Chipmaker Intel moet alsnog een boete van 1,06 miljard euro betalen voor concurrentievervalsing. Intel tekende eerder bezwaar aan tegen die recordboete die in 2009 werd opgelegd, maar het Europese hof van justitie in Luxemburg heeft dat beroep van tafel geveegd. Intel beraadt zich nog op een mogelijke nieuwe bezwaarprocedure. Het gaat om de hoogste boete die de Europese Commissie ooit aan een bedrijf oplegde voor mededinging.
De rechter acht bewezen dat Intel tussen 2002 en 2007 zijn positie op de markt voor x86-chips misbruikte door hardwarefabrikanten als Dell, HP, NEC en Lenovo kortingen te geven als ze Intel-chips gebruikten. Die afspraken zouden ondermeer de concurrentie met AMD schaden. De rechter acht het bewijs ook gegrond dat Intel de elektronicaketens Media Markt en Saturn betaalde om hardware met Intel-chips in de schappen te leggen, in plaats van hardware met chips van concurrerenten.
Woordvoeder van Intel-Benelux, Kristof Sehmke, laat weten dat Intel de uitspraak bestudeert. De chipmaker kan tegen de uitspraak in beroep, maar of dat ook gaat gebeuren, is op dit moment niet duidelijk. Sehmke zegt dat de leiding van Intel ’teleurgesteld’ op de uitspraak heeft gereageerd.
Intel vocht de boete aan vanwege een gebrek aan bewijs. Volgens de chipmaker heeft de Europese Commissie verzuimd om getuigen te horen die de beschuldigingen tegenspreken. Bovendien stelde de chipmaker dat er geen consumenten benadeeld zijn door de vermeende praktijken. Het boetebedrag is volgens het bedrijf onevenredig hoog. Het bedrijf zegt in een verklaring: ‘Intel heeft steeds volgehouden dat de Europese Commissie op verschillende vlakken fouten heeft gemaakt en we zijn dan ook teleurgesteld in de uitspraak. We evalueren momenteel deze uitspraak en hebben nog geen beslissing genomen over een mogelijk beroep – we hebben daarvoor 70 dagen tijd.’
4,5 procent van de omzet
Volgens het Europese hof zijn de bewijzen voor concurrentievervalsing door Intel wel gegrond en daarom blijft het bij de boete die door toenmalig commissaris voor mededinging Neelie Kroes is opgelegd.
Over de kritiek op de hoogte van het boetebedrag schrijft de rechtbank dat het bedrag gebaseerd is op verkooptransacties en een zwaartefactor van 5 procent. ‘Dat ligt onderaan de schaal die tot 30 procent gaat. Bovendien bedraagt de geldboete 4,15 procent van de jaaromzet van Intel, dat is ruim beneden de toegestane bovengrens van 10 procent.’