'Heel veel ballen laten rollen en af en toe moet de juiste persoon tegen de juiste bal een ferme schop geven', blikt Gert-Jan Buitendijk, directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, glimlachend terug op de voorbije drie, vier jaar dat i-NUP, de e-overheidsinfrastructuur, gestalte kreeg. In december 2008 ging het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP), ‘Burger en Bedrijf centraal’, van start dat zijn oorsprong vond in het rapport van de commissie Wallage/Postma van december 2007, ‘Het uur van de waarheid’. Later kreeg het de naam i-NUP.
Het uitgangspunt van i-NUP: ‘Eén digitale overheid: betere service, méér gemak’.
Deze basisinfrastructuur voor de e-overheid bestaat uit 24 voorzieningen. Eind 2014 is dit digitale wegennet gereed. Dan ligt er een volgende uitdaging, stelt Buitendijk: ‘Hoe zorgen we er nou voor dat grote uitvoeringsorganisaties, gemeenten, provincies en waterschappen ook daadwerkelijk gebruik maken van die voorzieningen?’ De maatschappij vraagt erom, weet Buitendijk.
Buitendijk is sinds mei 2010 directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook is hij voorzitter van het dagelijks bestuur van de Bestuurlijke Regiegroep die vorm en inhoud geeft aan i-NUP. De basisinfrastructuur bestaat uit drie onderdelen, legt Buitendijk uit:
1. De data met het stelsel van de dertien basisregistraties met onder meer personen, adressen en gebouwen, voertuigen en topografie.
2. De poort die de digitale toegang faciliteert met MijnOverheid, 14+ netnummer, DigiD en eHerkenning.
3. De motor van het geheel, de Digifamilie met Digilevering, Digikoppeling en Digimelding voor eenmalige, eenduidige registratie en meervoudige uitvraag.
Samen oogsten
Eén van de voorzieningen aan de ‘poort’ is de Berichtenbox, deze is in MijnOverheid geïntegreerd en doet dienst als de digitale brievenbus van de overheid. Op dit moment maken er 1,2 miljoen mensen gebruik van, maar volgens Buitendijk worden dat er binnen afzienbare tijd tien miljoen. De Belastingdienst stuurt er straks al haar uitgaande correspondentie overheen, de RDW nu al berichten over de APK-keuringen, ook het UWV maakt er gebruik van. ‘Het zou voor gemeenten heel interessant zijn om de WOZ beschikking te versturen via de Berichtenbox. Ik krijg nu zelf van de gemeente waar ik woon drie enveloppen: eentje voor de gemeentelijke belastingen, eentje voor de afvalstoffenheffing en eentje voor de waterschapsbelastingen. Drie enveloppen, drie keer port betaald. Als dat via de Berichtenbox gaat haal je een enorme efficiency winst’, aldus Buitendijk. De business case hiervoor is derhalve gauw gemaakt.
‘Ik zou graag zien dat de gemeenten wat dichter bij elkaar zouden kruipen. Er zou naar mijn mening echt een slag gemaakt kunnen worden door nog meer gezamenlijk op te trekken. Zonder dat dit ten koste gaat van de autonomie van de gemeenten. De autonomie van de gemeente is echt iets heel anders dan de autonomie van de bedrijfsvoering van het primaire proces. Een gemeente hoeft in het kader van autonomie namelijk niet elke keer opnieuw het wiel uit te vinden. Natuurlijk: er moet ruimte blijven voor differentiatie. ‘One size fits all’ is niet altijd en overal toepasbaar. We staan aan de vooravond van wat we als overheid samen maatschappelijk kunnen gaan oogsten. Nederland is een van de meest dicht bekabelde landen ter wereld, maak daar gebruik van. Ook het internetgebruik behoort tot het hoogste ter wereld. Van de internetgebruikers doet 70 procent al digitaal zaken met de overheid. De maatschappij is dus ontvankelijk voor de digitale overheid.’
Dienstverleningsconcept
‘Er zal overigens altijd een percentage mensen blijven die die slag niet kunnen of willen meemaken, daar zul je voorzieningen voor moeten organiseren. Op het moment dat die overheidsorganisaties grotendeels meedoen en gebruik maken van dezelfde infrastructuur, dan kun je ook kijken of bijvoorbeeld de gemeente een plek is waar mensen voor persoonlijk contact met de overheid terecht kunnen. En dan niet alleen voor gemeentelijke voorzieningen maar ook voor Rijksvoorzieningen. Waarom zou je niet als je problemen hebt met het invullen van je belastingformulier of iets met het UWV moet regelen op een goede manier geholpen kunnen worden bij een gemeenteloket? Natuurlijk moet je afspraken maken over hoe je dat gaat doen, maar het is wel een haalbaar perspectief achter de horizon van de digitalisering.’
Buitendijk noemt dit vanuit een dienstverleningsconcept voor de gehele overheid interessant. ‘Voor de mensen in het land is er maar één overheid. Dat je daar als gemeente een rol in kan spelen, is een aantrekkelijk perspectief.’ Hij nuanceert: ‘Er moet al zoveel bij gemeenten, er komt een hoop op hen af met de decentralisatie. Alles tegelijk kan niet, maar het begint met ambitie.’
Geen geld om slag te maken
Op dit moment is 66 procent van de gemeenten aangesloten op de basisinfrastructuur. ‘We willen naar de 80 procent en daar hebben we nog een klein jaar voor’, zegt Buitendijk. Van de grote uitvoeringsorganisaties is 66 procent aangesloten, ook daar is het doel 80 procent. ‘Wat ik interessanter vind is de vraag: hoeveel van de werkprocessen van die grote uitvoeringsorganisaties gebeurt nu digitaal? Dat is 84 procent en dat is zeer bemoedigend. Men ziet dat er digitaal dus efficiency winst valt te boeken. We liggen eigenlijk vol op koers, in een heel ingewikkelde tijd waarin er eigenlijk geen geld is om die slag te maken.’
De doelstelling is 80 procent voor het einde van het jaar. Dan ontbreekt er nog 20 procent. ‘Het werk is daarna natuurlijk nog niet klaar. Bij de start van het i-NUP was dit een realistische doelstelling. We moeten ons nog wel gaan richten op het laatste staartje.’ Dat hangt met name op het digitaal maken van de werkprocessen, zo geeft hij aan en dat is toch ook verbonden aan het vervangingsritme van die systemen. Veel gemeenten halen 2014 niet, maar zullen wel in 2015 of 2016 aansluiten op de digitale infrastructuur. ‘En we hoeven ook geen 100 procent te halen. Kleinere gemeenten waar bijvoorbeeld twee bouwaanvragen per jaar worden aangevraagd zijn natuurlijk minder gemotiveerd om het proces te digitaliseren dan wanneer een gemeente er 100 of 200 heeft. Partijen moeten heel goed kijken waar voor hen de winst is te halen. En vooral, waar vraagt die burger eigenlijk precies om?’
Governance en regie
Buitendijk stelt dat het toegenomen gebruik van de basisinfrastructuur op termijn andere keuzes eist ten aanzien van de besturing. ‘Dat vraagt om meer robuuste financiering dan tot nog toe. We zijn heel blij met de volumegroei op de Berichtenbox, maar eigenlijk is niet goed geregeld hoe we dan de voorzieningen betalen. Als er meer berichten overheen gaan, kost dat meer geld. De hele governance op alles wat we doen in die digitale wereld, moet eigenlijk steviger georganiseerd worden. Het is goed dat Bas Eenhoorn als nationaal commissaris digitale overheid is benoemd zodat hij echt de regie kan voeren en de verschillende ministers en medeoverheden kan aanspreken, ook voor de financiering.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 6.
Toch wel mooi dat we nu hier staan!
Die gemeenschappelijke infrastructuur hebben we lang aan gebouwd met elkaar. De eerste versies van de stelselvoorzieningen mankeerde nogal wat aan: complex, slecht bruikbaar, niet stabiel etc. En nog steeds is het niet perfect, maar we beginnen met Digikoppeling, Digimelding, Digilevering en Stelselcatalogus nu wel ergens te komen. Voor politiek en bestuurders zijn het vooral ’technische speeltjes’ maar als ICT’er weet je toch dat het belangrijk is dat een auto onder het koetswerk is voorzien van een stevig chassis en een sterke motor onder de kap. En om bij deze beeldspraak te blijven: met nu één man (Bas) aan het stuur moeten we ook op zonnige plekken kunnen komen!