Afgelopen zondagavond, de dag dat Ireen Wüst olympisch goud had gewonnen op de drieduizend meter, zapte ik wat langs de programma’s en stopte bij een praatprogramma waar Ireen naast Camiel Eurlings aan tafel zat. Aan Eurlings werd op dat moment de vraag gesteld wat het bedrijfsleven kan leren van topsporters. Een terechte vraag, zeker aan iemand die president-directeur van KLM en lid van het Olympisch Comité is en zich graag associeert met topsporters.
Vol verwachting klopte dan ook mijn hart. Helaas bleef het antwoord van Eurlings steken op het niveau van ‘opoffering, overwinning van tegenslagen, doorgaan en commitment’. Mooie eigenschappen voor ieder mens, maar de relatie met het bedrijfsleven is voor mij nog wat vaag, anders dan dat de top van het bedrijfsleven graag ziet dat de medewerkers deze eigenschappen inzetten voor de organisatie. Mooi was het dat in het vervolg van het interview Wüst echter twee hele wijze lessen gaf. Twee lessen die de meeste mensen helaas ontgaan zijn en die ik daarom in deze column nog maar een keer aanhaal.
De eerste wijze les kwam als antwoord op de vraag hoe ze de laatste ronde doorgekomen was. Of ze niet ontzettend moe was en hoe ze er dan toch nog een goede ronde eruit heeft weten te persen. Wüst gaf aan dat ze er inderdaad behoorlijk doorheen zat, maar dat ze geleerd heeft de natuurlijke impuls om ‘omhoog’ te komen en te gaan ‘harken’ te weerstaan. De kunst is om ook als het moeilijk wordt diep te blijven zitten en je techniek vast te houden. Dat levert uiteindelijk nog redelijke rondetijden op.
Kijk, bedrijfslevend Nederland, daar kunnen wij nog wat van leren. Als het moeizaam gaat is het immers ook onze eerste impuls om alles ‘omhoog’ te trekken en te gaan ‘harken’. Overal moet ineens van hogerhand goedkeuring voor komen, uitgaven worden beperkt en de sturing wordt geïntensiveerd. Wat Wüst ons leert is dat de rondetijden daardoor alleen maar slechter worden en dat het veel beter is om te blijven vertrouwen op je aanpak waar je hard aan gewerkt hebt om die te optimaliseren.
De tweede les gaf Wüst na de vraag wat haar advies aan de sprinters die de volgende dag aan de start verschijnen zou zijn. Ze adviseerde de sprinters om alleen te focussen op goed schaatsen en niet te denken aan de tijd. De tijd is immers een gevolg van goed schaatsen en je gaat niet beter schaatsen door te focussen op de tijd. En is dat focussen op de tijd nu net niet wat bedrijven doen; volledige focus op het resultaat en daardoor vergeten ze goed werk te leveren.
Dit geldt zeker voor organisaties waar aandeelhouderswaarde voorop staat, maar dit gedrag is ook bij andere organisaties gemeengoed geworden. Het blind achterna jagen van winst leid tot het niet meer genieten van het proces en het leveren van kwaliteit. Natuurlijk zijn de resultaten belangrijk, maar dat is toch niet het doel van je organisatie. Focus op het leveren van goed werk en dan komen de resultaten vanzelf is wat Wüst ons leert.
Als je het schaatsen volgt, welke Nederlander doet dat niet, kun je deze woorden ook bij het commentaar horen. Winnaars worden geroemd om het feit dat ze zijn blijven schaatsen, laag blijven zitten en de rake klappen die ze uitdelen. Mensen die het minder doen komen omhoog uit de ideale houding en gaan zichtbaar hard werken. Voor alle organisaties dan ook hierbij de tip, blijf in je ideale houding werken, vertrouw op je techniek en je zult de, onder deze omstandigheden, best mogelijke rondetijden rijden. Wees daar trots op, ook als dat niet het wereldrecord is wat in je budget stond.
Goed onderbouwd verhaal, antwoord van Wust en hoe de schrijver dat interpreteert. In ieder geval leuker dan weer timetomarketriedel.
Wust is echter min of meer zelfstandige. Ze kan het aanpakken hoe ze zelf wil. Probeer je verhaal maar eens te verkopen op een aandeelhoudersvergadering, als het slecht gaat met de onderneming.
Goed verhaal. Helaas zijn er genoeg bedrijven die alleen maar gefocussed zijn op het behalen van winst (en het tevreden houden van de aandeelhouders) en als het een beetje tegenzit alles uit de kast gaan halen om je waardevolle en goed presterende personeel zo voordelig mogelijk het bedrijf uit proberen te ‘harken’. Kwaliteit en daarmee het vasthouden van klanttevredenheid is hieraan ondergeschikt. Liever het oude personeel vervangen door schoolverlaters want dat drukt lekker de kosten. Is korte termijn denken en zeker een voorbeeld van in de ideale houding door blijven schaatsen.
Juist opgemerkt. Ik heb het bewuste interview ook gezien en vooral de laatste opmerking van Ireen is blijven hangen. Vrij vertaald kwam het er op neer dat je op het ijs maar 1 taak hebt en dat ik zorgen dat al je trainingsarbeid in uiting komt tot die (voor jou) perfecte ronde waarbij ‘elke klap raak is’ ook als het moeilijk wordt. Een goede eindtijd komt dan vanzelf.
En dat geldt zeker niet alleen voor sport hoewel daar het gevolg van de perfecte ronde direct volgt na het passeren van de finishlijn.
In het bedrijfsleven kan daar enige tijd tussen zitten. Zo gaf een gewaardeerde klant recentelijk (ongevraagd) aan dat we een extra factuur konden sturen als dank voor het vele en goede werk wat we voor hem gedaan hebben.
Ik vind dit een uitstekend artikel, zij het vanuit een ietwat andere inval belicht.
Wat wij kennen van eerdere crisisachtige situaties is dat het plompverloren op straat zetten van Human Capital vrij averechts werkt. Ten eerste omdat je dan namelijk een kenniskern kwijt bent die je jaren hebt opgebouwd en onderhouden en die kenniskern bouw je niet zo 1 2 3 weer op.
Het tweede, en je ziet dat in vrijwel alle geledingen weer tevoorschijn komen, is het aspekt Vertrouwen. Want als je namelijk als werkgever je niet betrouwbaar en stabiel betoont in mindere tijden, creeert vanzelf het beeld dat het alleen maar helen is maar wanneer het er op aan komt, je niet thuis geeft.
Continuiteit en Kwaliteit
Er zijn, ook in Computable, legio voorbeelden gepubliceerd wat er gebeurd als je kennis en ervaring vervangt door ‘young upcoming talent’ alleen maar om die ‘move’ zakelijk te rechtvaardigen. Plots komt je continuiteit onder druk te staan, om over het kwaliteitsniveau het dan al maar niet meer te hebben. Voor je het weet ben je bezig aan die neerwaartse spiraal. We hebben het dan ook maar even niet over die broodnodige betrokkenheid en betrouwbaarheid. Immers, ook hier geld de universele wetmatigheid, waar je mee om gaat….
We hebben in elk geval, bijzonder tragisch, mogen constateren dat de meest grote organisaties niet gevrijwaard blijven van faillissement of saneren. Maar wat je je zeker af moet vragen, om het even in de visie en ervaring van Ireen Wüst te houden, of die krampachtige en spastische beweging niet alles zeggend is. Namelijk dat je uiteindelijke schade vele malen voorspelbaar groter is zoals men het nu heeft ingestoken dan dat je zou zeggen, we doen het gezamenlijk een stapje terug en komen dan ook samen door de crisis heen.
Dat in volkomen tegenstelling dan de lege dop die men in Den Haag ‘participatiesamenleving’ heeft gedoopt. Want als er iets impotent is dan is het wel ieder voor zich en God voor ons allen. Geschiedenis heeft geleerd dat die weg weinig Rendement opleverd.
Een leuke vergelijking die tot de verbeelding speelt. Alleen kan je je afvragen in hoeverre deze overeen komt.
Wat dat betreft moest ik ook even aan het verhaal van DAF denken dat voor haar faillissement en doorstart. Daar waren ze bezig om hele goede vrachtwagens te bouwen die geroemd werden om hun kwaliteit. Maar qua onderdelen en andere logistieke bijverschijnselen waren ze absoluut niet op de hoogte van de zaken die ze hoorden te weten en zorgde dat ervoor dat er teveel overhead kosten waren voor secundaire processen en het totale resultaat te laag was om als bedrijf gezond te blijven.
Wat dat betreft is de topsport toch een wereld van extremen en dat je in het bedrijfsleven eerder naar een gezonde balans zoekt waarbij je je ogen wel op de bal houdt. Maar niet ten koste van alles.
Ik heb de winterspelen verder niet gevolgd, maar net dit stukje televisie wel gezien en inderdaad vond ik het een inzicht die ze deelde en zoals je het schrijft lees dit veel lekkerder dan een regulier artikel, ook dank daarvoor. Net als Jeroen vorige week schreef over zijn grootvader.
Ik ga dit ook vaker proberen. Dank.
Wat betreft de inhoud kan ik de lessen samenvatten met “Losers have goals and winners have systems” – Scott Adams, Dilbert.
Concentreer je niet op het doel, maar op de manier om het doel te bereiken en hou daaraan vast.
@Henri,
Winnaars hebben systemen?
Vraag dat maar aan de inwoners van Noord-Korea.
Past ook mooi bij je visie dat gebruik belangrijker is dan (privé-)bezit.
Eerlijk alles delen 🙂
De wijze les van Wüst is natuurlijk om niet in een controlekramp te schieten, maar te blijven vertrouwen op de aangeleerde, door en door getrainde, vaardigheden.
Jack,
Vanuit de eigenaar van het systeem (Noord-Korea) is het erg succesvol. Ik zal nog een mooie blogpost maken over wat ik precies bedoel.
Het aanleren van vaardigheden is vaak onderdeel van een systeem. Architectuur is mooi, maar uiteindelijk heb je een systeem nodig om het succesvol toe te passen.
En gebruik versus bezit slaat natuurlijk op de dienst, de functie, niet per se om bijvoorbeeld de data al hoewel daar ook nog wel een leuke boom over op te zetten is.