In de it-sector is sprake van een groeiende kloof tussen twee kernbenaderingen: de een stelt dat de toekomst van netwerken ligt in openheid, de ander is ervan overtuigd dat een merkgebonden, gesloten aanpak het beste is voor de toekomst.
Veel lezers zullen nu voor zichzelf zeggen: ‘Dit is een oude discussie die toch allang is opgelost? We zijn het er toch al tijden over eens dat open standaarden de voorkeur hebben?’ Dat klopt. Klanten willen inderdaad openheid. Leveranciers erkennen die voorkeur en hebben zich bijvoorbeeld aangesloten bij community’s die open standaarden propageren. Er is geen enkele leverancier meer, die nu nog durft te zeggen dat een gesloten, merkgebonden aanpak de beste papieren heeft. Er is evenwel een andere spanning: die tussen volledige openheid en uitwisselbaarheid enerzijds, en naar buiten toe open, maar van binnen nog gesloten anderzijds.
In essentie gaat de open benadering uit van de gedachte dat klanten zelf de vrije keus moeten hebben in het bepalen van de oplossingen die zij nodig hebben. Op die manier kunnen zij hun infrastructuur in lijn brengen met hun zakelijke eisen, ongeacht de leverancier. Echter, wil deze best of breed-benadering echt werken, dan is het niet voldoende dat oplossingen gebaseerd zijn op open standaarden. Zij moeten ook maximaal interoperabel zijn. Alleen dan kan een klant de specifieke producten en componenten gebruiken, die hij in de loop van de tijd nodig heeft.
Aan de andere kant van het spectrum vind je de open, maar toch gesloten, merkgebonden benadering die een klant dwingt gebruik te maken van de producten van een en dezelfde aanbieder. De pleitbezorgers van deze aanpak zullen wijzen op de voordelen hiervan, bijvoorbeeld op het gebied van interoperabiliteit. Nu echter de eisen aan infrastructuren steeds strenger worden en er steeds meer sprake is van innovaties, is deze ‘locked-in’-benadering te beschouwen als gedateerd en restrictief in plaats van efficiënt.
De open, interoperabele benadering is wat mij betreft de beste optie. Ik ben ervan overtuigd dat de flexibiliteit en keus die deze aanpak met zich meebrengt, klanten de beste opties bieden. Klanten hebben allemaal hun unieke en complexe eisen en willen hun infrastructuur daaraan kunnen aanpassen. Met de opkomst van software defined networking (sdn) neemt het belang van openheid alleen nog maar toe. De toenemende complexiteit van netwerken en het groeiende gebruik van virtualisatie betekenen dat het niet langer raadzaam is om te vertrouwen op één leverancier.
Er zijn op dit moment al open en modulaire platformen beschikbaar die cloud- en telecommunicatieserviceproviders meer keus en flexibiliteit bieden. Daarnaast zorgen branche-initiatieven als Openflow, Opendaylight en Openstack ervoor dat deze platformen verder ontwikkeld kunnen worden.
Niettemin verwacht ik dat de discussie over ‘open’ of ‘gesloten’ nog wel even zal doorgaan. Het goede nieuws is – in ieder geval – dat organisaties meer keus hebben. Uiteindelijk zal de open benadering naar verwachting toch de winnaar zijn.
Ik ben van mening dat deze discussie nog nooit gesloten is geweest, en waarschijnlijk ook nooit zal sluiten omdat het een altijd veranderend aspect is waar we het over hebben. Leuk artikel, en ik ben benieuwd naar reacties van anderen!
Beetje jammer dat in artikel organisaties zoals DMTF, SNIA, NEN e.d. niet genoemd worden want juist deze hebben dus een grote voortrekkersrol in de ontwikkeling van interoperable oplossingen. Kanttekening is wel dat het soms lijkt op Europese parlement en ondanks open management protocollen zie ik dan ook nog dus veel vendor specifieke CLi oplossingen omdat een standaard meestal toch achter innovatie aanhobbelt. Er was dus een valide reden waarom Microsoft een eigen implementatie van SNMP heeft ontwikkeld. SNMP heeft dan weliswaar standaard properties (MIB) maar nog niet altijd standaard waarden.
@Ewout: Microsoft was en is een aanbieder van proprietary software. Het zit in het DNA van het bedrijf. De laatste tijd doen ze wel wat pogingen om meer open te zijn maar dat lijkt eerder lipservice te zijn (het oude “embrace”). Met SNMP zie je hetzelfde. Daar is het ook “embrace” en “extend”. Ze lijken die strategie nog steeds te gebruiken om (in hun ogen) USPs te creeeren. Maar de markt wil alles open en gestandaariseerd dus uiteindelijk zal zelfs Microsoft door de bocht moeten.
@Pieter
Als je het over USPs hebt ben ik benieuwd hoeveel bedrijven zich de moeite getroosten om ontwikkeling te doen betreffende management interfaces, meeste kiezen voor kant-en-klaar.
Dat er geen weg voorbij gaat aan open standaards hebben ander industrieen allang laten zien. Een boutje M4 past op de hele wereld op een moertje M4.
De jonge IT-Industrie wordt pas volwassen met gedegen standaards.
En om mijn stokpaard maar weer eens te rijden vindt je open standaards meer in FOSS.
Dat een klant dwingen om gebruik te maken van de producten van een en dezelfde aanbieder ongewenst is lijkt me helder.
Uiteraard heb ik ook het liefst open & interoperabel. Maar als ik er maar eentje kan krijgen dan doe maar interoperabel. Liever een component die geen open standaard gebruikt maar wel interoperabel is dan eentje die wel open standaarden gebruikt maar niet interoperabel is. Waarmee ik bedoel te zeggen dat open standaarden wenselijk zijn maar nog geen garantie geven dat er daarmee goede diensten beschikbaar komen.
@Ad
Interoperabiliteit is de mogelijkheid van verschillende autonome, heterogene systemen, apparaten of andere eenheden (bijvoorbeeld organisaties of landen) om met elkaar te communiceren en interacteren. Om dit te bewerkstelligen zijn standaarden, protocollen en procedures nodig voor de afstemming van de verschillende entiteiten op elkaar.
Als het al misgaat in de definitie dan wordt het nooit wat met de gemeentelijke samenwerkingen;-)