De Universiteit Twente (UT) opent een multidisciplinair lab voor productontwikkeling. Het gaat om experts van biomedische technologie, nanotechnologie en ict die in een zo vroeg mogelijk stadium van het ontwerp gekoppeld worden aan industrieel ontwerpers collega’s uit de sociale wetenschappen, bestuurs- en bedrijfskunde. Die samenwerking moet het ontwikkelproces radicaal veranderen.
Het nieuwe DesignLab van de UT is een internationale werk- en ontmoetingsruimte waar onderzoekers, studenten, ondernemers, business developers, overheden en kunstenaars werken aan creatieve out of the box-toepassingen voor nieuwe technologieën. De UT: ‘Ze worden er geïnspireerd tot onverwachtse, creatieve oplossingsrichtingen voor maatschappelijke en economische uitdagingen. Nieuwe concepten en ideeën worden er op een niet-traditionele manier opgepakt en ontwikkeld, waarna prototypen direct kunnen worden getest.’
Het nieuwe lab moet internationale en regionale partijen samenbrengen rond interdisciplinaire innovatieprojecten en ze toegang geven tot het potentieel aan kennis en talent in en rond de universiteit. Daarnaast heeft het Design Lab de ambitie een nieuw type creatieve en hoog gekwalificeerde ontwerpers op te leiden.
Initiatiefnemer prof. dr. Vanessa Evers: ‘Maatschappelijke problemen van nu, maar ook die van de toekomst, maken duidelijk dat de oplossingen niet alleen technisch van aard kunnen zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mobiliteit, maar ook aan vergrijzing en ouderenzorg. Een overheidsorganisatie vraagt ons nu al mee te denken over de consequenties van zelfsturende auto’s op onze wegen. Grote ondernemingen willen nu graag op een meer holistische manier naar een probleem kijken dan via de klassieke onderzoek en ontwikkeling (r&d).’ Evers is zelf hoogleraar Human Media Interaction aan de UT, en werkt aan robots met sociale vaardigheden.
Filosofie en ontwerp
Techniekfilosoof prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek kijkt in het DesignLab al in een vroeg stadium mee met technische onderzoekers. ‘Die technologische ontwikkeling gaat tóch wel door, het heeft geen zin om achteraf met een afkeurende vinger te wijzen. Het is constructiever om vroeg mee te kijken en die filosofische discussie deel te laten uitmaken van het ontwerpproces.’
Industrieel ontwerper dr. ir. Mascha van der Voort zet onder meer Virtual Reality en ‘serious gaming’ in bij projecten zoals het inrichten van een compleet noodhospitaal, formaat zeecontainer. ‘We krijgen daar niet alleen met de techniek te maken, maar ook met de beleving van de patiënt: hoe ervaart die de zorg? En met de organisatie: daarvoor kun je al scenario’s onderzoeken, voordat er ook maar een prototype staat.’
Innovatie
De UT licht toe: ‘R&d-afdelingen van bedrijven richten zich steeds vaker op verbeteringen van bestaande producten: incrementele innovatie met relatief laag risico waarbij de meerwaarde op korte termijn duidelijk is. De ontwikkeling van compleet nieuwe producten, zelfs rond hun ‘core business’, is vooral voor mkb’ers vaak een te grote stap.’
Volgens UT staat met name de maakindustrie voor de uitdaging om ontwrichtende innovaties te realiseren, nieuwe markten te betreden en nieuwe businessmodellen te ontwikkelen. ‘De netwerken die daarvoor nodig zijn ontstaan typisch niet vanuit een idee, maar het idee ontstaat vanuit een netwerk dat in de juiste omgeving en met de juiste focus bij elkaar is gebracht. Maatschappelijke en economische uitdagingen worden zo op een niet-traditionele manier opgepakt met onverwachtse oplossingsrichtingen.’
Interessante ontwikkeling. Heel erg goed!
Zoals aangegeven is de ontwikkeling van de technologie een trein die door dendert. De zelfreflectie op de wenselijkheid en relevantie van die ontwikkelingen ontbreekt bij de techneuten.
Daarnaast is een stuk duiding, sturing en richting uit een andere dan alleen technologische achtergrond meer dan welkom.
Nu het Internet of Things zich boven het maaiveld begeeft, wordt de behoefte aan integratie van kennisgebieden alleen maar groter.
Wat kunnen we meer doen om dit te stimuleren?
@Guido
Wel je zou het team kunnen uitbreiden met: een millenial, een Jong Talent, een feministe, een hoogleraar van de UvA, wat politici, managers uit het bedrijfsleven, een CIO, een CFO, een wichelroedeloper, wat gebruikers, etc.. die via een creatief en onbestuurbaar proces een draak van een compromis weten te sluiten.
Aan de andere kant kan je ook een fatsoenlijke specificatie opstellen en dat aan een team programmeurs geven.
Maar dat is vast te voor de hand liggend…
Op zich is het bijschakelen van filosofen niet persé een goede ontwikkeling; het gaat vooral om de juiste filosofische inzichten, waarmee de nieuwste ontwikkelingen in bedrijfstechnologie, zoals SOA, Selfservice, Cloud computing en Internet of Things naar een hoger plan kunnen worden getild.
Mijns inziens is een grondige kennis van de volledige ontwikkelingsgang in het denken van de belangrijkste filosoof van de twintigste eeuw, M. Heidegger (1889–1976), hier beslist noodzakelijk.
Een korte zoektocht naar de CV’s van de filosofen in dit artikel stelt mij wat dat betreft niet teleur; met name techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek blijkt sterk gevormd door het denken van Heidegger.
Erg mooi is dit mini-college: http://www.youtube.com/watch?v=9MCW6XF15ts
In dit verband is de meest recente studie van Gerard Visser – mijns inziens de meest relevante hedendaagse filosoof – overigens zeer aan te bevelen:
http://www.vantilt.nl/boeken/heideggers-vraag-naar-de-techniek/