken zou zijn gerealiseerd tijdens deze ongeplande werkonderbrekingen.
Volgens het Pb7-onderzoek laten de gevolgen van softwarefalen zich niet alleen uitdrukken in de kosten van storingen. Bijna een derde van de respondenten heeft minimaal eens in het afgelopen jaar een product uiteindelijk bij een concurrent gekocht. Dat komt neer op een verschuiving van 514 miljoen euro aan omzet, ofwel 4,85 procent van de totale online bestedingen in ons land.
Weggegooid geld
In de publieke sector zijn de maatschappelijke gevolgen van ondeugdelijke software aanzienlijk. Van alle burgers heeft 22 procent het afgelopen jaar een online overheidsformulier proberen in te vullen, maar gaf dat uiteindelijk op omdat hij of zij er niet uitkwam. Een op de vijf respondenten heeft daardoor zelfs helemaal afgezien van de hulp- of zorgvraag. Het onderzoek wijst verder uit dat een derde van de opgeleverde applicaties uiteindelijk niet of in beperkte mate in gebruik is genomen. De onderzoekers hebben op basis daarvan berekend dat een kwart van alle uitgaven aan softwareontwikkeling weggegooid geld is.
‘Een belangrijke oorzaak van het softwarefalen is de minimale betrokkenheid van de gebruiker in het proces van softwareontwikkeling’, zegt Marco van den Brink, directeur Testing & Quality Control bij Sogeti. ‘Uit het onderzoek blijkt ook dat slechts 9 procent van de organisaties nauw samenwerken met toekomstige gebruikers bij de ontwikkeling van software. Waar it voorheen slechts gebruikt werd om je werk goed te doen, is technologie nu volledig onderdeel van ons dagelijks leven. We bankieren via de app, winkelen op internet en doen een beroep op de gemeente of zorginstelling via een digitale service. Dat betekent dat we meer dan ooit sneller en beter tegemoet moeten komen aan de wensen van de veeleisende consument die multi-screen via pc, laptop of smartphone werkt. Deze ontwikkeling heeft grote invloed op de manier van software bouwen en testen. Hoe dan ook zullen we softwaregebruikers, zowel consumenten, burgers als werknemers, hierbij direct moeten betrekken.’
De publieke sector maakt gebruik van tussenpersonen in de vorm van overkoepelende organisaties die de eindgebruikers moeten vertegenwoordigen. In het politieke krachtenveld en onder tijd- en gelddruk komt de projectleider of manager er gemakkelijk onderuit om een ontwerp of acceptatietest af te laten tikken door een “vertegenwoordiger”. Het wordt te lastig en tijdrovend gevonden om de burger er bij te betrekken of het wordt zelfs helemaal niet eens bedacht. De vaste vertegenwoordigers van de diverse overheidsonderdelen zijn soms “vergroeid” met de ICT ontwikkelaars en zijn geen goede representanten van de doelgroep. Misschien is dit een mogelijke verklaring voor de onbruikbare applicaties die worden opgeleverd?
Da’s jaarlijks een flink budget om (al was het maar gedeeltelijk) te investeren in werkzoekende ICT’ers (jong en oud!) die er (mede) voor kunnen zorgen dat de software wel deugt. En daarmee wordt dan een groot deel van de IT werkloosheid opgelost
Wij van WC-eend….?
Dat softwarefalen leidt tot klant- en productiviteitsverlies is niet te ontkennen maar ik heb toch wel enige vragen bij kwantitatieve onderbouwing. Met name bij publieke sector welke geen verlies aan klanten kent en waar schade van ongeplande werkonderbrekingen me enigszins overdreven lijkt:
“Van alle burgers heeft 22 procent het afgelopen jaar een online overheidsformulier proberen in te vullen, maar gaf dat uiteindelijk op omdat hij of zij er niet uitkwam.”
Aangezien vanaf 1 september 2007 alle nieuwe formulieren taaltechnisch begrijpelijk moeten zijn en hiervoor zelfs al richtlijnen zijn opgesteld vraag ik me af wat dit nu precies te maken heeft met software bouwen en multiscreen ontwikkelingen. Zo heeft de Raad van Europa een ‘meetlat’ opsteld aangaande de begrijpelijkheid die loopt van A1, het laagste niveau tot het hoogste niveau C2. In proces van formulier downloaden, invullen en terugsturen via e-mail lijkt me weinig mis te kunnen gaan hoewel Sogeti daar anders over denkt en het onnodig complex wil maken.
“Een op de vijf respondenten heeft daardoor zelfs helemaal afgezien van de hulp- of zorgvraag.”
En dat is dan mooi een besparing van 20% op zorgkosten of was dat niet zo bedoelt als requirement?
@Kurt
Sociaal darwinisme in de 21e eeuw?
Bij bedrijven is het simpel. Als je daar de spullen niet goed op orde hebt dan ben je een klant kwijt. Maar zelfs de onfeilbaar gewaande banken zijn niet onbekend met storingen tegenwoordig.
Wat overheid betreft ben je mooi klaar als je tegen een fout oploopt. Daar kun je niet naar een concurrent gaan. En bij akkefietjes zoals een storing bij het UWV kan het zelfs consequenties voor je financiële situatie hebben.
Het is zinvol om te stoppen met 3e-wereld-sof(!)ware te laten bakken in India of ook onshore, want de hier bekende methoden en technieken zoals JSP en VSP zijn daar volledig onbekend oftewel gestructureerd ontwerp is daar niet aanwezig. Daarnaast valt hinderlijk op dat sinds veel werk in het verre wordt uitbesteed en hier in Nederland weinig tot niets aan een nieuwe lichting wordt gedaan, er ongelooflijk veel meer uitval is. De simpele oplossing is back to the roots. Niet alleen door het bedrijfsleven, maar liever ook op voldoende niveau in de daarvoor geschikte opleidingen. Helaas geldt “hij die kan doet, hij die niet kan onderwijst”, hetgeen ook in het verleden het accent van de opleidingen noodgedwongen bij het bedrijfsleven neerlegde. Het is zinvol dat de overheid het betere voorbeeld gaat geven. Niet meer een allegaartje aan mensen in dienst nemen die elders geen succes hadden, maar een eigen
A(rchitectuur)-Team
neerzetten met een aardig budget dat Nederland breed gestructureerd werken en de ontwikkeling van herbruikbare software subsidieert, iets dat bij een gerenommeerde Zwitserse verzekeraar tot groot succes leidde, uiteraard bemensd door kanjers die in het bedrijfsleven hun meerwaarde bewezen hebben. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Nederland Beleggen oftewel het project NedBel. De insiders weten dan wel wie de minister cq staatssecretaris van ICT zou moeten worden die orde op zaken kan stellen.
Maar ja, ook voor de beslissers van Nederland geldt iets soortgelijks als “hij die kan doet….” dus het zal wel sukkelen blijven. Helaas.