Het massale gebruik van applicaties en internet door consumenten stelt it’ers voor een enorme uitdaging. Als consument verwachten we dat we met onze mobiele telefoon onder andere direct geld kunnen overmaken, kunnen winkelen, en televisie kunnen kijken. Het gebruik van apps neemt de komende jaren alleen maar toe. Voor datacentermanagers betekent dit dat zij de datacentercapaciteit steeds slechter kunnen voorspellen. Daarom is het gebruik van data science voor hen essentieel.
Tot voor kort was de vraag naar de capaciteit van een datacenter relatief voorspelbaar. Maar het almaar stijgende gebruik van e-commerce, mobiel breedband en slimme apparaten heeft geleid tot een explosieve en onvoorspelbare vraag naar it. Daardoor is het plaatsen en beheren van servers en het toepassen van virtualisatie een ingewikkelde taak geworden. Ook de eisen aan de infrastructuurlaag veranderen continu. Zo kan een kleine aanpassing in een datacenter al de gehele koeling op z’n kop zetten.
Tekort aan opgeleide mensen
We stellen tegenwoordig hoge eisen aan it en de fysieke infrastructuur. Maar deze eisen zijn ook vluchtig en dus lastig om te voorspellen en te begrijpen. Tegelijkertijd hebben we met een groot tekort aan vaardigheden te kampen. Zo blijkt uit onderzoek van Data Center Dynamics dat 60,5 procent van de respondenten het tekort aan datacentervaardigheden zorgelijk vindt. Veel bedrijven met een eigen datacenter, it-bedrijven en co-locators hebben namelijk moeite om hun datacenters up en running te houden. Het ontbreekt ze aan interne expertise voor het volledig monitoren en begrijpen van hun datacenter. Laat staan dat ze al enige voorspellingen kunnen doen over de benodigde capaciteit.
En door continu wijzigende eisen die de business stelt, moeten zij de it-laag en infrastructuur continu aanpassen. Datacenterexperts zijn dus vooral bezig met hun dagelijkse takenpakket dat vooral bestaat uit het wisselen van racks, het zorgen voor voldoende servers en het onderhouden van de componenten van de infrastructuur.
Het belang van datawetenschap
Wat hebben datacentermanagers nodig om goed te kunnen inspelen op deze mix van explosieve, vluchtige eisen vanuit de consumentenmarkt en het tekort aan vakmanschap in de it? Het antwoord is: het op een betere manier inzetten van data science. Hiermee kunnen zij immers de infrastructuurlaag op een dusdanige manier beheren, dat zij begrijpen wat er in het datacenter is gebeurd, wat er nog steeds gebeurt en wat er gaat gebeuren. Datacenters worden hiermee schaalbaar, kunnen zich mee ontwikkelen met de nieuwe eisen en kunnen zich sneller aanpassen aan veranderingen. Tegelijkertijd zijn de datacenterexperts ervan verzekerd dat ze het maximale kunnen halen uit de waarde van hun activa.
Datawetenschap draait puur en alleen om het beschikbaar maken van nuttige data. Het is een combinatie van informatica, wiskunde en knowhow. Maar vooral ook: zorgen dat we alles in het datacenter door middel van sensoren meten. Die combinatie is ideaal. Door iedere component in het datacenter te loggen en te meten, krijgen we de beschikking over zeer veel data. Daar kunnen we vervolgens analytische tools – ofwel data science-technologie – op loslaten, zodat we patronen in al die gegevens kunnen ontdekken. Die data is van cruciaal voor het beheren en sturen van een datacenter. Datacenter infrastructure management (Dcim-)software is hierbij essentieel, omdat deze software het mogelijk maakt om het datacenter te modelleren en te analyseren. Dcim vormt daarmee de cruciale basis voor het op basis van datawetenschap optimaliseren van het datacenter.