Hippo lanceert Hippo CMS 7.9 met uitgebreide functionaliteit voor alle gebruikers voor een groter gebruiksgemak en meer veiligheid. De meest opvallende wijzigingen zijn advanced channel management en de introductie van CKEditor, SCXML Workflows en Secure Content Replication. Daarnaast werd de performance van Hippo CMS verder verhoogd en het geheugengebruik teruggebracht.
Met advanced channel management en de introductie van CKEditor krijgen eindgebruikers meer controle over websitenavigatie en de weergave van content, terwijl developers met SCXML Workflows geavanceerde workflowscenario’s kunnen ontwikkelen.
Dankzij advanced channel management kunnen eindgebruikers websitemenu’s in de Hippo CMS-gebruikersinterface bewerken zonder hulp van de it-afdeling. Met de drag-and-drop interface van Hippo kunnen marketeers snel specifieke (sub)home-, landings- en campagnepagina’s aanmaken. De introductie van CKEditor als nieuwe rich text field editor biedt een grotere gebruiksvriendelijkheid dankzij heel wat nieuwe functionaliteit zoals intuïtieve contextmenu’s, configureerbare sneltoetsen, spellingscontrole terwijl je typt en vele andere functies.
Door het creëren van een veilig replicatiemechanisme tussen publicatie- en invoeromgevingen, zorgt Hippo CMS 7.9 voor een extra veiligheidslaag voor content in staging- en embargofases. Enkel gepubliceerde live content wordt in de publicatie repository bewaard. Alle gepubliceerde inhoud, lay-out of gerichte aanpassingen van regels worden automatisch, onmiddellijk en consistent gerepliceerd van de invoer- naar de publicatiezone. Alle inkomende verbindingen naar de invoerzone kunnen worden geweigerd, wat binnendringen onmogelijk maakt.
Hippo CMS 7.9 introduceert de open source Apache Commons SCXML 2.0-bibliotheek en de W3C State Chart for XML (SCXML) standaardspecificatie om een workflowdefinitie als een state machine uit te voeren. Workflows kunnen ook worden aangepast in een actief systeem.
De performance werd verder verbeterd dankzij de introductie van een gestroomlijnd documentmodel in de repository-laag en het snel herladen van modellen op de publicatielaag om implementaties met een groot aantal kanalen en frequente wijzingen van de kanaalconfiguratie te ondersteunen. Het geheugengebruik van de publicatielaag werd met gemiddeld 30 procent verminderd.