Er zijn verschillende 'kabel'-abonnementen in dataminnend Nederland. Dit artikel geeft inzicht in de technische verschillen en beperkingen in de vaste verbindingen die bestaan. In dit artikel worden de vaste mediums besproken waarover het datasignaal getransporteerd wordt. Welk medium gebruikt moet worden, hangt af van de databehoefte die je hebt. In een volgend artikel komen de mobiele mediums aan bod.
Telefoniekabels
De langst gebruikte technologie wordt toegepast bij telefonie. Dit is een van oudsher in elkaar gedraaid aderpaar, waarover het datasignaal getransporteerd wordt. Het datasignaal is een elektrisch signaal dat op het koperen aderpaar gezet wordt, met daaromheen een magnetisch veld. (Wet van Ampere) Doordat er verschillende aderparen in een kabel zitten, vindt er onderlinge beïnvloeding van het datasignaal plaats, waardoor er overspraak plaats vindt. Zo kun je over slechte kabels soms een ander gesprek horen en merk je met het verzenden van data dat er hertransmissie moet plaatsvinden.
Om deze kabels die bij veel huizen binnen liggen zo lang mogelijk te kunnen gebruiken worden bij deze techniek de voedende kabels steeds meer vervangen voor glasvezelkabels en ligt de snelheidsbeperking in het laatste stuk van het netwerk, tussen de wijkcentrale/eindkast en de eindgebruiker. Het vervangen van deze glasvezelkabel gebeurd zonder dat de eindgebruiker dit merkt.
Het voordeel van deze technologie is dat de eindgebruiker zelf eenvoudig de kabels kan afwerken.
De snelheid die gehaald kan worden is te zien in onderstaand schema:
Dienst |
Max download snelheid |
Gemiddelde snelheid |
ADSL 1 |
8 Mbps |
3 Mbps |
ADSL 2 |
24 Mbps |
8 Mbps |
VDSL1 |
52 Mbps |
20 Mbps |
VDSL2 |
100 Mbps |
40 Mbps |
Televisiekabels
Ook deze technologie wordt al lang toegepast. De hierbij toegepaste coax-kabel bestaat uit een kern, waardoor het signaal in twee richtingen gestuurd wordt, met daar omheen een aardscherm om de beïnvloeding van buitenaf te beperken. Door dit ontwerp kan een hogere datasnelheid bereikt worden dan bij een telefoniekabel.
Om ook deze kabels die bij veel huizen binnen liggen, langer te kunnen gebruiken wordt ook in dit netwerk steeds meer coax vervangen voor glasvezel.
Het voordeel van deze technologie is dat de eindgebruiker zelf de kabels kan afwerken.
De snelheid die gehaald kan worden is te zien in onderstaand schema:
EuroDOCSIS versie |
Downstream |
Upstream |
1.0 |
55 Mbps |
10 Mbps |
2.0 |
55 Mbps |
30 Mbps |
3.0 (8 kanalen) |
440 Mbps |
120 Mbps |
Glasvezelkabels
Deze technologie wordt nu door enkele partijen als de beste oplossing gepromoot. Het voordeel van glasvezel is dat de signalen elkaar niet kunnen beïnvloeden. Hierdoor is overspraak een onbekend begrip bij glasvezel.
De snelheid die over glasvezel gehaald kan worden is niet meer beperkt door de kabel, maar door de actieve apparatuur van de provider. De bijbehorende datasnelheid is te zien in onderstaand schema:
Dienst |
Max snelheid |
BPON |
622 Mbps |
EPON |
1 Gbps |
SDH |
9,5 Gbps |
DWDM |
100 Gbps |