Overzicht is bij grotere bouwprojecten cruciaal. Het integreren van bouw informatie management (bim) en geografische informatie systemen (gis) helpt daarbij. Daarvoor ontwikkelde advies- en ingenieursbureau Movares het webplatform Objectlive!. Zo worden alle betrokken partijen – met elk hun eigen eisen, wensen en belangen – bij elkaar gebracht.
Dat Movares zelf al zo’n 85 vakdisciplines kent, maakt het niet gemakkelijker. Bert Doeve, senior consultant GIS, legt uit dat een gebruiker van ObjectLive! één systeem ziet en gebruik maakt van meerdere achterliggende systemen. ‘Stel je een bouwwerk voor met allerlei informatie over eisen, risico’s en vergunningen. Je wilt zo’n eis veranderen. Via de eis zie je zowel het bouwwerk als de locatie en omgeving van het bouwwerk. Of andersom: als je ergens een gebouw wilt plannen, maar uit de database blijkt dat daar een gasleiding loopt, dan wil je precies zien waar die gasleiding loopt.’
Bim en 3D
Bim (bouw informatie management) zorgt ervoor dat alle data én alle onderlinge verbanden tussen die data zichtbaar worden gemaakt. René Dorleijn, hoofd Virtueel Bouwen: ‘Bim gaat over allerlei informatie in samenhang. Een bouwwerk zweeft niet, maar staat in een omgeving. Naast de administratieve procesgerichte data en omgevingsdata in gis, gaat bim ook over ontwerpdata in 3D-modellen. Een 3D-model van het bouwwerk en de gis-kaart met de omgeving moet je dus met elkaar verbinden. Als je bijvoorbeeld een pijler van een brug wilt bekijken, dan wil je de grondsamenstelling weten, zodat je weet waar je de fundering op moet dimensioneren.’
Via ObjectLive! komen gebruikers binnen via hun eigen ingang. ‘De ontwerper komt het systeem binnen via een voor hem herkenbaar datamodel, bijvoorbeeld een 3D-constructiemodel van die brug. Een omgevingsmanager gebruikt weer veel liever een kaart of luchtfoto. Maar doordat alle data met elkaar gelinkt is, kun je gemakkelijk bij alle data van je collega’s. Dat is het concept van ObjectLive! Dankzij dit platform wordt het lastig om langs elkaar heen te werken.’
Doeve: ‘De koppeling tussen gis en bim is gerealiseerd in Javascript. Zowel Arcgis for Server als de database-server staan in de cloud. Bij de client komt alles bij elkaar.’
Movares heeft zo’n 85 vakdisciplines. Dorleijn: ‘We vinden het belangrijk dat alle partijen hun werk in samenhang doen; op de raakvlakken moet het aansluiten. We willen bijna afdwingen dat als iemand iets verandert, hij moet kunnen zien op welk model, document of op welke discipline dat impact heeft. Dat moet tegelijk de onverantwoorde tien miljard euro faalkosten per jaar in de Nederlandse bouw- en infrasector fors laten dalen.’
Rol Arcgis verandert
Movares blijft innoveren om zo de werkprocessen te verbeteren en optimaal aan te laten sluiten bij de processen van partners en opdrachtgevers. Doeve: ‘Webtoepassingen worden belangrijker; het ter beschikking stellen van gegevens gebeurt voornamelijk via webplatforms. Zo kan integraal worden samengewerkt met alle stakeholders in bouw- en omgevingsprojecten. Bovendien dwingt het een opdrachtgever niet meer om gis in huis te hebben, de webbrowser starten is voldoende.’
ObjectLive! werd voor het eerst toegepast bij het project Heerlen Maankwartier, waar de sporen overkluisd moesten worden (bouw over een water of weg). Dorleijn: ‘Er werd al een jaar gewerkt om de tegenstrijdige eisen en wensen van alle stakeholders op elkaar af te stemmen – de gemeente, Prorail, winkeliers en kantoorhouders. In korte tijd smeedden we gezamenlijk een bruikbaar totaalplaatje van het gewenste eindresultaat, waar alle eisen in verwerkt waren. Dit werd een succes, omdat we alles met elkaar in samenhang brachten al voordat er een ontwerp was.”
Een ander project waar ObjectLive! een groot verschil maakte was de verbouwing op Utrecht Centraal. Doeve: ‘Op Utrecht Centraal hebben heel veel partijen belangen: de BRU, NS Stations, Prorail, NS Reizigers. Het overzicht van welke tekeningen er waren en welke versies gebruikt werden, was er niet meer. Wij hebben voor NS-stations alle ontwerpen in samenhang in één omgeving geplaatst, zodat ze over elkaar geprojecteerd konden worden. De overlap werd zo meteen duidelijk.’