Usability is een term die in de it aangeeft in hoeverre een app(licatie) prettig en efficiënt bruikbaar is en dus eenvoudig geaccepteerd zal worden door eindgebruikers. Dit omvat grafische aantrekkelijkheid en consistentie, duidelijke navigatiestructuur en het vinden en ingeven van informatie op de voor de gebruiker logische plek. Is personalistatie hier het hoogste goed?
In mijn jarenlange ervaring met het werken met software-ontwikkelaars is in ieder geval één ding duidelijk: De gemiddelde ontwikkelaar heeft geen kaas gegeten van usability. Daarbij maakt het niet uit in welke taal er gewerkt wordt of hoe oud of jong men is en van welk geslacht. Een Cobol-ontwikkelaar heeft er net zo weinig verstand van of affiniteit mee als een ASP.Net- of Javascript-ontwikkelaar. Laat een ontwikkelaar een scherm bouwen en je kunt er van op aan dat er niet of nauwelijks mee te werken is omdat er niets op een logische plek staat en de ‘control flow’ ook niet je van het is. Eén van de belangrijkste lessen op het vlak van usability is dus: trek usability en technische implementatie los van elkaar. De competenties die er voor nodig zijn, zijn niet te verenigen in één persoon.
Als usability-ontwerp dan als competentie is toegevoegd aan het ontwikkelteam, is het nog steeds maar de vraag of de betreffende persoon écht wel begrijpt hoe het werkt. Net als bij software-ontwikkelaars is het in eerste instantie moeilijk om het kaf van het koren te scheiden. Wie bij software-ontwikkeling standaard-patronen toepast (omdat men deze door en door kent), de juiste frameworks gebruikt en de principes van Solid volgt is waarschijnlijk in staat om goed onderhoudbare en goed presterende software te ontwikkelen. Usability- ontwerp is echter ook gewoon een vak.
Visueel ingesteld vak
Usability-ontwerp is een uiterst visueel ingesteld vak. Maar ook een vak waarbij men met menselijke emoties te maken heeft. En waarbij men overtuigingskracht nodig heeft. Waar harde requirements rond functionaliteiten en kwaliteitseisen best ‘smart’ te maken zijn en daardoor goed te valideren zijn tijdens het testproces, is het bij usability toch anders. Daar moet enerzijds met de groep eindgebruikers afgestemd worden hoe de schermen en navigatiestructuur er uit moeten komen te zien (consensus bereiken!), maar anderzijds moet ook de ervaring op het gebied van echt bruikbare gebruikersinterfaces ‘doorgedrukt worden’; vertel de klant wat hij wil!
Het bereiken van consensus is al lastig. Vaak verzandt dat dan in oeverloze discussies en besluit men uiteindelijk om dan maar een hoge mate van personalisatie mogelijk te gaan maken. En daar begint vaak de ellende. Want, wees ‘ns eerlijk, hoe irritant is het niet als in ‘jouw versie’ van een app de knop om de declaratie in te dienen groen is en linksboven zit en bij de versie van je collega is hij blauw en staat hij rechts onderin. Dit is niet alleen lastig qua uitwisselbaarheid en samenwerking tussen collega’s, maar ook een nachtmerrie voor de mensen van support en beheer. Ook wordt de onderhoudbaarheid van de software een stuk complexer. En belangrijker nog, vaak wordt de app er niet eens veel bruikbaarder of begrijpelijker door.
Nee, het hoogste goed is een simpel ontwerp. Eén ontwerp dat gebaseerd is op een aantal eenvoudig uit te leggen uitgangspunten. Knoppen zien er altijd het zelfde uit en staan altijd op een voorspelbare plek. Navigatie door schermen is altijd op de zelfde manier van links naar rechts en van boven naar onder. Hyperlinks zijn underlined. Lettertypes zijn eenduidig. Enzovoort. Gewoon niet aan te passen. Maar eenduidigheid, consistentie en eenvoud. Denk maar aan de producten die ontworpen werden onder de bezielende leiding van weilen usability expert Steve Jobs. Simpel is nog niet simpel genoeg. En iedereen kan er mee werken zonder dat er eerst een handleiding gelezen hoeft te worden. Zelfs een twee- of negentig-jarige en zelfs Stevie Wonder kunnen er direct, intuïtief mee overweg. En zo hoort het! Usability is een vak. Een vak wat uitgeoefend moet worden door mensen die van consistentie en eenduidigheid dromen en het Kiss-principe volgen.
De “usability” mensen zijn de mensen die ons opgescheept hebben met windows 8, de nieuwe GUI van Firefox, Gnome 3 en een hoop andere fails. Laat die maar liever wegblijven van echte software en zich beperken tot hun spul dat ze zelf moeten gebruiken.
@Gijs:
Goed dat je pleidooi houdt voor usability. Ik miste altijd al het expert topic ‘usability’ en zou mij graag opwerpen als één van de experts op dat gebied. Je ervaring met software ontwerpers is zeer herkenbaar.
Ik wil wel graag aanvullen dat usability veel meer is dan visueel ontwerp. Usability begint met goed analyseren wat gebruikers willen bereiken met het gebruik van ict.
Dat lijkt misschien het domein van software-ontwerpers, maar …
– die vullen dat veel te technisch in;
– verdiepen zich te weinig in de wensen van gebruikers
– hebben geen zicht op beperkingen en mogelijkheden van menselijke gebruiker.
De basale fout die er meestal in een gebruikersinferface wordt gemaakt.
Is dat men eerst deze interface ontwerpt en daar vervolgens de functionaliteit in implementeerd.
Nogal het paard achter de wagen spannen.
Een van de weinige voordelen van de Metro interface is dat je weer gewoon eerst kunt implementeren en daar vervolgens een GUI aan kunt knopen. Maar goed niemand gaat dat doen.
Stevie Wonder was overigens slim genoeg om Ray Kurzweil te helpen met het ontwikkelen van zijn beroemde K250 Synthesizer.
Kenlijk wist Kurzweil in 1984 wel hoe je een goede complexe en gebruikersvriendelijke interface moet maken en wist Steven Balmer dat dertig jaar later niet.
@Johan:
Het waren geen usability mensen die ons opscheepten met windows 8. Windowsgebruikers hadden microsoft uitgebreid gewaarschuwd dat ze de functionaliteit van start-menu / dekstop in tact moesten laten.
Het waren de commerciële mensen bij microsoft en angst om de boot te missen, die de aanleiding waren om de wens van de meerderheid van de gebruikers te passeren met alle gevolgen van dien:
– vele gebruikersuren en ergernissen besteed aan misplaatste vernieuwing.
– een late ‘reparatie’ in 8.1
Kortom:
Verwar het vak ‘usability’ niet met inefficiënte interfaces, ontworpen door interaction-designers die bij hun drang naar vernieuwing de gebruikers passeerden.
Usability gaat over doelmatigheid en bruikbaarheid.
groeten, Erik Mulder.
Gijs,
Het zou gek zijn als je aan de stukadoor die in je huis gaat werken, vraagt om het ontwerp en de indeling van je huis te gaan bepalen. Daar heb je toch andere mensen voor!
Het is vanzelfsprekend dat er verschillende onderzoeken verricht moeten worden voordat je een nieuwe applicatie gaat bouwen. Dan heb ik het niet alleen over onderzoek naar de technische aspecten maar ook naar functionele aspecten, adoptie, vriendelijkheid en nog meer. In dat kader zijn er verschillende mensen met verschillende expertise, achtergrond en kennis bij dit traject betrokken.
Als je van je ontwikkelaar verwacht om dit te doen dan zou je je af moeten vragen of je voldoende ervaring hebt met het begeleiden van dit soort trajecten.
De adoptiegraad van je applicatie kun je pas verhogen als de interface door de organisatie geaccepteerd is. Deze acceptatie is nooit 100% maar het is belangrijk om de organisatie in de ontwerpfase bij deze taak te betrekken.
Doe je dat niet dan heb je alleen maar desinvestering in je nieuwe applicatie.
Ik ben bang dat ook Gijs niet precies weet wat usability echt is, gezien zijn “Usability-ontwerp is een uiterst visueel ingesteld vak.” tekst. Goed usability-ontwerp ontstaat uit kennis over hoe mensen denken en handelen, met hun vaardigheden en beperkingen, het doel dat ze willen bereiken, en de middelen die ze kunnen inzetten. Het is vooral psychology en fysiologie.
Omdat we bij digitale devices meestal met een scherm te maken hebben, krijgt het uiterlijk op dat scherm vaak veel aandacht. Maar een mooi schermontwerp hoeft niet bruikbaar te zijn. Net zoals een bruikbaar schermontwerp niet mooi hoeft te zijn.
@Erik – eens met je toevoegingen.
@Reza – dat zou inderdaad gek zijn, maar het gebeurt wel vaak in de praktijk!
Overigens, oud maar nog steeds relevant leesvoer: The design of everyday things – Donald Norman.
Goed artikel.
Ook ik heb bij webdesign met usability te maken en ben gaan lezen en lezen en lezen.
Misschien interesseert me dat zo omdat ik met medicijn-studie – ICT – fotografie – ICT, een wat komische levensloop heb.
Inmiddels bouw ik kleinere websites zo op, dat de bediening extreem simpel is, de menukeuzes logisch. Dat lijkt simpel maar is het niet.
The design of everyday things is inderdaad een aanrader!
Daar mag ook wel eens een kompliment naar computable, de site is prima te bedienen.
Een stelling als “trek usability en technische implementatie los van elkaar. De competenties die er voor nodig zijn, zijn niet te verenigen in één persoon” als altijd geldend neerzetten gaat me te ver. Net zoals het afserveren van Microsoft als een club die er niks van snapt. Los van wat je allemaal van producten als Windows en Office vindt hebben ze enorm veel standaardisatie in user-interface opgeleverd (van “Bestand linksboven” tot “Help rechtsboven”). Aansluitend bij je conclusie is ook mijn ervaring dat het meest enthousiast zijn over applicaties die het simpel houden en die zich aan de, voor gebruikers bekende, standaards houden.
En wat betreft Metro: na wat gewenning (wat er ook bij hoort) begint Metro bij mij steeds meer punten te scoren waar het gaat om gebruik bij mobiele devices.
Eenvoudig is ook als je een bruikbare online helpfunctie hebt, die je ook nog eens navigeert bij problemen. Indien je zelf nog ‘operator’ moet spelen, en het resultaat van je werk moet gaan controleren, mag uw Inputscherm er nog flashy uitzien.
Bij sommige zgn. oplossingen voel ik mij nog in de ponskaarten-tijden en zijn gebruikers operators geworden. Een excel-look-and-feel is niet noodzakelijk een gebruiksvriendelijk ‘automatiseren’. Echte functies die met praktijk overeenstemmen graag, met field-sensitieve help en respect voor de relationele integriteit.