Ict’ers die vallen onder de ICK-cao krijgen in 2014 1,5 procent loonsverhoging. Deze verhoging is ter correctie van de inflatie en de betaling van meer pensioenpremie. Ook de doelenuitkering, beter bekend als bonus, gaat met 0,25 procent omhoog naar 2,55 procent. De Eindeboekjaaruitkering, voor ondernemingen waar geen afspraken over collectieve doelstellingen zijn gemaakt, wordt per 1 januari 2014 verhoogd van 1,61 procent naar 1,785 procent. De nieuwe cao gaat in per 1 januari 2014 en loopt precies één jaar.
De vakbonden werden eind november 2013 geconfronteerd met een brief van het Bedrijfstakpensioenfonds. In deze brief stond dat in 2014 bij een gelijkblijvende regeling de kostendekkende premie flink omhoog zou moeten. Daarom zijn vakbonden en werkgevers eind december met elkaar om de tafel gegaan en is er in korte tijd een onderhandelingsresultaat bereikt voor een nieuwe cao over 2014.
Pensioenpremie omhoog
In de brief van het Bedrijfstakpensioenfonds stond dat voor het behouden van de huidige Bpf-regeling de (kostendekkende) premie in 2014 met 2,4 procent omhoog zou moeten (van 25,4 procent naar 27,8 procent). Dit had volgens het fonds te maken met de gewijzigde samenstelling van de deelnemers van het fonds. Omdat de verdeling tussen werkgevers en werknemers in deze pensioenregeling bepaald is op 50-50, betekent een verhoging van de premie met 2,4 procent in de praktijk een premieverhoging voor werknemers van 1,2 procent van de pensiongrondslag (gemiddeld ongeveer 0,7 procent van het brutoloon, afhankelijk van de hoogte van het inkomen).
‘Als we dus niets zouden afspreken, dan zou de gemiddelde inkomensachteruitgang, tezamen met een verwachtte inflatie van ongeveer 1,5 procent, in totaal dus op ongeveer 2,2 procent uitkomen’, berekent belangenbehartiger Huug Brinkers van vakbond De Unie. ‘Dat is geen prettig vooruitzicht.’
Oplossing
Om de pensioenpremie niet onnodig voor één jaar te verhogen, is afgesproken om vooruitlopend op het verwachte regeringsbeleid het opbouwpercentage van de pensioenregeling te verlagen van 2,0 procent naar 1,875 procent. Dit geldt alleen voor het in de toekomst op te bouwen pensioen. Hierdoor hoeft de kostendekkende premie voor 2014 slechts met 0,6 procent te worden verhoogd (0,3 procent werknemers en 0,3 werkgevers). Deze 0,3 procent is wederom een percentage van de pensioengrondslag en is afhankelijk van de hoogte van het inkomen (gemiddeld ongeveer 0,18 procent van het brutoloon).
‘Het spreekt voor zich dat De Unie niet alleen een afspraak wilde maken over het pensioen, maar ook over het loon’, vervolgt Brinkers. ‘Immers, ook in economisch lastige tijden streven wij op zijn minst naar koopkrachtbehoud. En dat lijkt te zijn gelukt. Rekening houdend met de nog steeds lastige economische omstandigheden en enigszins vooruitlopend op verwacht regeringsbeleid, zijn we tevreden met het bereikte resultaat. Door de opbouw van het toekomstig pensioen nu al iets te verlagen (0,125 procent), blijven de benodigde extra premiekosten binnen de perken. Samen met de afgesproken structurele loonsverhoging (1,5 procent plus 0,25 procent) lijkt ook de verwachtte inflatie te worden gecorrigeerd.’
Stemmen over resultaat
De Unie legt het onderhandelingsresultaat nog voor aan zijn achterban. De vakbond verstrekt daarbij een positief stemadvies richting de leden. Tot en met 15 januari 2014 kan er online gestemd worden.
Alleen is de inflatie in het echt veel hoger dan die 1,5 procent. Dus per saldo ga je er als werknemer toch nog op koopkracht achteruit.