Ict-opleidingen sluiten onvoldoende aan op het werkveld. Net afgestudeerde ict'ers beschikken vaak niet over competenties die werkgevers vragen. Ze hebben bijvoorbeeld te weinig kennis van cloud computing, big data en security doordat de opleiding niet aansluit op de huidige vraag naar bepaalde competenties. Dat blijkt uit onderzoek naar ict-opleidingen in Nederland. Brancheorganisatie Nederland ICT spreekt van een mismatch tussen opleidingen en het werkveld.
Nederland ICT schrijft: ‘De Nederlandse arbeidsmarkt kent veel moeilijk vervulbare ict-vacatures, zowel bij de ict-aanbodzijde als bij de bedrijven die ict gebruiken. En dat terwijl er veel ict’ers zonder baan zitten. Bovendien hebben net afgestudeerde ict-professionals niet altijd de competenties waar werkgevers behoefte aan hebben. Deze mismatch zit in opleidingsniveau, maar ook in het niveau aan ict-vaardigheden. Onderwijs en arbeidsmarkt moeten beter op elkaar aan gaan sluiten om deze mismatch op te lossen.’
Dat concludeert de brancheorganisatie naar aanleiding van het onderzoeksrapport ‘De ict’er bestaat niet’ dat in opdracht van CA-ICT, CIO Platform Nederland, Digivaardig & Digiveilig, het ministerie van Economische Zaken en Nederland ICT is uitgevoerd door Dialogic. Ook Ecabo en het IT Performance House verleenden medewerking. Doekle Terpstra nam het rapport 19 mei 2014 in ontvangst tijdens het jaarcongres van het Techniekpact.
Directeur Nederland ICT, Lotte de Bruijn: ‘De tekorten op de arbeidsmarkt voor ict’ers zijn een bedreiging voor het economisch herstel en zijn ongunstig voor de innovatie- en concurrentiekracht van Nederland. We zijn onvoldoende voorbereid op technologische ontwikkelingen zoals cloud computing, big data en cyber security. De komende vijf jaar zal dit van grote invloed zijn op de vraag naar nieuwe, anders geschoolde ict-professionals.’ Volgens De Bruijn moet voorkomen worden dat grotere bedrijven uitwijken naar het buitenland om daar gekwalificeerde mensen te werven. ‘Groot knelpunt is dat de inhoud van ict-opleidingen onvoldoende aansluit op functies in het bedrijfsleven, waardoor er een mismatch tussen vraag en aanbod is ontstaan’, aldus De Bruijn.
HBO-studenten
Uit het onderzoek blijkt dat ten opzichte van de uitstroom vanuit ict-opleidingen er bij werkgevers relatief veel vraag is naar ict’ers met een afgeronde hbo-opleiding. De uitgevoerde vacature-analyse toont aan dat werkgevers momenteel vooral een grote behoefte hebben aan ontwikkelaars (developers). Bijna 90 procent daarvan is geschoold op hbo-wo-niveau Een tweede functie waar de vraag het aanbod overtreft is die van accountmanager. ‘Studenten kiezen nog onvoldoende de studies waar vanuit de markt veel vraag naar is. Er is behoefte aan een betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt. Juist in het licht van huidige en toekomstige technologische ontwikkelingen’, aldus de onderzoekers.
Regionale verschillen
Uit onderzoek blijkt dat de meeste ict-vacatures afkomstig zijn van werkgevers uit de regio’s Middenwest (29 procent) en Noordwest (23 procent). De regio Noord blijft met 3,3 procent ver achter. De regionale vraag naar ict-professionals volgt grotendeels de specifieke regionale economische structuur. In de regio’s Noord, Oost, Zuidwest en Zuidoost ligt de focus op industrie, wat onder meer blijkt uit de relatief grote vraag naar technische specialisten in de regio Noord. In de regio’s Noordwest en Middenwest is er meer focus op diensten, waarbij er in Noordwest veel vraag is naar allround developers en in Middenwest veel vraag is naar accountmanagers. De vraag naar technische specialisten is daar juist laag.
Arie van Bellen (ECP, programmabureau Digivaardig & Digiveilig): ‘Binnenkort presenteren we een digitale landkaart die per regio aangeeft waar binnen de ict-markt de mismatches liggen. Daarnaast starten we met CIO Platform Nederland, DHPA, Digivaardig & Digiveilig, Nederland ICT en VHTO de campagne ‘Geef IT Door’ die de mismatch tussen aanbod en vraag moet terugdringen. Dit doen we door ict-professionals in te zetten die middelbare scholieren en studenten moeten warm maken voor een carrière in de ict.’
Een ding is zeker,
Wil je dat een opleiding in kwaliteit toeneemt,
Dan zul je docenten moeten zien te vinden die aan de gewenste kwaliteits normen voldoen
en dan ook nog eens deze kunnen overdragen.
En als je al in staat bent om die mensen te vinden, moet je er ook nog eens voor zien te zorgen dat ze niet naar drie maanden gillend wegrennen.
Ik vrees dat we wat lang zijn door gegaan met de teloorgang van het onderwijs.
Wij herkennen ons niet zo in de constatering van Nederland ICT. Veel bedrijven participeren in beroepenveldcommissies waar m.i. goed werk wordt verricht en waar echt naar elkaar wordt geluisterd.
Ik weet niet waar de signalen vandaan komen, maar we zien wel eens collega-bedrijven die op het eind van de opleiding even langskomen om te rekruteren en vervolgens teleurgesteld zijn in wat ze aantreffen. Maar verder geen enkele investering in deze opleidingen, zoals gastlessen, projecten, stages e.d.
Pas als je die meerjareninvestering doet gezamenlijk dan krijg je er ook uit wat je ervan verwacht.
Dit geld niet alleen voor IT, maar voor veel andere opleidingen, waarbij het onderwijzend personeel niet betrokken is bij fundamenteel onderzoek of uitvoering van het vak.
Tijdens mijn studie op de avond HTS in de 70’er jaren, was dit verschil al duidelijk merkbaar. Leraren die het leuk vonden om aan een avond HTS les te geven, waren vaak collega’s en betrokken in de ontwikkeling of kwamen van de Technische Universiteit en deden fundamenteel onderzoek. Het heeft nogal eens gebotst tussen (dag)leraren van de HTS en de groep, mede omdat de studenten vaak beter op de hoogte waren dan de leraar, mede omdat veel studenten bezig waren of met fundamenteel onderzoek of met de laatste ontwikkelingen.
Wil je dit voorkomen, zou een goede oplossing zijn om voor leraren een soort stage periode in te voeren, waarbij zij met de laatste ontwikkelingen kunnen werken en ervaring op te doen in de praktijk.
Zoals iedere student, die een stage loopt zal beamen, de praktijk is toch net even iets anders als de theorie.
Voeg hierbij dat wat je niet weet, je ook een ander niet kan leren.
Een eenmalige stage zal niet voldoende zijn, je zou ook kunnen denken in twee deelbanen.
In de meeste branches is er vraag naar (jonge) afgestudeerden. Maar de werkelijk reden voor het gevraagde opleidingsniveau is de verwachting dat kandidaten daarmee gelijkwaardig kunnen functioneren aan een vakvolwassen krachten (dei inmiddels afgevloeid zijn). Dat idee is er kennelijk niet uit te branden en weegt, zo lijkt het, extra zwaar in de ICT.
Jammer, want is niet goed voor de branche.
Slechts in enkele gevallen mag je verwachten dat iemand direct op het gevraagde niveau inzetbaar is (artsen/specialisten en nog wat andere specifieke beroepen), maar die studeren dan ook een aantal jaren extra, en vooral in de praktijk. Daar vinden we dat niet alleen normaal, maar ook noodzakelijk.
In een rapport piepen dat ICT opleiding niet aansluit op de verwachting zegt daarom vaak meer over het niveau van degene met de verwachting dan over het niveau van de opleiding.
Er bestaat veelal het idee dat competenties in de schoolbanken worden ontwikkeld, echter dit gebeurt pas echt in de praktijk. Daarnaast zal er altijd sprake zijn van een zogenaamde varkenscyclus. Wanneer je zaken opzet in het onderwijs, heb je daar na ongeveer 5 jaar profijt van, terwijl je zeker weet dat de situatie (zeker binnen de ICT) over 5 jaar weer geheel anders is.
Het onderwijs en het bedrijfsleven een stap dichter bij elkaar brengen lukt met name wanneer we vanuit het bedrijfsleven het onderwijs meer betrekken bij de behoefte aan ‘lifetime learning’. Dus waarom het hoger onderwijs niet betrekken bij omscholen en herscholen van gestrande 50 plussers om het grote tekort aan ICT’ers op te vangen?
Het is logisch dat een ICT opleiding niet in alle disciplines specialisten kan afleveren. Bedrijven moeten zich bewust van zijn dat ze een grote rol hierin hebben om de afgestudeerden verder op te leiden tot de specialist die ze willen. En het is ook nog onlogisch om van opleidingen te verwachten dat ze ieder half jaar of jaar veranderen om te kunnen voldoen aan de wensen van de bedrijven om leerlingen te scholen in een opkomende technologie of hype. Alleen een goede samenwerking tussen bedrijven en scholen kan oplossing bieden.
Indien bedrijven willen dat opleidingen op gelijke voet meegaan met de ontwikkelingen, dan dienen bedrijven ook te investeren in het mede opleiden van studenten, d.m.v. het leveren van onderwijsgevende specialisten en financiële ondersteuning aan scholen waardoor ze nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen bijbenen door het ontwikkelen van nieuwe modules.
ICT Nederland moet mischien eens de voortreffelijke reacties op dit artikel lezen en zichzelf dan eens op het hoofd krabben.
Goede mensen zijn er zat, voldoende kennis ook.
Nu nog zorgen dat het hele spel samen komt.
Tja……wat een verassing. Ik zal niet zeggen Ï’ve told you so…”, maar mag graag verwijzen naar mijn publicatie uit 2010 over het aspect ‘leertransfer’ in het ITSMF Best Practices magazine. Ook een verwijzing naar mijn blogs getiteld ‘De Epke Zonderland onder de ICT-ers gezocht’ en ‘Mismatchmoeras’ uit 2012, wil ik u niet onthouden. Verder sluit ik mij aan bij Jan van Bon……dit hebben we vaker gezien en zullen we vaker blijven zien, indien er geen effectieve en forse interventies gedaan worden door overheid, bedrijfsleven en opleiders.
Mijn oplossing; gewoon jonge getalenteerde ICT-ers naar bedrijven sturen, alwaar ervaren seniore ICT profesionals deze mensen de kneepjes van het vak bijbrengen. Slaan we 4 vliegen in één klap:
1. We bieden jonge talenten een werkomgeving
2. We helpen bedrijven aan het broodnodige potentieële talent
3. Benutten de kwaliteiten van seniore professionals
4. Maken gebruik van de meest effectieve leermethode: ‘afkijken’
Ik zeg: terug naar de gilden en het meester-gezel-principe!
John, twee hiaten aan je conclusie.
– Interventie door de overheid, zal niet gebeuren, maar goed ook, de we zijn allemaal bekend met de vakkennis van onze beleidsmakers
– Belangen van een select aantal bedrijven wegen zwaarder dan de kwaliteit van het eindresultaat.
Jouw voorstel hoe voor de hand liggend ook strookt niet met deze belangen.