Ict-bedrijven gebruiken de sportwereld vaak als proeftuin om nieuwe technologie te testen. Bekendste uithangbord is de Formule 1; een beetje autoracestal heeft wel een automatiseringsbedrijf als sponsor. Het Franse Dassault Systèmes doet het anders. Het bedrijf heeft de culturele sector en het erfgoed ontdekt als laboratorium voor innovaties. 'Helpen, begrijpen en digitaal conserveren zijn daarbij onze uitgangspunten', stelt Mehdi Tayoubi, vice-president Global Digital & Experiential van Dassault Systèmes.
Dassault Systèmes, leverancier van 3D-, virtual reality en product lifecycle management (plm)-software, is de technologiepartner achter het project ‘D-Day. Innovation Day’. In het kader van de herdenking van zeventig jaar D-Day heeft het bedrijf zijn 3D-software ingezet om onderzoekers meer inzicht te geven in de logistieke aspecten van de beroemde invasie in de Tweede Wereldoorlog. Vorige week op 6 juni werd de bijbehorende website 3ds.com/dday officieel geopend.
Het project valt onder de verantwoordelijkheid van Mehdi Tayoubi, vice-president Global Digital & Experiential van Dassault Systèmes. Het ‘D-Day. Innovation Day’ is niet het eerste initiatief in de culturele en de erfgoedsector waarbij de 3D-specialist zijn expertise heeft ingezet. Met behulp van software van Dassault Systèmes is er bijvoorbeeld een digitale reconstructie gemaakt van de piramiden van Gizeh.
Piramiden van Gizeh
Is de rol van Dassault Systèmes vergelijkbaar met die van ict-bedrijven in de Formule 1: een combinatie van sponsoring en innovatie waarbij nieuwe technologie wordt uitgeprobeerd?
Tayoubi: Ja, dat is wel vergelijkbaar. We streven een aantal doelen na. We werken mee aan culturele projecten om de betrokkenheid van onze medewerkers bij ons bedrijf te vergroten en om innovaties uit te testen voor eventueel commercieel gebruik. Bovendien kunnen we op deze manier iets terug doen voor de maatschappij. Sociale verantwoordelijk vormt ook onderdeel van onze bedrijfsvoering. Al is cultuur niet het enige domein waarop we dit doen.
Wat was jullie eerste project?
We zijn een paar jaar terug met egyptologie begonnen. In samenwerking met de Harvard University en het Museum of Fine Arts in Boston hebben we een virtuele reconstructie van de piramiden van Gizeh gemaakt om verder archeologisch onderzoek naar de bouw ervan te ondersteunen. Die is te zien op de website giza3d.3ds.com. Om de verbeelding van wetenschappers en kunstenaars te ondersteunen, heb je krachtige tools nodig. Het zijn vaak mensen met speciale ideeën, die magische ervaringen willen delen. Maar ze kunnen niet alles alleen. Daarom co-produceren wij projecten; dat vergroot voor ons de kans om onze software succesvol te kunnen toepassen.
Reconstructie
Is het typisch Europees, als ict-partner meedoen aan culturele projecten?
Er zitten wel Europese trekjes aan de combinatie cultuur, geschiedenis en innovatie. We delen ook veel achtergrond in Europa. Dat geeft een andere denkraam dan in Silicon Valley. Aan de andere kant, ict-bedrijven, ook in Europa, denken nog vooral in administratieve processen. Maar zo langzamerhand ontdekken beide groepen elkaar. En ook in de Verenigde Staten staan partijen op. Een concern als Google doet bijvoorbeeld ook veel voor de culturele sector.
Wat is jullie ambitie?
In 2005 zijn we het programma ‘Passion for Innovation’ gestart. Daarmee willen we laten zien hoe met moderne simulatietechnologie wetenschap, cultuur en geschiedenis valt te ondersteunen. Met 3D-technologie kunnen we bijvoorbeeld historici helpen om belangrijke gebeurtenissen en objecten te analyseren en te reconstrueren. Helpen, begrijpen en digitaal conserveren zijn onze uitgangspunten. We zijn bijvoorbeeld betrokken geweest bij een reconstructie in 3D van Parijs in de verschillende stadia van de geschiedenis, in samenwerking met het Carnavalet Museum.
La Douce
In het project ‘D-Day. Innovation’ willen jullie aan de hand van de 3D-modellen en simulaties laten zien dat de grootschalige invasie niet mogelijk was geweest zonder toepassing van innovatieve technologie, bedacht door logistieke specialisten en ingenieurs. Industrieel erfgoed bewaren op een digitale manier, noemde je dat tijdens een presentatie.
Ja, binnen die culturele projecten is Dassault Systèmes extra geïnteresseerd in de rol van technologie. Die blijft vaak wat onderbelicht. Die focus op het behoud van industrieel patrimonium is een paar jaar geleden ontstaan toen wij een verzoek kregen van de Belgische striptekenaar François Schuiten. Hij wilde een strip te maken over de beroemde Belgische trein La Douce en op de schutbladen van zijn album met behulp van augmented reality die trein tot leven wekken.
‘Okay’, zeiden we, ‘dat kunnen we. Maar bestaat die trein nog? Ja? Hoe ziet het ontwerp er dan uit. Is de blauwdruk er nog?’ Vervolgens zijn we er dieper over gaan nadenken. De kans is groot dan er van zo’n trein over tweehonderd jaar geen exemplaar meer over is. Dus stelden we vast dat als we het proces rond het ontwerp en de bouw ervan 3D in kaart brengen, de kennis geborgd is. Bovendien kun je via 3D-mockups als het ware een reis terug in de tijd maken. Na dit stripproject besloten we ons te richten op andere industriële erfgoedprojecten, zoals rond de logistiek van D-Day.
Harry Potter
Met dat benadrukken van technologie wil Dassault Systèmes ook zijn visitekaartje afgeven?
Ja, absoluut. Maar ik zie het breder. Er is een momenteel een serieus tekort aan ict-technici. Terwijl ingenieurs de wereld hebben veranderd. Door hun dromen waar te maken. Ik ben ooit het vak ingerold toen ik in 1992 op de tv de eerste virtual reality-bril zag. Die wilde ik ook. Verbeelding heb je nodig: denk aan Star Trek met de eerste mobiele telefoons, nu zijn ze er.
Mijn dochter zag een film van Harry Potter met die bezemstelen-wedstrijd en wil nu de ict-sector in om dat soort beelden, waar zware animatietechnologie achter zit, te leren maken. Iemand als Walt Disney zat vol verbeelding, maar ook een ingenieur/uitvinder als Elon Musk. Hij diende, samen met zijn Tesla Roadster-auto, als een inspiratiebron bij de vormgeving voor de verfilming van de superheld Iron Man.
Onze 3D-projecten zijn in die zin ook belangrijk omdat ze belangstelling en enthousiasme voor techniek kunnen opwekken. Daarom draait Dassault Systèmes ook mee in allerlei educatieve projecten en hebben we bijvoorbeeld van het D-Day-project allerlei interactieve opstellingen gemaakt die scholen en musea kunnen lenen.
Microfiche
Hoe raakt Dassault Systèmes betrokken bij culturele projecten?
We krijgen allerlei aanvragen binnen. Een selectiecriterium voor een nieuw project is om vast te stellen wat we er zelf van willen leren of willen bereiken. In het D-Day-project borduurden we voort op wat we hebben opgebouwd vanaf het Egypte-project. Alleen wilden we meer interactieve technologie toepassen. Op stapel staat bijvoorbeeld nog het gebruik van de Oculus VR-bril in een virtual reality-toepassing.
Dus jullie gaan door met het D-Day-project?
Ja, daar valt nog van alles aan te onderzoeken. De praktijk blijkt toch weerbarstiger. We hebben in anderhalf jaar tijd minder gedaan dan gedacht. Dat was ook zo bij het Egypte-project. Wat vroeger plaatsvond proberen we te vertalen in nieuwe technologie. Maar wil je een accuraat 3D-model maken dan heb je historisch onderzoek nodig.
We voelden ons ook echte historici. Voor het D-Day-project bleek bijvoorbeeld de blauwdruk die we kregen van het zweefvliegtuig Waco, ten dele onleesbaar. We moesten naar een archief in Washington om de microfiches te raadplegen. Dat is overigens ook een vraagstuk: hoe behoud je data voor de toekomst, ook digitale data? Daar zijn we nog niet over uit.
Overnames
Dassault Systèmes neemt regelmatig bedrijven over. Wordt die binnenkomende technologie ingezet bij culturele projecten?
Soms. We kijken er in ieder geval altijd naar. In 2005 hebben we bijvoorbeeld de Amerikaanse simulatiesoftwarebouwer Abaqus overgenomen. Met die software hebben we voor het Gizeh-project de Koningskamer ontworpen. Verder gebruiken we doorgaans onze modelleringsoftware 3D VIA Composer, de Catia-ontwerpsoftwaresuite en Delmia, een 3D-product waarmee je productielijnen en voorraadketens kan simuleren. Wat we dan nog niet in huis hebben maar wel nodig, ontwikkelen we zelf en halen we binnen via partners.