Tijdens de laatste HPC advisory council in Leipzig bezocht ik een presentatie van Addison Snell, ceo van marktonderzoeksbureau Intersect 360 en iemand met veel inzicht in de high-performance computing (HPC)-markt. Addison noemde 2014 ‘een jaar van grote tegenstellingen’ en voor hem was het een behoorlijke uitdaging om een aantal cijferontwikkelingen effectief te verklaren. Zijn uitleg laat goed zien welke ontwikkelingen momenteel de markt voor HPC domineren.
Addison had met name moeite om een aantal cijferontwikkelingen rond de groei van de high-performance computing (HPC)-markt te verklaren. Voor het vaststellen van de groei gebruikt Addison drie verschillende gegevensbronnen: cijfers van leveranciers van componenten, cijfers van oem’s (IBM, Dell, et cetera) en enquêtes bij eindgebruikers waarin ze zeggen hoeveel ze in HPC investeren.
Een jaar van tegenstellingen
Van de leveranciers van chips is Intel met afstand de belangrijkste. Het bedrijf levert zo’n 80 procent van alle HPC-processors in de wereld. Intel had een opmerkelijk jaar en in 2013 een grotere omzet in HPC dan ooit tevoren (7 procent of hoger). De cijfers van de leveranciers van componenten waren dus in de plus. Je zou zeggen dat wanneer Intel een plus noteert, oem’s ook succesvol zijn in de HPC-markt. En in de jaren van voor 2013 was dat ook zo.
Maar dit keer niet. IBM had een bijzonder slecht jaar op het gebied van HPC. Hetzelfde gold voor HP (flat tot marginale daling) en ook bedrijven als SGI, Fuijitsu en Bull deden het niet goed. Collectief noteerden de serverleveranciers een min. De enquêtes leverden bovendien ook een opmerkelijk beeld op. Academische instellingen en overheidsorganisaties, normaal de belangrijke investeerders in HPC, waren dit keer niet de voortrekkers van de groei. (Overheid investeerde zelfs minder in HPC als gevolg van de ‘government shutdown’ in de VS) De groei komt dit keer vooral van de kant van bedrijven, instellingen als banken en fabrikanten.
Ultrascale
De tegenstelling wordt, in ieder geval voor een deel, door Addison verklaard aan de hand van de opkomst van ‘ultrascale computing’. Hij noemt het zelf: ‘applicaties die op zichzelf niet om HPC vragen, maar op een dermate grote schaal worden uitgevoerd dat HPC noodzakelijk is. Wanneer Google zou doen wat het nu doet op een honderdste van de schaal, zouden we het niet als HPC typeren. Maar omdat het nu juist die schaal heeft, noemen we het HPC.,
Bedrijven die aan ultrascale HPC doen zijn de Google’s, Amazons en Yahoo’s van deze wereld en zij hebben een heel eigen wijze om naar technologie te kijken. Ze bouwen liever zelf apparatuur dan dat ze erin investeren en gaan direct naar leveranciers van componenten voor het bouwen van die apparatuur. Het feit dat deze bedrijven zo snel groeien, het toenemende gebruik van HPC in de cloud en het feit dat Intel niet 100 procent dominant is, zijn de redenen voor de groei bij componentenleveranciers en de krimp bij oem’ers.
Bedrijven als Google en Amazon zijn voorlopers wanneer het aankomt op vernieuwingen in datacentertechniek en wanneer zij nieuwe werkmethodes toepassen, werkt dit uiteindelijk door naar de rest van de markt. ‘Build’ lijkt het zodoende te winnen van ‘buy’. Hardware wordt een commodity, ook in de markt voor HPC. Traditionele supercomputers en gespecialiseerde apparatuur zullen de komende jaren minder gebruikt worden en plaatsmaken voor enorme clusters van commodity hardware met intelligente software.
Ik was in de veronderstelling dat veel mensen deze ontwikkeling toch al door hadden. Als je kijkt naar de manier waarop m.n. IBM zich positioneert in de markt heeft dat toch alle schijn van het leveren van een ‘Infrastructure in a box’, waarbij die box een mainframe is.
De uitdaging is niet zozeer om al de onderdelen van de ‘nieuwe wereld’ te integreren (als iets al draait in een virtuele omgeving, is de context van die virtuele omgeving relatief eenvoudig te vervangen). De uitdaging is om de ‘oude wereld’ te integreren (die hun context hebben in technologieën die niet of minder virtualiseerbaar zijn).
Dat is ook voor veel bedrijven de uitdaging.
Diverse partijen in de markt schieten die bedrijven al te hulp met manieren om die ‘oude wereld’ applicaties om te vormen tot ‘nieuwe wereld’ applicaties en daarmee de ultrascalability- en virutalisatie- voordelen te behalen.
Just tuppence!