It-afdelingen besteden soms bijna een kwart van hun tijd en middelen aan het evalueren, configureren en installeren van de diverse hardware- en softwarecomponenten die nodig zijn voor een datacenter of voor een specifieke bedrijfsapplicatie. Ook moet goed bepaald worden wat voor systeemcapaciteit een applicatie nodig heeft. Een convergente oplossing biedt verschillende voordelen, zeker als de focus ligt op de applicatie.
Dit soort ’traditionele’ uitrolprojecten zijn vaak langdurige trajecten met veel hobbels en onverwachte uitdagingen, omdat producten niet zo werken zoals wordt geclaimd, of omdat ze toch moeilijker met elkaar te integreren zijn dan verwacht. Dit alles betekent dat de kosten navenant kunnen stijgen, terwijl de beheercomplexiteit teruggedrongen moet worden.
Om deze problematiek aan te pakken, kiezen grote organisaties steeds vaker voor een convergente aanpak: het bij elkaar brengen en integreren van alle onderdelen van het datacenter – servers, netwerken, opslag en software – tot één compleet en schaalbaar geheel. Volgens onderzoek van IDC zullen convergente systemen in 2016 bijvoorbeeld een derde van alle enterprise cloud systemen uitmaken – met een groei van 54 procent per jaar.
Bedrijfsapplicatie centraal
Convergentie maakt compacte, ‘kant-en-klare’-datacenters mogelijk, waarbij de verschillende componenten optimaal samenwerken. Dat is op zich al een flinke stap voorwaarts, maar de echte waarde wordt pas gerealiseerd als daarbij wordt gekozen voor een complete oplossing die als geheel al is gecertificeerd en qua capaciteit is geoptimaliseerd voor een bepaalde bedrijfstoepassing. Bijvoorbeeld voor SAP HANA, Microsoft SQL, SharePoint, Exchange of Oracle. Dit maakt de implementatie van een dergelijke toepassing gemakkelijker en zorgt voor een snellere time-to-market, terwijl de risico’s worden verlaagd. En de voordelen gelden niet alleen voor het ontwerp en de implementatie, maar zeker ook voor de operationele inzet. Als de leverancier van de geconvergeerde oplossing dan ook kan optreden als het centrale aanspreekpunt voor het totaal, wordt het voor de klant allemaal een stuk eenvoudiger.
Een convergente infrastructuur maakt het datacenter flexibeler en efficiënter. Het levert besparingen op in kosten en in tijd, zorgt voor betere prestaties en meer efficiency, en maakt het mogelijk om sneller in te spelen op veranderingen in de markt en meer aandacht te schenken aan innovatie. Dit is mogelijk doordat in convergente oplossingen de verschillende it-onderdelen nauw met elkaar worden geïntegreerd en geheel geoptimaliseerd zijn met een focus op de – voor het bedrijf vaak kritische – applicatie. Want dat is uiteindelijk waar het de organisatie om gaat: die wil dat zijn bedrijfstoepassingen optimaal presteren, tegen zo laag mogelijke kosten. En juist die focus op de applicatie is waar een leverancier zich kan onderscheiden, door de oplossing ‘kant-en-klaar’ en volledig gecertificeerd door alle partijen af te leveren.
De belangrijkste kenmerken van een dergelijke convergente oplossing zijn:
- Het is een complete, vooraf volledig geteste infrastructuur die klaar is voor een toepassing of voor de cloud, die snel uitgerold kan worden, en die schaalbaar en makkelijk te beheren is;
- De organisatie hoeft zich geen zorgen te maken over tijd en geld te investeren in vraagstukken rond de betrouwbaarheid, beschikbaarheid, schaalbaarheid en prestaties van de geïntegreerde oplossing, omdat alle onderdelen optimaal op elkaar zijn afgestemd;
- De beschikbare it-middelen kunnen effectief worden ingezet, zonder additionele of overbodige investeringen;
- Geen zorgen over compatibiliteit en ondersteuning, omdat deze maatwerkoplossingen als geheel zijn gecertificeerd door de centrale leverancier.
Voordelen
Een geconvergeerd systeem biedt een aanzienlijk betere operationele efficiency ten opzichte van omgevingen die bestaan uit aparte oplossingen. Het is vaak moeilijk om informatie uit te wisselen tussen ‘informatiesilo’s’ en het beheer ervan is vele malen complexer. Dankzij de integratie van alle componenten in één, op virtualisatie gebaseerd systeem, maakt een geconvergeerde infrastructuur het mogelijk om alle beschikbare IT-middelen te combineren in centrale ‘pools’ die naar behoefte en automatisch kunnen worden toegewezen aan een applicatie. De grootste voordelen van een convergente oplossing zijn echter te vinden in besparingen in kosten en tijd. Daarbij is het gecentraliseerde beheer van een convergente oplossing eenvoudiger en vergt minder tijd, waardoor mankracht kan worden ingezet voor innovatie.
Omdat een dergelijk platform alle beschikbare middelen in een virtuele pool samenbrengt, kan capaciteit worden aangeboden als een service. Compleet met sla’s voor wat betreft de beschikbaarheid en de prestaties. Omdat die capaciteit ook volautomatisch beschikbaar gesteld kan worden aan applicaties, processen of bedrijfsafdelingen, nemen de flexibiliteit en de reactiesnelheid flink toe.
Organisaties die een convergente oplossing overwegen, zouden zich een aantal vragen moeten stellen om tot de beste keuze te komen:
- Ondersteunt de oplossing meerdere besturingssystemen en hypervisors, of zelfs ‘bare metal’ servers, waarbij toch een hoge mate van integratie wordt gegarandeerd, evenals goed gestroomlijnd beheer?
- Worden met de convergente oplossing ook bestaande it-investeringen beschermd en kunnen deze investeringen in de toekomst probleemloos worden meegenomen naar een nieuwe oplossing?
- Is het mogelijk om het hele datacenter met meerdere implementaties te beheren vanuit één beheerconsole, om zo de kosten en de complexiteit terug te dringen?
- Is de oplossing makkelijk schaalbaar en biedt het de flexibiliteit die nodig is om snel te kunnen reageren op nieuwe en veranderende behoeften vanuit de business?
- Wordt de oplossing ontworpen en gebouwd met het oog op de uiteindelijke bedrijfsapplicatie, inclusief alle benodigde certificeringen?
Deze vragen zijn niet altijd even makkelijk te beantwoorden, maar een convergente oplossing die aan deze voorwaarden voldoet is in staat om te voorzien in alle behoeften, niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst.
CI, Cloud computing, VDI, SSD, SDI, SDD..
Er is geen goed of fout die altijd op gaat. Het zijn gewoon oplossingsrichtingen die allemaal hun bruikbare eigenschappen hebben en valkuilen.
Soms is een lock-in dodelijk, soms is een lock-in geen probleem en een weloverwogen beslissing.
Uiteindelijk is het wel belangrijk om een strategie te kiezen die met allerlei factoren rekening houdt: Groei of krimp, scale-up of scale-out. Kosten, afschrijving. Erg in ontwikkeling en mogelijk minder standvastig versus flexibel maar duur.
Uiteindelijk is ook strategie en architectuur niet zaligmakend en kan het team wat erachter zit het verschil maken.
Net als met mainframe versus dikke clients zijn er wel wat golfbewegingen die je ook weer ziet in apps versus de browser.
Zelf heb ik een voorkeur voor “software defined” en bijvoorbeeld de browser en SOA en dan liefst op basis van een public cloud provider, maar die hebben ook weer nadelen als privacy zaken (compliance), lastige beheersbaar houden als je geen goede governance voert, lastiger te tunen performance en soms de kosten die extreem op kunnen lopen, om het dan maar niet te hebben over dat kennis lastiger in te kopen is.
Wel geloof ik in SD omdat dit uiteindelijk het best te automatiseren is en geloof ik in gebruik versus bezit…
Henri,
Op het gebied van Software Defined ben ik het helemaal met je eens.
Ook ik zie dit zoals eerder aangegeven als de toekomst.