Amerikaanse autoriteiten hebben IBM toestemming gegeven om de x86-serverdivisie te verkopen aan het Chinese Lenovo. De overname werd streng bekeken omdat China en de Verenigde Staten elkaar herhaaldelijk beschuldigen van cyberspionage. De servers van IBM worden door veel Amerikaanse overheidsinstanties gebruikt. Doordat IBM voorlopig onderhoudsdiensten blijft leveren, zouden de zorgen over spionage zijn weggenomen. Daarmee kan de overname ter waarde van 2,3 miljard dollar (1,7 miljard euro) doorgaan.
De overname van de servertak is vooralsnog de grootste in de geschiedenis van Lenovo. Maar er staat nog een mega-overname op stapel Lenovo. maakte begin 2014 ook bekend mobieltjesmaker Motorola Mobility voor 2,9 miljard dollar over te willen nemen van Google. Die overname wacht nog op groen licht van toezichthouders.
Lenovo wordt een steeds grotere partij op het gebied van hardware. De Chinese leverancier nam in het vierde kwartaal van 2013 het grootste aandeel van de pc-markt voor zijn rekening. Het behaalde een marktaandeel van 18,1 procent. Daarmee stootte het HP van de troon. Die leverancier behaalde een marktaandeel van 16,4 procent.
Lenovo nam in 2005 al de productie van pc’s over van IBM. Dat bedrijf richt zich steeds meer op dienstverlening, waarbij de nadruk vooral ligt op clouddiensten en op apps voor mobiele apparaten. De verkoop van de serverproductie past in die transformatie. IBM investeert zelf ook miljarden in de ontwikkeling van clouddiensten en een wereldwijde cloud-infastructuur.