Toen ik vorige week deze column schreef bereikte me het opvallende nieuws dat, na bijna dertig jaar, een einde aan de basisbeurs is gekomen. Vanaf 2015 krijgen nieuwe studenten geen geld meer, maar moeten ze het lenen. Als ouder van twee studerende kinderen heb ik hier een dubbel gevoel over.
Studenten hebben door het afschaffen van de beurs minder geld om het ouderlijk huis te verlaten. Dat is jammer want zo blijft mijn zoon, samen met z’n vrienden, mijn kratten bier leegdrinken en gooit hij steeds het leefritme door de war door overdag te slapen en ’s-nachts te stappen. In plaats van in Utrecht op kamers te gaan.
Mijn dochter daarentegen heeft helemaal niets met het studentenleven en past het Nieuwe Werken gewoon op haar studies toe. Als ik ’s ochtends naar mijn werk ga, komt zij in haar ochtendjas naar beneden en gaat online college volgen op haar laptop. Met twee keer per maand naar Amsterdam voldoet ze aan het minimum en de rest van haar tijd reist ze gratis met OV-kaart langs familie en vrienden.
Het afschaffen van de basisbeurs levert zo’n 1 miljard euro op. De minister wil dat geld gebruiken om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Dat vind ik nu wel een goeie zet, want het niveau van de docenten is ook niet meer wat het geweest is.
Ik sponsor voor zo’n 180 euro per maand per studie per kind. Volgens mijn kinderen krijgen ze hiervoor een handjevol inspiratieloze docenten, waar je alleen terecht kunt via een spreekuur en die nauwelijks op e-mail reageren. Op mijn vraag hoe dat komt, krijg ik als antwoord dat de docenten volstrekt wereldvreemd zijn. Het bewijs zie je wanneer na stages nogal wat studenten stoppen met hun studie en gaan werken. Zelfs een werkomgeving spreekt jongeren meer aan dan de Hogeschool of Universiteit.
Ik verwacht geen docent die met een koptelefoon de collegezaal komt binnenlopen. Maar misschien kan samen chillen er wel voor zorgen dat de docent het juiste talent bij de student boven water haalt.
Ik vat het ff populair samen; het motto van de jongeren is Yolo en daar hoort ongeveer één uur vooruit kijken bij. Ze vinden het niet cool van de politiek dat ze met een schuld opgezadeld worden die gemiddeld van 15.000 naar 30.000 doekoes stijgt. Ondanks de zorgen van de studentenbond heb ik nog maar weinig reacties van de studenten gehoord. Ik denk dat ze het wel gaan hosselen.
Over de studielening heb ik geen uitgesproken mening en ik heb er ook geen invloed op. Maar om nu al het hoger onderwijs over een kam te scheren? Ik werk al meer dan tien jaar met veel passie in het Hoger Onderwijs en deels in het bedrijfsleven en kan met trots zeggen dat ik met heel veel oud studenten nog prima contacten heb. En dat ze stuk voor stuk een baan in het vakgebied hebben. Natuurlijk kan ik niet over alle hogescholen spreken, maar ik ken best een aardig deel van de docenten in het it-gebied. Stuk voor stuk mensen met passie voor hun vak. Die allemaal veel te veel uren werken. Sinds ik werk als docent maak ik veel meer uren, dan ooit als consultant. Voor weinig salaris, maar wel met veel meer voldoening.
Ik ken ook de klachten van studenten die zeggen dat ik de e-mail niet lees, maar als ze zaken vragen die ze ook zelf kunnen opzoeken, dan zou ik een slechte docent zijn als ik ze dat niet zelfstandig zou laten opzoeken in plaats van het aan te dragen. Heeft u als ouder wel eens gevraagd naar de inhoud van de mail waarop geen antwoord komt? Of naar wat de studie van uw kind inhoud en wat de studiebelasting zou moeten zijn? En voldoet uw kind eraan? Veel tijd van de docent gaat zitten in het uitleggen en bijscholen van zaken die op de middelbare school al geleerd zouden moeten zijn. En in zaken die de student zelfstandig had moeten bestuderen, maar niet doet omdat hij of zij het baantje of de hobby belangrijker vindt. En dat doen we met veel liefde, maar ga eerst eens het volledige plaatje bekijken voordat je telkens wijst naar de docenten. Volgens mij zijn er nog steeds veel meer goede dan slechte docenten in het Nederlandse hbo- en universitair onderwijs. De buitenlandse studenten staan in de rij om hier te mogen te studeren. Buitenlandse bedrijven willen graag onze studenten voor afstudeerstages en uitwisseling en onderzoeksprojecten. Dat is niet voor niets.