Cofely is geen ict-bedrijf in de klassieke zin van het woord. Het concern, onderdeel van nutsconcern GDF-Suez, komt uit de hoek van de technische en facilitaire dienstverlening. Maar het in huis hebben van een eigen ict-aanbod is inmiddels een voorwaarde om klanten goed van dienst te kunnen zijn. 'Met de groei van het 'internet of things' in het vooruitzicht willen we hen ook kunnen bijstaan in het intelligent maken van hun omgeving', zegt Rob Damoiseaux, directeur Business en Project Development bij Cofely.
Cofely is een van oudsher Belgo-Franse technische dienstverlener die geen wortels heeft in de ict. Ingenieurs- en installatiewerk vormt het hart van bedrijf, waarbij het zich heeft gespecialiseerd in duurzame technologische oplossingen voor energie en milieu. De afgelopen jaren heeft het bedrijf in dit kader ook een positie gebouwd als bouwer en exploitant van datacentra.
Een logische ontwikkeling: het accent bij datacentra is komen te liggen op het speciaal ontwerpen, bouwen en inrichten van praktische, energie-efficiënt opererende locaties. Een kolfje naar de hand van Cofely dat als dochteronderneming van het Franse nutsconcern GDF Suez veel kennis heeft van energie- en koelingsvoorzieningen.
Pue
In Nederland opende het bedrijf in 2008 een groot datacenter in Maastricht. ‘Dat draait na zes jaar nog steeds ’top of the bill’. ‘De meeste klanten zijn toe aan een tweede fase it-outsourcing. We hebben het energieverbruik met behulp van slimme software en techniek verder kunnen verbeteren en halen nu een PUE van 1.2-1.3’, zegt Rob Damoiseaux, directeur Business en Project Development bij Cofely. PUE staat voor Power Used Efficiency, een ratio die aangeeft hoeveel stroom er nodig is om de ict-componenten in een rekencentrum te laten draaien versus de faciliterende elementen.
Geen twinning
‘Maar ook wij waren toe aan een tweede fase, namelijk het uitbreiden van onze ict-dienstenportfolio’, vervolgt Damoiseaux. ‘Klanten vragen om steeds meer aanvullende diensten en nemen niet meer genoeg met ‘enkel’ een m2-oplossing voor hun it-machinepark.’ Wat Cofely in Maastricht bijvoorbeeld miste, was een twinningopzet. De overname medio 2013 van Enne, een datacenterdienstverlener in Roermond, maakte dit wel mogelijk. Naast dat dit bedrijf de beschikking had over een datacenter dat als twinninglocatie kon dienen, bood het aanvullende diensten, zoals hosting en VoiP, die Cofely niet in huis had.
Damoiseaux: ‘Met de toegevoegde capaciteit en expertise van Enne kunnen we klanten nu ook data- en voice-werkplekbeheer leveren. Ook dienstverlening over de grens is mogelijk. We hadden al de samenwerking via de EuregIX lopen, maar we kunnen nu meer bieden, ook uit oogpunt van continuïteit. We beschikken ook over een eigen grensoverschrijdende glasvezelring en dark fiber-verbinding met onze partners in Aken.’ Bovendien vullen Enne en Cofely elkaar geografisch goed aan: Enne richt zich op Midden- en Noord-Limburg; Cofely op Zuid-Limburg.
Regio Namen
Recent is de locatie in Maastricht tevens gekoppeld aan het eind april geopende datacenter van Cofely in het Belgische Gembloux (regio Namen). Dit computercentrum is nu nog 1500m2 groot maar wordt in fasen uitgebreid tot 6000m2. De totale investering bedraagt 32 miljoen euro. Een deel van de locatie gebruikt Cofely voor eigen doeleinden en die van de moedermaatschappij. Zo is het GDF-zusterbedrijf Electrabel klant.
‘Het datacenter zal ook gedoseerd worden ingezet voor externe klanten. We beschikken nu met onze datacentra in Namen, Maastricht en Roermond een sterke driehoek met een eigen backbone om klanten in Nederland, België en Duitsland te bedienen. Op termijn zal er ook een aansluiting komen met datacentra van Cofely in Frankrijk. Bovendien kunnen onze Belgische ict-bedrijven, Dataunit en Quentris, nu ook in Nederland makkelijker diensten aanbieden.’
Hij vertelt dat het aanleggen van een verbinding tussen de locaties in Namen en Maastricht nog een flinke klus was. ‘We wilden dark fiber neerleggen, maar de Belgische connectiviteitsmarkt is nog erg gesloten; er zijn nauwelijks carrier neutrale aanbieders. We moesten in Wallonië dan ook zelf veel graven en hebben de opzet zoals die in Maastricht ligt, gekopieerd.’
Internet of things
De investeringen van Cofely in datacentra en it-dienstverlening moeten gezien worden in het bredere kader van, zoals Damoiseaux het noemt, de technische en facilitaire dienstverlening van het concern. ‘Wij zijn geen ict-bedrijf in de klassieke zin. Ons ict-aanbod vormt inmiddels een noodzakelijk onderdeel van onze dienstverlening. Klanten vragen om intelligente oplossingen en ondersteuning voor alles waar een kabeltje en een snoertje aan vast zit. Onze monteurs moeten niet alleen, simpel gezegd, een lamp kunnen verwisselen maar ook een ict-storing kunnen oplossen.’
Klanten vragen steeds vaker om slimme oplossingen op terreinen waar vroeger ict nooit zo’n rol speelde, stelt de directeur van Cofely. ‘Ik noem smart grid en smart metering bij energienetwerken, smart buildings waarbij met ict-toepassingen duurzaam energiebeheer wordt geregeld, of smart cities met allerlei duurzame toepassingen. Het gaat om het met behulp van ict intelligenter maken van processen en techniek. Wij staan aan de vooravond van een grote groei van m2m – ‘machine to machine’-communicatie – en in groter verband: the internet of things.’
The Matrix
Al die apparatuur die met elkaar wordt verbonden, levert een enorme data-explosie op die in goede banen moet worden geleid, vervolgt Damoiseaux. ‘De automatisering daarvan stelt nu nog niet zoveel voor, maar wil je als technisch dienstverlener daar straks een rol in spelen, dan moet je nu al vooraan staan. Het gaat om de digitalisering van de samenleving. Om je daarvan een voorstelling te maken, hoef je alleen naar een film als The Matrix te kijken.’
Uiteindelijk krijgt in zijn visie de rol van Cofely een andere lading en zal het van een technische dienstverlener een aanbieder worden van PaaS (platform-as-a-service)-achtige oplossingen. Klanten kunnen dan als abonneedienst een platform voor bijvoorbeeld duurzaam energiebeheer, afvalverwerking, beveiliging, waterbeheer of gebouwbeheer afnemen. ‘De basis ervan vormt ons facilitair management dat bestaat uit technische installatie- én ict-diensten. Het is onze ambitie dat klanten vervolgens met behulp van apps op hun tablets dit soort zaken flexibel kunnen regelen.’