De opkomst van Platform-as-a-Service (PaaS) ten behoeve van applicatieontwikkeling is de laatste tijd een veelbesproken onderwerp. Logisch, want veel organisaties merken dat de huidige enterprise-architectuur niet meer op gewenste snelheid mee kan en innovatie in de weg staat. De architectuur is te rigide geworden om snel in te kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden.
Mede hierdoor wenden al veel organisaties zich tot Platform-as-a-Service (PaaS)-oplossingen als de vraag naar nieuwe applicaties of functionaliteiten zich voordoet. Zo’n platform breng vele voordelen met zich mee op het gebied van kosten, snelheid, kwaliteit en wendbaarheid. Ik vind het jammer dat een PaaS meestal gebruikt wordt om point-to-point applicaties te bouwen die vaak één specifiek probleem binnen de organisatie oplossen. Waarom denken organisaties niet groter en zetten zij een dergelijk platform strategisch in als onderdeel van de enterprise-architectuur?
Waak voor wildgroei
Dat de huidige architectuur, meestal opgebouwd volgens het traditionele vijflagenmodel, niet wordt geroemd om zijn uiterst productieve ontwikkelomgeving moge duidelijk zijn. Het ontwikkelen van nieuwe applicaties binnen deze architectuur kost bijvoorbeeld veel tijd, gebruik van de watervalmethode is gangbaar en het ontwikkelen van nieuwe applicaties gaat vaak gepaard met forse investeringen. Toch kan dit niet zomaar van de hand gedaan worden. De architectuur zorgt voor zekerheid en stabiliteit en stelt IT-managers onder andere in staat om de releasestrategie, het beheermodel en de data-integriteit te waarborgen.
Als door het gebruik van een PaaS allemaal losstaande point-to-point applicaties om de bestaande architectuur worden gebouwd, ontstaat al snel een wildgroei aan applicaties met overlappende functionaliteiten en datamodellen. Voor de it-manager dus een belangrijke taak om te waken voor deze wildgroei en de applicatieontwikkeling in goede banen te leiden. Immers de aspecten met betrekking tot security en beheer mogen bijvoorbeeld niet uit het oog worden verloren.
Bereik totale agility
Door een PaaS strategisch in te zetten binnen de enterprise-architectuur kan de it-manager een wendbare omgeving neerzetten die naadloos aansluit op alle lagen van de architectuur. Een strategische inzet stelt organisaties in staat om vanuit een centrale omgeving snel datagedreven applicaties te ontwerpen en te implementeren voor iedere omgeving en device. Doordat dergelijke platformen vaak gebaseerd zijn op model-driven-development, zal de business het initiatief nemen tot de ontwikkeling van applicaties en zal in de rol van product owner betrokken zijn bij de ontwikkeling van deze applicaties.
De it-afdeling zal hierbij centraal de applicaties ontwikkelen en beheren. Dit stelt de it-manager in staat te waken over het grotere geheel en kan hij zich bezighouden met zaken zoals management, documentatie, maintenance en security vanaf één gecentraliseerd platform. Een wildgroei aan losse applicaties buiten het zicht van it wordt hierdoor voorkomen. In feite is het dus een win-win situatie voor zowel business als it.
Natuurlijk biedt PAAS kansen. Waaronder kansen om er een zooitje van te maken (net zoals die kansen er zonder PAAS zijn). Je conclusie dat het om een win-win situatie gaat heeft dan ook betrekking op wat er mogelijk is neem ik aan. Want ga je er niet verstandig mee om dan kan de praktijk natuurlijk ook lose-lose worden…
Beste Kees,
Hartelijk dank voor het delen van dit artikel.
PaaS is inderdaad hot maar het creeren van agility gaat wat mij betreft ook op in situaties waarbij men nog on-premise werkt en (nog) geen cloud ambities heeft.
PaaS ondersteunt dit optimaal omdat de IaaS ook veel makkelijker kan omgaan met gewenste agility. Toch is de manier waarop men softwareontwikkeling uitvoert cruciaal. Als we nog steeds handmatig C# en Java gaan krassen, is er van echte agility nog weinig sprake. De complexiteit van het ontwikkelproces blijft hoog en de productiviteit blijft te laag.
Gelukkig zie ik wel steeds meer bedrijven die dit soort tools strategischer gaan inzetten.
Er schijnt licht aan het eind van de ouderwetse ontwikkelmethode-tunnel!
Vriendelijke groet,
Mark