Nederlandse politie en justitie mogen met een bevel bij telecom-, internet- en hostingaanbieders gegevens opvragen voor strafrechtelijk onderzoek. Aanbieders zijn wettelijk verplicht mee te werken aan het verstrekken van deze gegevens. In het publieke debat ontstaan steeds vaker vragen over het aantal informatieverzoeken dat politie en justitie doet bij aanbieders. Branchevereniging Nederland ICT vindt dat het de taak van de overheid is om over deze verzoeken transparant te zijn en wil niet dat iedere provider voor zich cijfers hierover bekend maakt.
Nederland ICT meent dat de juiste afweging tussen transparantie en opsporingsbelangen alleen door de overheid zelf te maken is. Dit zou volgens de branchevereniging niet bij de bedrijven moeten worden neergelegd. Nederland ICT roept daarom de overheid op om met een jaarlijks transparantierapport te komen.
Belemmeren opsporingswerk
Aanbieders mogen volgens de wet geen informatie bekend maken over individuele verzoeken van opsporingsdiensten. De overheid heeft daarnaast in antwoord op Kamervragen een dringend appèl gedaan op de sector om geen geaggregeerde cijfers bekend te maken, om te voorkomen dat opsporingsbelangen worden doorkruist. Bedrijven in de sector willen juist open zijn over wat er met klantgegevens gebeurt. Het bedrijfsleven kan echter niet inschatten wanneer transparantie opsporingswerk belemmert. Dat kan alleen de overheid, zo meent Nederland ICT.
De maatschappij vraagt volgens de branchevereniging om meer inzicht in welke mate de overheid informatie opvraagt van burgers. Aangezien het gaat om informatieverzoeken ten behoeve van de opsporingstaak van de overheid, heeft alleen de overheid het overzicht over de gevraagde informatie en de belangen die hierbij spelen. Transparantie in deze helpt volgens Nederland ICT het vertrouwen in de werkwijze van de overheid.
Verantwoord communiceren
Als de overheid zelf niet open is over deze informatie, en tegelijkertijd wel telecom-, internet en hostingaanbieders oproept tot geheimhouding, brengt de overheid bedrijven in een lastige positie. Nederland ICT vraagt de overheid daarom om te onderzoeken hoe de transparantie hierover op verantwoorde wijze kan worden verbeterd. Onderdeel hiervan zou de publicatie van een transparantierapport kunnen zijn, waarin de overheid zelf ieder jaar het aantal informatieverzoeken van opsporingsdiensten bij het bedrijfsleven bekend maakt.
In principe zou ik geneigd zijn ja te zeggen tegen het feit dat het een taak en zaak van de overheid is met informatie op de proppen te komen wanneer de burger daarom vraagt. In principe dan.
Meer en meer twijfel de burger aan de overheid die steeds dubieuzer dan wel eenzijdige informatie aflevert of beter gesteld, soms geen informatie. De ombudsman constateert die beweging ook en heeft daar dan ook verschillende malen over gepubliceerd.
Wat de stelling van het artikel betreft is er zeker reden tot zorg daar de hiaten, ICT professioneel, bij overheid en bedrijfsleven, in proces en procedure, steeds groter lijken te worden. Wat dat betreft een heel goed artikel.
Wat is er met de parlementaire demokratie gebeurd?
Hoe kan een parlament toestaan dat de overheid zo intransparent werkt?
Dat “Nederland ICT” zo reageert is logisch per slot gaat het om extra werk dat de leden voor de overheid moeten doen, en dat wil men graag terug leggen bij die overheid.
Waar is het nederland gebleven dat zich sterk maakte voor transparentie en demokratie, allemaal ingeslapen achter hun mobieltje?
Met het parlement is verder niet zo heel veel gebeurd. Wat er met de overheid gaande is dat in de automatiseringslagen die worden gemaakt teveel gaten en grijze gebieden zitten om veel vastgelegde diensten uit te kunnen voeren.
Dat heeft de nodige tijd en bemensing nodig. Wat er in dit opzicht mank gaat is dat er met regelmaat de totaal verkeerde mensen op de verkeerde (IT)plekken komen te zitten met alle gevolgen van dien.
Tel hierbij op dat in een groot aantal projecten de overheid helemaal niet zo op transparantie zit te wachten getuige de procedurebomen die men rijkelijk heeft opgetuigd waardoor het steeds moeilijker is aan completen informatie te komen.
Vertaalt men dit richting de connectie naar Brussel, dan ziet men een nog veel grotere zeer duurbetaalde intransparantie. En dat zal dan straks alleen nog maar erger worden wanneer de NL overheid de volgende stap naar Brussel zet.
Een bijzonder eenvoudig voorbeeld in NL, getuige dit artikel is dat opsporingsbeleid. Terecht dat men geen inhoudelijke inzage krijgt in lopende zaken. Dit heeft alles te maken met de soevereiniteit van de rechterlijke macht binnen de trias politicas. Niettemin zou inzage achteraf, mogelijk geanonimiseerd gewoon mogelijk moeten zijn.
Dat vertrouwen in de overheid ver te zoeken is dat heeft de politiek overigens volkomen aan zichzelf te danken.
Begin steeds meer sympathie te krijgen met de Duitsers die in de jaren veertig wél aan de bel trokken maar werden weggehoond.
Bij deze dan ook de filmtip:
Sophie Scholl, die letzten Tage.
ICT Nederland formuleert een probleem dat er niet is. Wil ICT NL alleen maar van de verplichting af? Nederland ICT, of een lid, kan die afweging inderdaad niet maken, tenzij de overheid die informatie geeft. Maar wat niet weet, wat niet deert.
De enige optie voor de leden van ICT Nederland is dan ook het publiceren van de integrale cijfers. Zij hebben immers geen weet van mogelijke verstoringen van onderzoeken. Daarmee worden ook geen individuele gevallen bekend gemaakt (tenzij een lid maar één klant heeft).
Zullen we in Nederland nog meemaken dat een onderneming daadwerkelijk het belang van de klant voorop stelt en meemaken dat een bedrijf weigert en daar mogelijk zelfs een rechtszaak over start? Zoals Amerikaanse ondernemingen in de VS wel eens doen? Ik vrees dat onze Nederlandse ondernemingen niet zo veel op hebben met hun klanten, zelfs al is dat ook in het eigen belang. Immers als niet gemakkelijk wordt meegewerkt, zal de overheid zorgvuldiger afwegen in welke gevallen een informatieverzoek wordt gedaan, en zal de last daarvan afnemen en daarmee de kosten.