Buiten de ict is het gangbaar om bij Europese aanbestedingen in de specificaties naar technische standaarden te verwijzen. Niet alleen omdat het praktisch is, maar omdat het moet van de aanbestedingsregels. Dat dit bij ict-aanbestedingen niet gebeurde kwam door een eigenaardigheid in de Europese regels.
Die eigenaardigheid bestond er uit dat er met standaarden per definitie standaarden van traditionele standaardisatieorganisaties zoals ISO, ITU, NEN et cetera bedoeld werden. Terwijl deze zelden standaarden produceerden die in de ict-wereld veel impact hadden. De ict wordt gekenmerkt door fabrikant-specifieke standaarden en veel zogenaamde consortiumstandaarden. Bijvoorbeeld standaarden van de IETF, W3C, OASIS et cetera.
De Europese Commissie heeft dit inmiddels onderkend en heeft de definitie van ‘standaard’ aangepast in desbetreffende Europese Verordening (EU 1025/2012). Naast de al bestaande standaarden zoals onderhouden door traditionele standaardisatieorganisaties worden specifieke consortiumstandaarden via een erkenningsprocedure door de Europese Commissie een gelijkwaardige status gegeven. In tegenstelling tot de ‘pas-toe-of-leg-uit’-lijst die wij in Nederland kennen is dit daarmee ook afdwingbaar vanuit de markt. Wie bij aanbesteding van ict niet om een dergelijke erkende standaard vraagt terwijl dat wel relevant zou zijn, schendt daarmee mogelijk het discriminatieverbod en het gebod tot transparantie in het aanbestedingsrecht. Wat tot stopzetten van aanbestedingsprocedures en schadevergoedingen kan leiden.
Eveneens nieuw is dat deze Verordening een opdracht bevat om vendor lock-in te verminderen:
‘Overheden die hardware, software en informatietechnologiediensten willen aanschaffen, moeten optimaal gebruikmaken van alle desbetreffende technische specificaties, bijvoorbeeld door technische specificaties te kiezen die alle geïnteresseerde leveranciers kunnen toepassen, waardoor de concurrentie kan toenemen en het gevaar kleiner wordt dat de overheden aan een bepaalde technologie komen vast te zitten.’
Hoe verhoudt dit zich nu tot het Nederlandse ‘pas-toe-of-leg-uit’ beleid? Dat is grotendeels afhankelijk van hoe de Europese lijst van erkende consortiumstandaarden zich zal ontwikkelen. Het wordt interessant als een standaard van de Nederlandse lijst het op Europees niveau niet haalt maar een andere standaard wel. Een lobby-oorlog rond odf en ooxml valt in dit opzicht te voorzien, maar is nog niet aan de orde. Over het algemeen zal het wel meevallen omdat veel standaarden van de Nederlandse ‘pas-toe-of-leg-uit’ lijst nationale profielen op standaarden zijn die een goede kans maken om op de Europese lijst opgenomen te worden.
Handhaving van de aanbestedingsregels wordt vooral aan de marktpartijen overgelaten. De huidige praktijk zal daarom op korte termijn dan ook niet veranderen. Dit nog afgezien van het feit dat de eerste Europese erkenningsprocedures nog maar net van start zijn gegaan. De ervaring van inmiddels ruim veertig jaar aanbestedingsrecht leert echter wel dat dit soort ontwikkelingen op de langere termijn een grote impact hebben. Ict-aanbestedingen gaan ‘normaler’ worden als het om standaarden gaat.
Dit zal zijn tijd nodig hebben. Juristen zullen er werk aan overhouden. Maar uiteindelijk zal het beter zijn voor alle partijen. Inclusief de partijen die handig gebruik hebben gemaakt van vendor lock-ins.
Op zich niet gek dat echt harde en open standaarden meegenomen worden in een aanbesteding. Ik begrijp dat het bovenop de bestaande door Europa vereiste standaarden. Dan zit je nog steeds bij een aanbesteding opgezadeld zit met de pretstandaarden van het ISO etc. De projectbureaucratie in optima forma.