Mede-oprichter en oud-hoofdredacteur van Computable Ate van Eek is afgelopen week op 74-jarige leeftijd overleden. Van Eek richtte bij uitgeverij Diligentia samen met uitgever Cor Zwaan en verkoper Jan Wiegers in 1968 het automatiseringsvakblad op. Hij was van 1972 tot 1988 hoofdredacteur van Computable. Daarna kreeg hij de opdracht om binnen VNU Business Publications, dat in 1975 Diligentia had overgenomen, nieuwe initiatieven te begeleiden en te ontplooien, waaronder een aantal technische computerbladen.
Ate van Eek belandde in de jaren zestig als bedrijfsjournalist bij het bedrijf Sparkler, een specialist in filters voor onder meer de chemische industrie. Hij stapte over naar uitgeverij Diligentia die technische journalisten zocht voor vakbladen als Chempress (hij had scheikunde gestudeerd), Nautica en Elektro-Radio Mercuur (ERM). Van Eek werd op een gegeven moment aangesteld als redacteur bij het blad Elektronica. Daar merkte hij dat computerhardwareleveranciers, zoals IBM, Siemens, Bull en Honeywell, steeds vaker contact zochten met het blad. Van Eek, uitgever Cor Zwaan en zijn verkoopcollega Jan Wiegers voelden aan dat er in de computerindustrie, die nog in de kinderschoenen stond, nog ruimte lag voor een derde automatiseringsvakblad, naast Automatisering Gids en Informatie. Computable zou zich als technisch-journalistiek blad kunnen onderscheiden.
Van de uitgeverij kregen ze in 1968 groen licht voor het blad, de naam Computable was al eerder door Diligentia gedeponeerd. In eerste instantie werd Computable een keer in de drie maanden meegestuurd als bijlage van andere Diligentia-bladen. Van Eek bleef als redacteur ook verbonden aan Elektronica; de eerste hoofdredacteur was Karl Otto Kolb.
Bladenopzetter
Van Eek raakte echter in conflict met Diligentia nadat bleek dat de directie ondanks een eerdere belofte geen apart lezersbestand wilde laten aanleggen. Hij stapte in 1970 over naar Automatiserings Gids, maar twee jaar later was hij al weer na onenigheid over de te volgen redactionele koers, terug op het oude nest, ditmaal als hoofdredacteur van Computable. Nu kreeg hij samen met Jan Wiegers en vaste verkoper Henk Vos wel de kans om Computable als zelfstandig blad uit te bouwen.
Zijn hoofdredacteurschap duurde zestien jaar, tot 23 september 1988. Computable werd toen al een aantal jaren uitgegeven door VNU Business Publications, dat in 1975 Diligentia had gekocht. Het vakblad diende bij VNU als model voor de internationale uitbreiding van computervakbladen.
Hoewel Computable zijn geesteskind was, kreeg Van Eek na de overname steeds meer moeite met de managementtaken en de focus op grote bedrijven die bij VNU een nadrukkelijker rol speelden dan bij het kleinere Diligentia. Na zijn vertrek als hoofdredacteur kon hij zich bezighouden met nieuwe projecten, zoals het begeleiden van nieuwe technische computerbladen als Cad/Cam in Bedrijf en Ingenieur & Computer. In zijn afscheidsinterview in Computable vertelde hij dat hij zich het prettigst voelde ‘als pionier, als bladenopzetter; managen laat ik liever aan anderen over.’
Geheimtaal
In 1988 stelde Van Eek in dit interview vast dat de ‘echte automatisering’ eigenlijk nog moet beginnen. ‘Er is nog steeds sprake van deelautomatisering: processen die al veel langer bestonden zijn door de elektronica gewoon wat sneller geworden. Maar een integraal geheel, een systeem dat binnen een bedrijf het gehele proces – van telefoniste tot hoogste baas – ondersteunt, dat vind je nog bijna nergens. En daar heeft de gebruiker alleen maar voordeel bij. Vandaar dat die nog mondiger moet worden.’
Hij zag het ook als een taak van een vakblad als Computable om die gebruiker mondiger te maken, Van Eek had een broertje dood aan wat hij geheimtaal noemde: het jargon dat leveranciers en automatiseerders binnen een bedrijf of instelling bezigen en waarvan de rest van de organisatie niets begrijpt. Zo onstond er in zijn ogen een computerelite die via hun geheimtaal allerlei beslissingen konden maskeren en hun gang konden gaan. In zijn veelgelezen column, die hij onder de naam Archibald schreef, kon dit soort stekeligheden over de sector kwijt.
Hoger niveau
Oud-redactieleden herinneren Van Eek zich als een hardwerkende, integere man die er mede toe heeft bijgedragen dat de ict-journalistiek op een hoger niveau is beland. Volgens Fred Franssen, die na zijn VNU-tijd een eigen pr-bureau startte, was Van Eek heel strikt in een neutrale, redactionele werkwijze, wars van commerciële invloeden. ‘Hij was daar niet blind voor, begreep best dat daarmee brood op de plank kwam, maar wilde de commerciële teneur niet in de artikelen laten doorsijpelen.’
Als hoofdredacteur schreef Van Eek zelf ook nog veel en hij onderhield een groot netwerk, vertelt Franssen. Zo kwam BSO-oprichter Eckhard Wintzen regelmatig over de redactievloer. Toen nog strak in het ondernemerspak, daar waar de zware shag-rokende Van Eek er met zijn sandalen, baard en bril meer als een Provo uitzag. Het verhaal gaat dat Van Eek model heeft gestaan voor de latere hippie-achtige metamorfose van Wintzen.
‘Ate was een humaan mens en was eigenlijk niet streng genoeg voor zijn redactiemedewerkers die niet altijd even hard meewerkten’, zegt Franssen. ‘Hij nam het altijd op voor zijn redacteuren en schroomde daarbij niet zich hard op te stellen tegenover de directie. Te samen met de al eerder genoemde aversie tegen de vermenging van commercie en redactie, maakte hem dat niet populair bij diverse uitgevers en uitgeefdirecteuren. Maar hij overleefde er velen.’
Gecondoleerd met het heengaan van Ate.
Vóór mijn Datapoint tijd al leren kennen als een prima vent en integer journalist. Als wij ons aan de regels hielden vond ik altijd een gewillig oor. Ook best lol gehad op buitenlandse persconferenties. Maar hij bleef -terecht- hoe dan ook altijd kritisch.
Condoleances.