In de basis zijn supply chain-processen vrij eenvoudig. Er is klant die een order plaatst, het product wordt gekocht of gemaakt en naar het distributiecentrum gebracht en vanuit deze locatie wordt het product verzonden naar de klant. De financiële afdeling handelt tegelijkertijd het facturatieproces verder af. Wat is hier nu complex aan?
Toch zijn er maar weinig bedrijven te vinden bij wie de processen zo eenvoudig zijn. Er zijn niet één, maar meerdere distributiecentra, je werkt met subcontractors, er zijn natuurlijk first tier en second tier suppliers en er wordt samengewerkt met logistics service providers. Tel daar de nodige fluctuaties in de afzet van producten en de diverse veranderingen in de markt bij op en de complexiteit van processen giert al snel de pan uit. En zelfs in dat kluwen zijn er mensen te vinden die denken dat dergelijke supply chain-processen te managen zijn.
Er zijn twee zekerheden in de supply chain-wereld: ‘processen zijn complex’en ‘onzekerheid is onderdeel van het vak’. Opvallend is dat veel bedrijven niet stilstaan bij waarom processen zo complex zijn, waardoor zij vaak niet in staat zijn om er iets aan te doen. Om procescomplexiteit te reduceren of het effect ervan te verminderen moet er zowel naar organisatie van processen als naar it-ondersteuning worden gekeken.
Wat zijn de uitdagingen?
Vanuit het organisatorische perspectief is de grootste tekortkoming dat medewerkers niet geneigd zijn om breder te kijken dan hun eigen belangen en verantwoordelijkheden… het beruchte silo-gedrag. Sinds begin jaren zeventig zijn er complete wouden gekapt om het papier te leveren voor de rapporten over de noodzaak om ‘functionele silo’s’ weg te nemen. Die silo’s zijn er nog altijd. Het blijft lastig om inkoop, productie en verkoop op één lijn te krijgen.
Complexiteit kan je alleen maar reduceren door processen te vereenvoudigen (minder schakels in de keten, minder activiteiten per schakel en/of minder spelers per activiteit). Als vereenvoudigen niet kan, dan rest je de mogelijkheid om te ‘bufferen’ om de onzekerheid op te vangen. Zo kan je een beredeneerde veiligheidsvoorraad neerleggen van producten die een grote impact hebben op het productieproces of op de beoordeling door de klant of je kunt enige overcapaciteit aanhouden om te reageren op onverwachte vraag. De interne afstemming verbeteren wil ook helpen en het inzetten van informatiesystemen speelt daar een belangrijke rol.
Een voorwaarde is wel dat een medewerker eenvoudig en in zijn eigen jargon de gewenste analyses kan doen om zijn werk met dit inzicht beter uit te kunnen voeren, zonder dat hij zich in het hele supply chain-proces hoeft te verdiepen.
Stevige stress
Zo´n informatiesysteem moet de complexiteit aan het oog van de gebruiker onttrekken en dat is niet zonder belang. Door de relatief korte reactie- en beslissingstermijnen en de hectiek staan supply chain-medewerkers onder stevige stress. Neuroscientist Andy Habermacher maakt duidelijk dat mensen die onder hoge stress staan nauwelijks in staat zijn om om te gaan met complexiteit. Dit maakt het onder druk nemen van weloverwogen beslissingen vrijwel onmogelijk. Tegelijkertijd wordt van ons verwacht dat we op ieder willekeurig moment de juiste beslissingen nemen, beslissingen die samen bepalen hoe succesvol de organisatie uiteindelijk als geheel is.
Organisaties kunnen dit effect van ‘complexiteit x stress’ niet blijven negeren en kunnen het beste zo snel mogelijk werk maken van het reduceren of slim verbergen van de procescomplexiteit… voordat we de controle volledig verliezen.
Jacques Adriaansen, medeoprichter Every Angle en directeur Every Angle Academy
Dit artikel is voer voor filosofen; dat zal wel de reden zijn dat reacties tot nu toe zijn uitgebleven.
Het doet mij deugd dat het denken in processen ook binnen dit soort opiniestukken steeds problematischer begint te worden.
Want ook hier worden de nadelen van het procesdenken weer breed uitgemeten:
– er zijn maar weinig bedrijven te vinden waar processen eenvoudig zijn;
– de complexiteit van processen giert al snel de pan uit;
– “processen zijn complex” is één van de zekerheden in de supply-chain wereld’; enz.
De probleemstelling is duidelijk; de oplossingsrichting schiet ruimschoots tekort.
De stelling dat complexiteit alleen gereduceerd kan worden door processen te vereenvoudigen is onjuist; complexiteit reduceer je eerst en vooral door een alternatief voor het procesdenken te formuleren.
Zo’n alternatief is al eens op zeer toegankelijke wijze geformuleerd door emiritus-hoogleraar M. Verhelst in een snel op internet terug te vinden document “De vaste waarden van de systeemontwikkeling” (PDF, 39 blz). Op blz. 6 wordt onder paragraaf 3.1 de voorkeur gegeven aan ruimtelijk denken boven sequentieel denken.
Een alternatief voor het sequentiële procesdenken is dus: ruimtelijk denken!
Procesdenken is inherent complexiteitsverhogend;
Ruimtelijk denken is inherent complexiteitsverlagend.
@Jack
Wat ik geleerd heb over filosofie is dat het onmogelijke bezigheid is op een lege maag.
Het zal duidelijk zijn dat ik je verhaal aangaande het ruimtelijk denken dus onrealistisch vind, met name als het de supply chain betreft. Als je geen voer hebt dan wordt je in het ruimtelijk denken namelijk beperkt door die holle ruimte in de buikholte.
Vanuit mijn studie Logistiek Management, van oorsprong een krijgskunst herken ik wel een aantal punten die door auteur aangehaald worden. Zoals de ‘ijzeren voorraad’ in 24-uurs gevechtsratsoen wanneer de keuken in de achterhoede nog niet operationeel is.
De vraag die ik heb is of de complexiteit die ervaren wordt in processen gewoon niet het gevolg is van cijferfetisjisme. Aangaande ‘weloverwogen beslissingen’ krijg ik weleens de indruk dat een aquarium met octopus betere prognoses geeft.
Dit alles zijn natuurlijk maar filosofische overwegingen;-)
Jack, door jou heb ik dit goede artikel nu ook gelezen en qua reactie kan ik me goed vinden in wat Ewout schrijft.
Wat betreft pagina 6 op de door jou aangehaalde PDF: De vergelijking die de schrijver aanhaald is in mijn ogen slecht. Hij schrijft dat code sequentieel geschreven wordt; eerst dit, dan dat. Daarna zegt hij dat als een architect in die volgorde zijn gebouw zou tekenen dit volledig fout zou zijn; je moet immers eerst weten waarvoor een gebouw gebruikt gaat worden. De analogie is echter zeer slecht gekozen en ik zal zeggen waarom. Hij haalt namelijk het bouwen en het ontwerpen totaal door elkaar. Want als hij de analogie nu zou vertalen naar de bouwers van het gebouw…. dan zie je dat daar ook eerst het fundament gelegd wordt alvorens men een verdieping plaatst.
Aangezien jij jouw premisse op een verkeerd uitgangspunt baseert, dan kan wat daaruit voortkomt ook niet kloppen!
Omdat maar direct te vertalen naar dit artikel: Ruimtelijk denken als abstractie is leuk voor de strategie en ontwerp -noem het architectuur-, maar als je dit als vervanger ziet van het procesdenken, dan maak je dezelfde fout als de schrijver van die PDF, Maurice Verhelst. Je hebt namelijk beide nodig om tot een werkend systeem te komen.
Het ruimtelijk denken is dus *geen* vervanger van het sequentiële procesdenken.
En als je dan toch van de verdieping bent: Nu zijn er meerdere stromingen en programmeertalen in programmeursland. Imperatieve programmeertalen zoals C#, Java en declaratieve programmeertalen zoals SQL en Prolog. Nu zal de gevorderde database programmeur of neuraal netwerk gebied zeggen dat declaratieve programmeertalen veel beter, sneller, puurder en effectiever zijn, maar ook dat is maar een halve waarheid. Ze hebben beide hun toepassing.
Leuk dat je een beetje in de architectuur bevind, maar met architectuur maak je geen gebouwen of realiseer je geen logistieke bedrijven. Ze hebben daar wel een (vaak belangrijke) plaats, maar het is slechts een plaats. The map is not the territory…..
Jack, nu we er toch zijn, uit het stuk jouw gevonden en zo geliefde beslissingstabellen
3.6 Beslissingstabellen
De techniek Van de beslissingstabellen is een der oudste en helaas, veel te weining gebruikte technieken in de informatica. De techniek werd oorspronkelijk uitgevonden in 1959 [7], heeft opgang gemaakt in de zestiger en de zeventiger jaren van de Vorige eeuw, is ondertussen al verschillende keren “heruitgevonden” en is in de loop der tijden in onbruik geraakt, althans bij het ontwerp van informatiesystemen. Ten onrechte.
Gedurende de laatste jaar komen beslissingstabellen terug op de Voorgrond (en worden ze ook soms nog ‘heruitgevonden’) bij het ontwerp van KBS (kennis- gebaseerde systemen).
Wij zijn van mening dat de techniek der beslissingtabellen behoort bij de fundamentele onveranderlijke werktuigen doorheen alle veranderingen in de informatica. Een omvangrijker gebruik van beslissingstabellen zou veel ellende kunnen vermijden.
– – – – –
Dit is evolutie in zijn puurste vorm. Als iets er meerdere keren is geweest en steeds weer in onbruik raakt. Wat zegt dat dan? Blijkbaar werkt het niet of is het te lastig om toe te passen. Dus leuk dat iets “puurder” of “beter” is in theorie, op een gegeven moment moet je accepteren dat het dus niet beter is in de praktijk; anders zou iedereen het toepassen.
En dat sluit filosofisch weer perfect aan bij Ewout zijn quote: “Wat ik geleerd heb over filosofie is dat het onmogelijke bezigheid is op een lege maag.”
Ewout, Henri: Dank voor jullie mooie reacties; daar ga ik dit weekend even goed voor zitten!
Ewout, Henri,
Het is nog maar de vraag of Verhelst heeft beseft dat hij met het onderscheid tussen sequentieel denken en ruimtelijk denken een centraal thema in het denken van de Duitse filosoof Heidegger heeft geformuleerd.
In een commentaar bij de Nederlandse vertaling van het opstel “De techniek en de ommekeer”, 1973 (oorspr. Die Techniek und die Kehre, 1962) formuleert prof. Berghs dit onderscheid als volgt (blz. 75):
“M.H. (Martin Heidegger), die zelf een veelvoud van denkwijzen gebruikt, onderscheidt enerzijds het technische (voorstellende, berekenende, plannende, verklarende, rationele, beheersende) denken en anderzijds het wezenlijke (oorspronkelijke, aanvankelijke, zich verwonderende,gehoorzame, aandenkende, vernemende) denken. “
En in een eerdere reactie alhier heb ik dit onderscheid ook al eens geformuleerd:
rechnend Denken: wetenschappelijk denken, technisch denken, formeel denken, voorstellend denken, logisch denken, exact denken, macht, status, controle, etc, etc
versus
besinnliches Nachdenken (filosofisch denken, zijnsdenken, architecturaal denken, eigenlijk denken, oorspronkelijk denken, meditatief denken, innovatief denken, Europees denken, etc, etc..
Met jullie afwijzing van ruimtelijk denken weet ik nu hoe jullie tegenover filosofie staan 🙂
@Henri,
Wat je tweede reactie betreft:
waarom vond ik vorige week een mailtje in mijn Postvak met de titel:
Create Decision Tables for the Business …Technology-Independent!
Neemt de evolutie toch weer een andere wending? 🙂
@Jack
De aanname is de vader van de filosofie, de twijfel de moeder;-)
Je uitleg zegt me nog steeds weinig aangezien je refereert aan het denken zelf waar ik nooit mee gestopt ben ondanks alle gemakken van de ICT. Nu noem ik dat geen filosofie maar gewoon nieuwsgierigheid omdat ik eerst wil begrijpen en dan pas handelen. Zeg maar tweemaal meten en één keer zagen want in je betoog over ruimtelijk denken heb ik meer vertrouwen in de timmerman om een huis te bouwen dan een filosoof.
Jack,
Ik denk dat ik mijn vinger erachter heb waar het in mijn ogen mis gaat in de communicatie.
Een architect moet ruimtelijk denken, een ontwikkelaar moet sequentiële procesdenken. Ruimtelijk denken produceert niets, het schept eend kader waarin je kan procesdenken.
Of anders gezegd: Beslissingstabellen zijn geen vervanger voor procesdenken. Ze hebben ieder een functie.
Ik gebruik ook beslissingstabellen, vooral op het gebied van machine learning, of eigenlijk waar er geen gebruikers zijn.
Het feit dat je een e-mail krijgt die zicht rept over decision tables (logisch, gezien je interesses) zeggen niets over de populariteit daarvan.
Als ik veel beveiligingse-mails van mijn bank in de SPAM krijg, zegt dat niets over de veiligheid bij banken 🙂
Ewout,
De reden dat je niet openstaat voor ruimtelijk denken geef je in je korte, veelzeggende reactie precies aan: je bent inderdaad nooit gestopt met denken; technisch denken wel te verstaan.
Maar terecht merk je op dat ik in voorgaande reacties steeds refereer aan het denken; dit moet inderdaad zijn: denken & handelen. Een scheiding tussen denken (de know) en handelen (de flow) valt tegenwoordig toch al niet meer te verkopen.
Als je in een eerdere reactie heel fraai stelt:
“Als je geen voer hebt dan wordt je in het ruimtelijk denken namelijk beperkt door die holle ruimte in de buikholte”,
dan ben ik dat volledig met je eens; ik vraag mij wel af welk punt je hiermee wilt maken.
Wat ik in je reactie proef is:
Je kunt de controle pas loslaten (wat voor ruimtelijk denken/filosofische verdieping inderdaad noodzakelijk is) als je de materiële bestaansvoorwaarden (voedsel, water, onderdak, etc. ) onder controle hebt.
Het is duidelijk dat de onvermijdelijke A. Maslow met zijn behoeftenpiramide hier weer eens om de hoek komt kijken 🙂
Het idee achter de behoeftenpiramide van Maslow is mijns inziens: hoe meer lagere fundamentele behoeften (zoals voedsel, water, onderdak, etc.) zijn veiliggesteld, hoe meer een individu zich kan ontwikkelen richting een *verruimd* bewustzijn, inclusief de mogelijkheden tot ruimtelijk denken.
Geen voedsel hebben leidt dus inderdaad tot een *beperkt, verengd* ruimtelijk denken en handelen!
Als voedsel echter een veiliggestelde behoefte is – een toestand van overvloed ipv. schaarste – dan houdt een mens veel tijd en energie over voor andere zaken.
Maar veiliggesteld hebben is niet hetzelfde als onder controle hebben!
Controle leidt tot een verengd bewustzijn (Ego); veiliggestelde behoeften kun je volledig loslaten (gaan min of meer van zelf).
Wat betreft “overvloed versus schaarste” wordt het nu toch tijd om Maslow te citeren in zijn prachtige “Psychologie van het menselijk zijn”, blz. 39:
“Erich Fromm (noot 50) heeft een interessante en belangrijke poging gedaan hogere genietingen te onderscheiden van lagere, zoals zoveel anderen voor hem. Dit is absoluut noodzakelijk, ten einde de subjectieve, ethische relativiteit te doorbreken, en een eerste vereiste voor een wetenschappelijke waardentheorie. Hij maakt een onderscheid tussen schaarstegenot en overvloedgenot, tussen het “lagere” genot van verzadiging van een behoefte en het “hogere” genot van productie, schepping en groei van inzicht.” Noot 50: Fromm, E, Man for himself, 1949 (Ned. vert. De zelfstandige mens).
Opvallend overigens dat je niet wilt spreken van filosofie maar van nieuwsgierigheid. Laat nieuwsgierigheid nu juist één van de kenmerken zijn die Heidegger toedicht aan de massamens (het “Men”) die in zijn alledaags bestaan louter wil omgaan met dingen en niet wil nadenken over een eigenlijke bestaanswijze (Zijn en Tijd, paragraaf 36, blz. 222).
Henri,
Boeiende opmerkingen die je maakt over ontwerpen versus bouwen!
Nu blijft het een feit dat fysieke objecten, zoals gebouwen, vliegtuigen, schepen, etc. eerst volledig ontworpen moeten worden; gaandeweg de bouw kun je het ontwerp niet zomaar wijzigen.
Bedrijfsapplicaties daarentegen kun je beter niet vooraf volledig ontwerpen, maar moeten dus gaandeweg verder ontworpen en uitgebouwd worden.
@Jack
De fysiologische behoefte (Maslow) komen voor de psyschische, op een lege maag kan een leger nu eenmaal niet marcheren en als de veiligheid bedreigd wordt dan komen primaire reacties naar boven en hetzelfde geldt ook voor het denken zelf. Je kunt buiten de gestelde kaders gaan filosoferen maar dan krijg je een soort van ruimtelijke denken dat veel weg heeft van M.C. Escher tekeningen. Als het te mooi is om waar te zijn slaat de twijfel nu eenmaal toe en dat heb ik nog steeds met jouw betoog.
Aangaande je laatste zin komt de vraag naar boven wat er nu eerst is, het bedrijf of de applicatie?
Betreffende je betoog aangaande het weglaten van controle aangaande de veiliggestelde behoeften kunnen we stellen dat het principe van ‘laisser faire’ niet werkt als ik even filosofisch kijk naar de problematiek die niet alleen de overheid heeft aangaande het onderwerp ICT. Tenminste als we het hebben over het economisch denken waar informatie als vierde productiefactor gezien wordt en ik dus weer terugkom op de nieuwsgierigheid.
Nieuwe trends als Big Data, Open Data en Internet of Things gaan weliswaar om ‘over schaduwen heen springen’ en sommigen zien de nieuwsgierigheid hier als vijfde productiefactor maar juist hier zijn filosofen nog weleens sceptisch als het menselijk zijn uiteindelijk niet meer is dan een ordinaire economische ruilhandel. Sommige politici doen de lagere behoeften af als onderbuik gevoelens maar deze leven al zolang in een droomwereld dat ik me afvraag of ze nog wel van deze wereld zijn.