‘EQ is net zo belangrijk als IQ’, hoorde ik Kelly zeggen tijdens de Nationale IQ-test op tv. Voor de mensen die Kelly niet kennen: Kelly is een realityster die vroeger een jongen was en nu het lichaam en het IQ van een blonde del heeft. Ze kwam in de IQ-test uit op 79. Dat is vier punten hoger dan een gorilla.
Nu zegt dit ook weer niet zo veel, want dit IQ werd op tv getest door BNN. Het is natuurlijk raar dat de omroep met het laagste IQ, jouw IQ gaat testen. Als BNN een IQ van 130 bij je meet, dan kun je nog steeds dom zijn.
De weg teruggevonden
Dat is hetzelfde als je rijexamen moet doen en de examinator een vrouw is. Als je dan slaagt, weet je nog steeds niet of je kunt autorijden. Het is je in ieder geval gelukt om een uur met een vrouw in een auto te zitten zonder ruzie te maken en je hebt samen nog de weg terug gevonden ook.
Is in de ict EQ ook net zo belangrijk als IQ? Als je naar vacatures kijkt wel. Er wordt nog steeds vooral gezocht naar hele slimme mensen die van allerlei technische dingen moeten kunnen. Minimaal hbo, maar het liefst wo-niveau. Nu weet ik ook wel dat zodra we straks weer veel mensen nodig hebben, elke werkeloze aardrijkskundeleraar, die weet hoe je een laptop moet opstarten, wordt aangenomen. Maar het liefst hebben we nog steeds hele slimme mensen.
Kelly aannemen
De vraag is of dit slim is. Computerprogramama’s zijn rationeel, maar hebben geen gevoel. It’ers zijn daarom ook vaak mannen. Gebruikers hebben wel vaak gevoel. Eigenlijk zouden it-bedrijven dus op zoek moeten naar mensen zoals Kelly. Een vrouw die eigenlijk een man is. Terwijl ik dit opschrijf besef ik dat ik it-bedrijven adviseer om Kelly aan te nemen. Ik denk dat mijn EQ ook hoger is dan mijn IQ.
Je kunt EQ gebruiken als vage term om iets met ‘emotionele intelligentie’ aan te duiden – wat dat dan ook is. Persoonlijk vind ik alleen al de term “EQ” (een soort verbasterd emotioneel quotiënt) al bedenkelijk, omdat het IQ (het voorbeeld) als maat voor intelligentie allang niet meer voldoet. Tegenwoordig werken we met referentie normgroepen of benchmarks (ijkpunten). Waar je het grondig in kaart brengt kom je op afzonderlijke vermogens uit zoals overzicht voor architectuur, strategie en analyse voor contrasten en probleemherkenning.
Daniel Goleman heeft een poos geleden zelfs de term “groen EQ” gelanceerd maar snapte gelukkig (maar helaas te laat) dat dit een brug te ver is. Helaas, helaas, een eenmaal gelanceerd slecht idee vergaat nooit… Als iets een hype is, neemt menigeen het woord graag in de mond. Ook al is het inhoudelijk een ledig beginsel. Het is waarachtig net de onderbroek van de keizer.
Afgezien daarvan, draait het EQ geneuzel er altijd maar weer op uit dat I(c)T-ers “meer EQ” moeten hebben. De achtergrond van die bizarre wens is veelal onbegrip van het werk en het perspectief van I(c)T-ers.
“Ze” willen dat de technici heel geconcenteerd technisch en gedetailleerd bij voorkeur foutloos werk opleveren. Die eis blijft altijd overeind. Speciaal projectleiders en unitmanagers zijn daar tuk op.
Tegelijkertijd willen “ze” dat diezelfde technisch deskundige mensen, ondanks die opperste concentratie, open zijn naar hun omgeving en enthousiast reageren op elke sociale prikkel of gebeurtenis. Speciaal projectmanagers en unitmanagers zijn daar tuk op.
Lieve mensen, dat gaat nu eenmaal hoogst zelden samen. Of je bent geconcentreerd goed aan het werk als I(c)T-er, of je laat die concentratie varen en je doet gezellig mee met de oppervlakkige prietpraat over bijvoorbeeld EQ. Van iemand die kilometers diep gravend in zijn technische werk zit, moet je gewoon niet verwachten dat het een enthousiaste netwerkborrelende contactvaardigerd is. Ruw uit je concentratie gestoord worden doet pijn. Laat het hoogstens met mate gebeuren.
Dat sommige witte raven het toch makkelijk lijken op te brengen, is bijzonder en soms lovenswaardig, maar dat maakt het voor anderen beslist geen vanzelfsprekendheid of een haalbaar doel. Echt.
I(c)T-ers kunnen bovendien razend gefrustreerd worden van de paradoxale eisen die managers aan hun mensen stellen. Met evenveel recht kan je echter wel – en dat is wel redelijk – van managers verlangen, speciaal topmanagers, dat ze eindelijk eens trachten te snappen hoe ingewikkeld en storingsgevoelig slordig ontwikkelde code, architectuur en systemen zijn. Welke schade dat oplevert. Dat concentratie in je werk blijkbaar toch wel zijn voordelen heeft, ook al kan het tot een gedragspatroon leiden.
Dat projecten die te goedkoop, slecht bemenst (-onderbetaald-) en voorzien van een vage opdracht en te weinig tijd en middelen, haast per definitie mislukken, of je mensen nu babbelen of niet.
Maar voor die observatie vinden I(c)T-ers vaak dovemansoren.
Ook hier geldt: De goede (top)managers niet te na gesproken. Gelukkig zijn die er ook. Zij zijn natuurlijk duur. Je moet het trouwens niet omdraaien. Wie zichzelf duur noemt, hoeft niet goed te zijn…
Het zou fijn zijn als ieder gewoon in zijn of haar kracht mag werken en waardering krijgt om wat hij of zijn wèl goed kan – en vaak veel beter dan anderen. Dat we erkennen dat alle mensen, en in het bijzonder managers, feilbaar zijn. De kern van een goede organisatie is teamwork, samenwerking, taakonderscheid (complementair) en specialisatie. Vul maar aan… Laat technische mensen het technische werk doen en het gebabbel bij voorkeur aan anderen over, ver uit de buurt van ijverige deskundigen.
Voor wie er wat moeite voor wil doen, is er met I(c)T-ers niettemin uitstekend te praten. De meesten vinden het heerlijk. Persoonlijke belangstelling en begrip van de manager(s) doen wonderen. En in alle bescheidenheid, ik kan het weten, na enkele duizenden respectabele technici, andere professionals èn managers grondig onderzocht te hebben.
Ik zie in Sochi trouwens geen schaatsers met drie benen de race winnen. Twee benen volstaan blijkbaar.
Iemand met een hoog EQ realiseert zich simpelweg dat wijsheid belangrijker is dan waarheid.