In ontwikkelde landen zijn huisartsen en ziekenhuizen nog altijd het eerste aanspreekpunt bij medische problemen. Maar hoe lang gaat dat nog duren? Onze smartphone heeft de potentie om een enorme revolutie in het behandelen van ziekten teweeg te brengen. Nu al worden onze smart devices steeds vaker ingezet voor zelfdiagnose en zelfmonitoring, maar een gedeelde visie en een strategie van gezondheidsorganisaties voor de nabije toekomst blijft vooralsnog uit.
Iedereen loopt vandaag de dag rond met enorm krachtige apparatuur die in staat is grote hoeveelheden data te verzamelen, te berekenen, op te slaan en te versturen. De rekenkracht van onze smartphones is vele malen groter dan die van de Apollo 11 die Neil Armstrong naar de maan bracht. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ik kan mijn iPhone gebruiken als een digitale piano, routeplanner of filmcamera. Als ik in Spanje ben kan ik mijn telefoon op een informatiebord richten en op mijn scherm zie ik hetzelfde bord, dezelfde typografie, maar dan in het Nederlands. Richt ik mijn toestel op een restaurant, dan zie ik meteen honderden recensies van andere bezoekers, wat er op het menu staat en hoe ik moet reserveren.
En met de juiste applicaties kan mijn telefoon ook talloze medische toepassingen hebben, van preventie tot diagnose en zelfs behandeling van ziekten. Er bestaan al smartphone-apps die in staat zijn om alle telemetrische data te leveren die je van een patiënt in de intensive care nodig hebt. Dit opent een wereld aan mogelijkheden, in een tijd dat de gezondheidszorg overbelast, onderbemand en relatief te duur is geworden. Wat als je een heel groot deel van de werkzaamheden van medisch personeel bij de patiënt zelf kunt leggen en zo de eerstelijns medische hulpverlening voor een groot deel kan ontlasten?
Technologie is er klaar voor
Hoewel iedereen met een Android-toestel of een iPhone al toegang heeft tot applicaties waarmee je je calorieverbruik kunt meten, je medicijngebruik kan plannen en zorgverzekeraars kan vergelijken met een paar vegen over het scherm, gebeurt er nog weinig om artsen en patiënten samen te laten werken in de gezondheidszorg. De techniek is al voorhanden: er bestaan betaalbare dongles die sonogrammen kunnen maken en sensoren en apps waarmee je je bloed kan testen en je hartfuncties in beeld kunt brengen, met een nauwkeurigheid die niet onderdoet voor de apparatuur die in ziekenhuizen wordt gebruikt. Er is een pil in ontwikkeling die in combinatie met een smartphone app een week van tevoren kan voorspellen dat je een hartaanval of een beroerte gaat krijgen.
Patiënten kunnen dus in principe heel veel werkzaamheden van de eerstelijns hulpverleners overnemen. Maar dan is het natuurlijk wel nodig dat de artsen deze zelfdiagnose gaan begeleiden en faciliteren. Patiënten moeten worden ingelicht over welke apps betrouwbare informatie leveren, hoe ze deze informatie moeten interpreteren en wanneer het tijd is om contact op te nemen met de arts.
Certificering
Het ontwikkelen van een kwaliteitscertificaat zou in dat licht geen slecht idee zijn. Niet alleen om de patiënt te helpen bij het maken van een keuze voor de juiste app, maar ook om medische professionals meer betrokken te laten zijn bij de ontwikkeling van de apps. Wanneer gezondheidsorganisaties al in een vroeg stadium betrokken zijn bij het bouwen van de software, is er een veel hoger niveau van integratie mogelijk tussen de software en de medische wereld en kan er een veel betere samenwerking tussen patiënt en arts worden gerealiseerd.
Stel je voor dat een patiënt behandeld wordt voor een hartafwijking. In plaats van een periodiek controlebezoek aan de kliniek zou de patiënt zelf gedurende de hele dag zijn hartfuncties kunnen meten met een sensor en een smartphone app. De smartphone app stuurt de vergaarde data door naar een centrale database van de kliniek en signaleert afwijkingen op het moment dat ze plaatsvinden. Het resultaat is een vele malen goedkopere en veel fijnmaziger monitoring dan nu mogelijk is en wanneer de patiënt de kliniek bezoekt is er met een klik van de muis een enorme schat aan informatie beschikbaar voor de behandelende arts.
Er zijn talloze gelijksoortige scenario’s te bedenken, voor talloze aandoeningen. En de integratie kan zelfs nog verder worden doorgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan een consult via een videoverbinding tussen arts en patiënt. Of het elektronisch aanpassen van de dosering van een medicijn op basis van de gemeten effectiviteit, zonder dat hiervoor een bezoek aan de huisarts nodig is.
Miljoenen besparen
Het is vrij evident dat het terugschuiven van de eerstelijns hulpverlening op deze manier heel veel geld en tijd kan besparen. De kosten van de smartphone-apps en de sensoren zijn lachwekkend laag, vergeleken met de apparatuur die in ziekenhuizen wordt gebruikt. Het invoeren van nieuwe klinische informatiesystemen kan vele jaren en vele miljoenen euro’s kosten voor de arts ze zelfs maar uit kan proberen. De lat voor het uitproberen en goedkeuren van smartphone-apps ligt veel lager, waardoor artsen eenvoudig kunnen experimenteren en de oplossing kunnen kiezen die het best aansluit op hun praktijk. En alleen al op elektrocardiogrammen kunnen miljoenen euro’s worden bespaard door het inzetten van smartphones.
Voor we echter volledig kunnen profiteren van deze brave new world, is er een overkoepelende strategie noodzakelijk die breed wordt gedragen door huisartsenorganisaties en ziekenhuizen. Het is dus de hoogste tijd om dit punt op de agenda te krijgen en te zorgen dat de eindcontrole en de regie bij de gezondheidsorganisaties komt te liggen.
Ik pik even 2 uitspraken uit dit betoog:
” met de juiste applicaties kan mijn telefoon ook talloze medische toepassingen hebben, van preventie tot diagnose en zelfs behandeling van ziekten ”
en
“met een nauwkeurigheid die niet onderdoet voor de apparatuur die in ziekenhuizen wordt gebruikt”
Het spijt me zeer maar een weinig informatie over de huidige stand van de medische wetenschap verzamelen voorkomt dit soort fantasien.
Er is ook nog zoiets als privacy.
Jan,
Dit is natuurlijk nog ietwat in de toekomst kijken wat Frank doet. Maar die toekomst is niet zo ver weg als je denkt. Want de ontwikkelingen op dit gebied gaan razend snel.
Privacy zal hier in natuurlijk altijd wel een punt van discussie zijn. Maar ook dit is niet onoplosbaar, mits dit juist wordt aangepakt. Je ziet dat we de laatste jaren steeds vaker zaken met onze smartphone kunnen regelen. Dus waarom zou dit niet in de Zorg kunnen? Hier kan juist zoals Frank al aangeeft een enorme kostenreductie en efficiency behaald worden, als we slimmer en effectiever met dit soort zaken omgaan.
Een heel grappig artikel als basis voor een boek. Het probleem is namelijk dat de apps nog geen volkomen niveau hebben bereikt en je wat het onderwerp betreft je nooit afhankelijk zou moeten stellen van een app.
Het probleem is dat een bepaald ziektebeeld een som der delers is vaak en alhoewel een app van toegevoegde waarde zou kunnen blijken te zijn, veel patiënten zijn domweg niet in staat een ‘diagnose’ en aanbeveling van een app op te volgen. Ik heb het dan nog niet eens over zaken zoals medicijn insufficiëntie of verborgen menselijke gebreken en allergie.
Moet een ziekenhuis of arts dit faciliteren? Ik denk dat je er gezamenlijk als ‘streefpunt’ naar zou moeten mogen kijken maar…. met recente stroomstoringen in mijn achterhoofd, je er zorg voor moet dragen dat artsen en verpleegkundigen vooral kennis en ervaring op moeten doen en borgen.
Wel een aardig artikel overigens.
Frank,
Sommige onderwerpen in je artikel zijn juridisch gezien niet haalbaar, voor de rest ben ik het met je eens. Maar hoe komt dat dat we er niet zover zijn?
Een NFC-chip icm je smartphone kan je veel mogelijkheden bieden, ook op het gebied van zorg. Maar waarom is NFC nog niet door leveranciers van smartphones geadopteerd? Ik zou zeggen dat Philips de motor achter deze innovatieve ontwikkeling moet zijn, maar………..waarom is het nog uitgebleven? Of zijn er andere zaken die integratie van smartphone in de zorg tegenhouden waar we geen weet van hebben?
In deze context refereren naar het boek ‘A brave new world’ is totaal ongepast en indien dit bewust wordt gedaan moreel zeer verwerpelijk.
(Voor wie zich afvraagt waarom, lees het boek maar eens.)
De smartphone is niet veilig. Internetbankieren op een smartphone is af te raden. En contact met medici waarbij de medische vertrouwelijkheid geldt via een smartphone is ook af te raden. In een tijd waar big data big bucks betekenen is uw persoonlijk informatie letterlijk het kostbaarste bezit wat u heeft.
De smartphone kan wel als uw persoonlijke hulp dienen maar houdt er rekening mee dat die informatie ook in de cloud kan worden opgeslagen als back-up voor de telefoon. (En dus feitelijk beschikbaar is voor de overheid als zij daar reden toe zien.)
In het VK krijgt de overheid al toegang tot de EPD’s van DHS. De kans dat dit overwaait naar ons land is ook aanzienlijk. Al was het maar dat de zorg de grootste kostenpost van de overheid is en men er dus bij gebaat is om daar zoveel mogelijk controle over te krijgen.
Reza,
Welke zaken zijn volgens jou niet juridisch haalbaar?
@ Ruud
bij een behandelfout, wie is er dan juridisch aansprakelijk voor de vervolgkosten?
De patient, de app-leverancier, de database-beheerder of of of . . .
Ruud,
Jan was me voor.
“Er is een pil in ontwikkeling die in combinatie met een smartphone app een week van tevoren kan voorspellen dat je een hartaanval of een beroerte gaat krijgen”
En als dit systeem niet juist werkt( verkeerde beoordeling/niet tijdig doorsturen van informatie etc etc) waardoor de patiënt overlijdt of flink beschadigd wordt wie is aansprakelijk?
Dit is juridisch zo ingewikkeld als juridische thema rondom de schade die je meemaakt door zelfrijdende auto.
Smartphone in de zorg kan misschien voor simpele behandelingen gebruikt worden waardoor het leven van patiënt bij het foutgaan van iets niet in gevaar komt.
Als eerste trok ik mijn wenkbrauwen op bij het lezen van de titel, ICT als wondermiddel lijkt me een paar stappen te ver. Niet in de laatste plaats doordat consumenten-IT bij mij niet direct bekend staat als veilig, betrouwbaar en duurzaam. De reacties kan ik in dat kader dan ook begrijpen omdat de techniek er misschien wel klaar voor is maar de zorgvrager en zorgverlener misschien nog niet.
Betreffende juridische aspecten vind ik discussie wel aardig maar als ik overweeg dat er nog maar weinig mensen een cursus EHBO doen, juist door een toenemende ‘claim cultuur’ dan vraag ik me af of we wel op de goede weg zitten. Sterker nog, het zelfbeschikkingsrecht lijkt me gezien de discussies rond euthanasie een maatschappelijk heet hangijzer te worden. Beetje zoals het met de apps gaat, je gelooft in Apple of niet;-)
Er zit een groot verschil in wat technisch mogelijk is en wat commercieel levensvatbaar is …
Een tweetal voorbeelden uit het artikel:
– Of het elektronisch aanpassen van de dosering van een medicijn op basis van de gemeten effectiviteit
– Er bestaan al smartphone-apps die in staat zijn om alle telemetrische data te leveren die je van een patiënt in de intensive care nodig hebt
Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat dit toepassingen zijn die direct impact hebben op het welzijn en de gezondheid van de patient. Wanneer je dit via een app op een smartphone of tablet zou gaan uitvoeren, wordt je smartphone ineens een medisch apparaat.
Aan een medisch apparaat hangen echter wel héél andere eisen dan een smartphone met app die een informatiebord vertaalt van Spaans naar Nederlands. De strenge eisen met bijbehorende testeffort (inclusief rapportage en certificeringen) zouden de apps al snel zeer prijzig maken.
Daarbij komt ook nog dat betreffende apps in een ongecontroleerde omgeving draaien (de maker van de app weet immers niet wat ik allemaal nog meer met mijn smartphone doe). Hierdoor staat de betrouwbaarheid van de app ter discussie, wat certificering als medisch apparaat zeer moeilijk (zo niet onmogelijk) maakt.
Apps voor eenvoudige diagnostiek … misschien wel leuk, maar om ze nu meteen tot wondermiddel te bestempelen gaat toch echt een brug te ver