Software defined storage (sds) is een onmisbare bouwsteen voor het software defined datacenter (sddc). Na servervirtualisatie is het nu ook mogelijk om de storage en het netwerk te virtualiseren. Dit heeft belangrijke gevolgen voor zowel leveranciers als it-afdelingen. Wat is sds precies en wat is de toegevoegde waarde ten opzichte van de traditionele storage-architecturen?
Met de huidige storage-oplossingen staan organisaties voor een groot aantal uitdagingen. De groei in performance en capaciteit is steeds moeilijker te voorspellen. Dit komt door ontwikkelingen als vdi, byod en big data. Daarnaast komen projecten vaker vanuit de organisatie op de it-afdeling af. Waar voorheen de it-manager bijna precies wist wat de komende jaren de groei van data zou zijn, heeft hij het nu minder in eigen hand. Ook laat onderzoek van IDC zien dat de complexiteit van de huidige storage-oplossingen een probleem wordt. Dit uit zich onder meer in de complexiteit van dagelijks beheer en change management, maar ook bij troubleshooting en migraties.
Om aan de eisen van de business te kunnen blijven voldoen, zijn schaalbaarheid en performance essentieel. In de praktijk is nu echter gebleken dat huidige oplossingen vaak niet toereikend zijn om aan deze voorwaarden te voldoen. De belofte van software defined storage (sds) is dat deze technologie de genoemde uitdagingen adresseert.
Helemaal nieuw is de software defined storage technologie niet. Amazon, Azure, Google en Facebook zijn bekende voorbeelden van internationals die al op zeer grote schaal gebruikmaken van SDS-technologie. Wat wel nieuw is, is dat een vergelijkbare technologie nu beschikbaar is voor de enterprisemarkt onder de noemer software defined.
Inzicht in de sds-technologie
Software defined technologie in het algemeen is het koppelen van functionaliteiten en eigenschappen aan een workload, waarin een workload wordt gedefinieerd als (virtuele) server, een set virtuele servers of applicatie. Per workload bepaal je welke services (functionaliteiten) en service levels nodig zijn. Deze configureer je per workload, waarna het in werking treden betekent dat je gehele infrastructuur hier op wordt ingericht op het moment dat de workload deze nodig heeft. En dus niet zoals vandaag de dag, functionaliteiten vooraf programmeren.
En wat heeft een workload nodig? Denk aan security (firewalls), beschikbaarheid (loadbalancers, storage availability), performance (netwerk, cpu, disk iops) en dataprotectie (snapshots, retentie, replicatie en features als compressie en deduplicatie). Per workload kan een service level worden ingesteld, bijvoorbeeld Goud, Zilver of Brons.
In de software defined laag worden binnen de infrastructuur de geschikte componenten gekozen die voldoen aan de voorwaarden en op dat moment specifiek voor de workload worden ingericht. En indien de workload wordt verwijderd of andere eisen krijgt, wordt de infrastructuur hier op ingesteld/aangepast of zelfs opgeruimd.
Met de opkomst en populariteit van servervirtualisatie, dat al profiteert van de voordelen van software defined technologie, is nu het moment gekomen dat dit concept wordt toegepast op networking en storage.
Scale-up versus scale-out
Een typische eigenschap van software defined storage is een scale-out architectuur, waar traditionele storage-architecturen zijn gebaseerd op het scale-up principe. Groeien in capaciteit is mogelijk door meer data op een opslagsysteem te plaatsen. Echter, omdat de storage vast zit aan de storage-hardware (controllers) impliceert dit beperkte schaalbaarheid in performance. In veel gevallen betekent datagroei de aanschaf van een nieuw, zwaarder san/nas. Scale-up-architecturen zijn beperkt uitbreidbaar en niet lineair schaalbaar. Scale-out-architecturen maken het echter mogelijk om te groeien in kleine stappen door telkens naar behoefte nodes bij te plaatsen. Op deze manier is het wel mogelijk om lineair te groeien.
Met de opkomst van sds maakt de it-manager kennis met een technologie die volledig nieuw is voor de enterprisemarkt. Het gaat hier zeker niet om een nieuw buzz-woord. Het is dan ook niet de vraag of de ontwikkeling doorzet, maar wel of de technologie bij de individuele situatie past. Wanneer de uitdagingen bij traditionele storage-oplossingen ook voor jouw organisatie gelden, moet sds in ieder geval op de agenda staan of in het vizier zijn.
In een volgende bijdrage ga ik dieper in op de mogelijkheden die sds biedt voor de it-afdeling.
Bert,
Leuk artikel waar voor dank. Ik deel je mening dat SDS een zeer grote rol in de toekomst gaat spelen. Het voordeel van SDS is dat je grotendeels mee lift op de technologie ontwikkelingen van servers. En die gaan nu eenmaal wat sneller dan bij de traditionele storagesystemen.
En ja scale-out heeft absoluut zo zijn voordelen. Isilon en Dell Equallogic zijn hier natuurlijk zeer groot mee geworden. Scale-out voorkomt migratieproblematiek en je kan vaak eindeloos blijven doorgroeien.
Maar schrijf scale-up niet direct af. Als je daar gewoon vooraf goed je huiswerk qua benodigde performance en capaciteit doet,dan is er niets aan de hand. Op dat laatste punt gaat het juist te vaak mis. Er wordt of te klein of veels te groot ingestapt waar door het niet kosteneffectief is.
Het enige wat mij nu opvalt bij SDS, is dat er nu nog maar een paar echt volwassen smaken van SDS op de markt zijn. Veel van de overige smaken zijn in mijn optiek nog niet af en missen essentiele zaken zoals: Unified Storage ( Block/File ), replicatie, application aware snaps en end to end integratie. Gelukkig wordt hier hard aangewerkt en binnen nu en maximaal 2 jaar zal dit ook zeer sterk verbeterd zijn. Ik zie net als jij ook de toekomst van SD zeer rozenkleurig tegemoed.
De software zal de macht nog meer grijpen en de hardware zal nog meer commodity worden dan het nu al is.