Zowel buitenlandse als Palestijnse ondernemers op de Westbank klagen erover dat de Israëlische overheid en de Palestijnse Autoriteit de economie belemmeren. Op de ranglijst ‘Doing Business 2014’ van de Wereldbank is de 138ste plek (van de 189) voor de Westbank en Gaza dan ook veelzeggend. Nederlandse ict-bedrijven die onlangs deelnamen aan de handelsmissie naar de Palestijnse gebieden en Israël en overwegen om een eigen ontwikkellocatie of joint venture te openen, moeten hier dus niet lichtzinnig over denken.
De Nederlandse ondernemers ontdekken tijdens de missie dat het zeker mogelijk is zich op de Westbank of in Gaza te vestigen. Tijdens een lunch met Palestijnse bedrijven komt Nawaf Helou aan het woord, country manager van de Palestijnse gebieden voor het Duitse softwareontwikkelingsbedrijf Axsos. Het bedrijf heeft een vestiging met ruim twintig werknemers in Ramallah. De Duitse directeur van Axsos Frank Muller schrijft op zijn site dat de Palestijnse gebieden volgens hem niet de goedkoopste locaties zijn. ‘Een werknemer is ongeveer de helft goedkoper dan in Duitsland, maar twee keer zo duur als in India.’ De combinatie van Palestijnse flexibiliteit met Duitse focus op kwaliteit is volgens hem echter ideaal.
Bureaucratie
De Engelsman Jerry Marshall heeft inmiddels een callcenter met 88 werkplekken op de Westbank gerealiseerd. Twintig Palestijnen zijn er inmiddels aan de slag. De bureaucratie viel erg tegen: ‘Het opzetten van de joint venture duurde lang en kostte veel geld.’ Alleen al in Engeland was hij maanden aan de gang met het verkrijgen van vijf documenten die noodzakelijk zijn om in de Palestijnse gebieden zaken in gang te zetten. Voor hem was het cruciaal dat hij een betrouwbare Palestijnse partner had. Marshall noemt ook een pluspunt: ‘Ik heb niks gemerkt van corruptie.’
Tijdens een van de persconferenties tijdens de missie wordt de Palestijnse premier Rami Hamdallah gevraagd wat hij aan deze bureaucratie doet. Hij mompelt wat over ‘maatregelen’ en ‘belastingvoordelen’, waarna hij benadrukt dat vooral Israël een goed functionerend zakenklimaat in de weg zit.
Tegenwerking door Israël
De Israëlische overheid maakt het er inderdaad niet makkelijker op. Twee Nederlandse ondernemers in de delegatie vertellen dat ze meer dan een uur zonder informatie in een douanekamertje doorbrachten, voordat ze het vliegtuig in mochten.
Het in Rijnsburg gevestigde bedrijf Lighthouse laat ip-data in Gaza vertalen en invoeren door het bedrijf Unitone. Managing director Kamassan Kaisiëpo heeft twee keer zonder succes geprobeerd om het gebied te bereiken. ‘En toen we in Nederland een delegatie Palestijnse bedrijven op bezoek kregen, kon Unitone er ook niet bij zijn.’ Tijdens de handelsmissie ontmoet hij directeur Saady Lozon van Unitone na een jaar samenwerken voor het eerst in levende lijve.
Internet betrouwbaar, maar duur
Ten slotte is het lastig om buitenlandse hardware snel te importeren en vertraagt Israël ontwikkeling van nieuwe infrastructuur. Jerry Marshall ziet wel dat het steeds makkelijk wordt. ‘Ik koop mijn materiaal van lokale leveranciers. En wie vaak gaat, komt steeds sneller door de controles.’
Marshalls internetverbinding en stroomvoorziening zijn betrouwbaar gebleken. Wel heeft hij een generator aangeschaft. ‘In achttien maanden is het aantal keren dat de stroom uitviel op één hand te tellen’, aldus de Engelse ondernemer. De prijs van breedband viel hem wel erg tegen. ‘Het bedrijf PalTel heeft hier praktisch een monopolie.’
Steun van Nederlandse overheid
Ict-ondernemers die een ontwikkelcentrum willen opzetten, kunnen net als Marshall rekenen op steun van de Nederlandse overheid in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Die betaalde vanuit het Public Sector Investeringsprogramma (PSI) honderdduizend euro van Marshalls initiële investering van drie ton. ‘Zonder deze ondersteuning had ik het niet kunnen doen’, blikt hij terug. Het Dutch Good Growth fonds van 750 miljoen komt ervoor in de plaats. Grote verandering ten opzichte van PSI: de gift wordt een lening tegen gunstige voorwaarden.