BIJ12 is sinds 1 januari 2014 de uitvoeringsorganisatie van de provincies. BIJ12 omvat vier units: Natuurinformatie en Natuurbeheer, het Faunafonds, de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) en GBO provincies (Gemeenschappelijke Beheer Organisatie). 'De naam BIJ12 is afgeleid van bijenvolken, die kennen allemaal een eigen soort cultuur', zegt unitmanager Michelle Fransen. 'Die bijenvolken zijn in deze organisatie bijeen gekomen en het getal twaalf is gerelateerd aan het aantal provincies waarvoor alle bestaande en nieuwe taken worden uitgevoerd.'
Fransen is unitmanager van GBO provincies dat sinds 2008 de gemeenschappelijke ict-informatievoorzieningen voor de provincies beheert en fungeert als intermediair voor de provincies met betrekking tot allerlei soorten ict-vraagstukken. De specialisatie van GBO provincies is daarbij geo-informatie en kennis en kunde over de kaders hiervan en de Europese wet- en regelgeving.
‘Data = King’
De nieuwe organisatie BIJ12 stelt de provincies in staat zich te concentreren op haar kerntaken: het maken en uitvoeren van decentraal beleid , vertelt Fransen. Met ‘haar’ unit GBO provincies heeft ze een duidelijke ambitie om bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de informatievoorziening voor die provincies en bij ict-vraagstukken van de verschillende BIJ12-units. Fransen, ooit systeemprogrammeur bij Defensie en inmiddels ruim dertig jaar werkzaam binnen de overheid, ziet veel mogelijkheden.
Ze heeft in 2010, in samenspraak met betrokkenen, voor GBO provincies een visie en missie gedefinieerd op basis van ‘operational excellence’. ‘Onze core business is functioneel beheer. GBO provincies beheert meer dan twintig applicaties en coördineert de centrale infrastructuur voor databeheer. De hosting en het technisch en applicatiebeheer zijn uitbesteed aan partner Atos. We zijn nu bezig met de inrichting van datamanagement, wij denken dat in de toekomst het beheer van applicaties meer naar de achtergrond gaat en dat het vooral om de data zal gaan.’
‘Data = King’, stelt Fransen en daar koppelt ze nadrukkelijk hergebruik aan. ‘We zijn druk bezig om een centrale infrastructuur voor de provincies te maken waarmee het mogelijk wordt om modulair allerlei data op de juiste wijze bij elkaar te brengen, aan elkaar te koppelen en te ontsluiten. Wij proberen nu – met een blik naar de toekomst – op allerlei ontwikkelingen in te spelen en dat ‘as a service’ neer te zetten zodat de provincies niet meer zelf een data omgeving hoeven in te richten. Zo’n modulaire infrastructuur gaat enorm veel cost efficiency opleveren. En ook de beheerlasten kunnen omlaag.’
Geschikt voor hergebruik
Winst verwacht Fransen ook van de Stichting Hergebruik Overheid waarvan zij voorzitter van het bestuur is. Ze is daartoe geïnspireerd door de (voormalige) Rijks-cio Maarten Hillenaar. De stichting heeft als doel ‘het centrale platform in Nederland’ te zijn voor overheidsinstanties om in eigen beheer ontwikkelde open source-softwareapplicaties en componenten te delen en te hergebruiken. Fransen acht bestaande open source-toepassingen als de centrale data serviceomgeving Inspider en het geo content management systeem Flamingo zeer geschikt voor hergebruik. Er is inmiddels belangstelling getoond door onder meer het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING, onderdeel van de Vereniging Nederlandse Gemeenten – VNG), de Waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu . Deze verbreding van de huidige doelgroep past prima binnen de doelstellingen van de stichting en Fransen benadrukt dat dit in nauw overleg en afstemming met de provincies gebeurt.
‘Ik ben zelf lang betrokken geweest bij de ontwikkeling van open source en heb ook gezien dat het beheer ervan niet altijd goed is geregeld. Dat heb ik samen met de stichting opgepakt: hoe zou dat beheer beter ingericht kunnen worden, zodat een overheid die een open source (geo) applicatie wil gaan gebruiken, ook verzekerd is van goed beheer? GBO provincies kan daarin een stukje basisbeheer faciliteren als dat wenselijk is. Maar ze kunnen het ook in hun eigen organisatie doen. Er is in elk geval weinig drempel meer om die open source-producten te gaan gebruiken.’
Fransen spreekt van een ‘boeiend en enorm leuk werkveld. Het vakgebied is enorm veranderd. Vroeger wist eigenlijk niemand wat je deed als je programmeur was. Maar tegenwoordig kan de ‘gewone man’ dat bijna zelf.’ Ze lacht: ‘Het lijkt wel een doodgewone beheerorganisatie, maar als je het goed doet kan beheer van enorm veel waarde zijn voor je organisatie. Beheer in de 21e eeuw is echt iets anders dan in de 20e eeuw. Met name het beheer van keteninformatiesystemen is enorm complex. We zijn druk bezig met de architectuur, met beveiligingseisen. Allerlei baselines die door de provincies zijn gemaakt, denk aan de baseline informatiebeveiliging en de baseline informatie op orde, zijn wij ook daadwerkelijk aan het toepassen in onze eigen beheerportfolio. Een goede digitale informatiehuishouding is essentieel. En er komen ook nieuwe ontwikkelingen aan, denk aan bijvoorbeeld de Omgevingswet en de Laan op de Leefomgeving, en dan vooral de implicaties in het kader van de overheid digitaal in 2017. Dat gaat enorm veel betekenen voor provincies. Dus je moet wel continu kijken: wat gebeurt er eigenlijk in Nederland en Europa?’
Provincie ‘as a business’
‘Provincies hebben allemaal zo hun eigen politieke kleur en dus ook allemaal zo hun eigen programma’s en die veranderen in principe iedere vier jaar. De agenda wordt in belangrijke mate bepaald door de politieke meerderheid en die spitst zich veelal toe op het economisch klimaat en niet zozeer op de bedrijfsvoering van de provincies. Dit terwijl samenwerking op dat vlak, juist in een shared service center, tot nog meer efficiency zou kunnen leiden.’
Ze vertelt naar de Nyenrode Business Universiteit te zijn gegaan om als ambtenaar meer bedrijfskundig te worden gevoed. ‘Als je het hebt over ‘de provincie as a business’ dan heb ik daar veel geleerd over efficiënter en doelmatiger werken. GBO provincies is druk bezig met die professionaliseringsslag. Als wij kunnen aantonen dat we als organisatie efficiënter kunnen werken, dan verwacht ik dat vanaf 2015 nog meer applicaties naar ons toe gaan komen, mogelijk ook op het gebied van bedrijfsvoering. Maar dan moeten we wel het vertrouwen hebben.’
‘Provincies zijn allemaal autonoom en er is eigenlijk een soort van verbindende factor nodig. Zoals we een Rijks-cio kennen, zou er ook een cio voor de provincies kunnen komen die samen met hen speerpunten benoemt. En als je er dan twee per jaar aanpakt, dan maak je stappen met elkaar. Ik denk dat ook dat voordelen kan opleveren.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 6.