De eerste ict-professionals hebben op 12 november 2013 een Exin-certificaat ontvangen na een zogeheten e-Competence Assessment. Dit assessment is een nieuwe manier om vaardigheden van ict-professionals te valideren en gebaseerd op het Europees e-Competence Framework (e-CF). Directeur Bernd Taselaar van Exin legt uit waarom dit belangrijk zal worden.
Waarom dit nieuwe assessment?
Voor Exin is het beoordelen van vaardigheden van ict-professionals natuurlijk niets nieuws. Hierin zijn wij in de dertig jaar van ons bestaan juist groot geworden. Het begon allemaal met Ambi. We keren nu terug naar onze basis. Er is behoefte aan een beoordeling van praktijkvaardigheden, die wordt aangewakkerd door de opkomst van de zelfstandige professional, de zzp’er. Met een e-CF-certificaat kunnen zij zich onderscheiden in de markt.
Maar iedereen heeft toch al een certificaat?
Een certificaat van een opleiding geeft een indicatie van de theoretische kennis die iemand bezit. Een e-CF-assessment kijkt over de kennis die iemand heeft, maar ook welke ervaring hij in de praktijk heeft opgedaan. Ook op het terrein van zogeheten softskills. Opleidingen zullen eveneens in termen van competenties gaan denken. Het e-CF biedt daarvoor een universele taal die vaardigheden van ict-professionals beschrijft. Dat maakt professionals onderling vergelijkbaar, hun vaardigheden transparant. Een soort Transparanto, zou je kunnen zeggen.
Wie is jullie klant?
Dat is de ict-professional die in het assessment doet. Hij is immers zelf verantwoordelijk voor zijn succes, voor zijn carrière. Daarbij maakt het niet uit of hij als zelfstandige actief is, of in loondienst werkt. Het wil niet zeggen dat hij ook voor het assessment betaalt. De kosten kunnen worden gedragen door de bestaande werkgever, een nieuwe werkgever, detacheerder of een opdrachtgever in het kader van een aanbesteding.
Hoe vaak gaan professionals onder de loep?
In de praktijk zal dat gemiddeld eens in de drie jaar zijn, afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin een professional zich bevindt. Wie zich heeft ontwikkeld tot het hoogste niveau, zal op die competentie geen assessment meer hoeven doen. Vanaf het moment dat iemand zijn opleiding heeft afgerond begint hij praktijkervaring op te doen. Na een tijdje begint een assessment toegevoegde waarde te krijgen.
Waarom kiest Exin het Europese framework?
Het is in opdracht van de Europese Commissie in samenwerking met marktpartijen ontwikkeld en zal binnen een aantal jaar de basis zijn om zaken te doen met Europese opdrachtgevers. Bijvoorbeeld het ministerie van Binnenlandse Zaken was een eigen e-CF-traject aan het inrichten. Opdrachtgevers kunnen hierdoor gericht de juiste mensen vinden voor hun klus. Zij kunnen de vereisten zelfs al meenemen in een aanbesteding. Het is dus een breed gedragen raamwerk van ict-competenties. Daarom heeft Exin het e-CF gekozen als basis voor het assessment.
Hoe zeker is het dat e-CF de standaard wordt?
Die kans is heel groot, zeker als opdrachtgevers het als voorwaarde gaan stellen bij aanbestedingen. Het wordt al gezien als de Europese standaard. Nu moet er nog in de markt naar gevraagd gaan worden. De Tweede Kamer doet nu met een tijdelijke commissie onderzoek naar de achtergrond van het mislukken van overheidsprojecten. Door op alle vaardigheden van de betrokken ict’ers te sturen kan de slagingskans van projecten worden vergroot. Dit zal een verdere professionalisering van de ict-sector bewerkstelligen.
Hoe ver is Exin met het e-CF?
We hebben op dit moment het assessment voor zes competenties ontwikkeld. Aan het einde van dit jaar zullen dat er twaalf zijn. Nu we de methodiek voor het uitwerken van competenties hebben ingericht gaat het een stuk sneller. In de loop van volgend jaar kunnen alle 36 competenties worden gevalideerd. Om ict’ers er mee vertrouwd te maken ontwikkelen we ook een zogeheten quickscan. Professionals kunnen vanaf het eerste kwartaal 2014 die snelle test doorlopen, een gratis self-assessment waarbij zij kunnen zien waar zij staan. Dat zal voor veel ict-professionals de eerste kennismaking met het e-CF zijn.
Wil Exin daarmee eventuele koudwatervrees wegnemen?
Nee, het is louter bedoeld voor professionals om de waarde van het assessment en het framework aan te tonen. Ook organisaties kunnen een quickscan van hun personeel afnemen, daarvoor moet overigens wel worden betaald. Met een dergelijke scan zou bijvoorbeeld een mismatch tussen de strategie van de organisatie en de vaardigheden van het personeel aan het licht kunnen worden gebracht. Zo’n scan is natuurlijk van grote waarde voor organisaties.
Hoe gaat het eigenlijke assessment in z’n werk?
De professional wordt gevraagd een aantal formele documenten die zijn praktijkervaring beschrijven te overleggen. Opgegeven referenties en behaalde diploma’s worden gecheckt. Dan volgt een gesprek met enkele zogeheten assessoren, experts die hun sporen in de praktijk hebben verdiend. Die experts geven hun beoordeling via een protocol, zodat een beoordeling door verschillende experts altijd dezelfde uitkomsten oplevert. Een zogeheten review board geeft een second opinion. Daarna wordt het e-CF-certificaat aan de professional uitgereikt.
Is zo’n certificaat internationaal geldig?
Exin is een internationaal instituut. Wij hebben vertegenwoordigingen in honderdtwintig landen, van Japan tot Brazilië en alle landen er tussenin. Het probleem dat het e-CF-certificaat oplost is hetzelfde, of je nu een ict-opdrachtgever in China of Rusland bent. De internationale interesse voor het Europese framework is groot. Met een e-CF-certificaat kan bijvoorbeeld een Indiase expert makkelijker naar Europa komen. Wij verwachten dat die interesse de komende jaren snel zal toenemen.
Hoeveel assessments gaat Exin doen?
Een grote rivier begint als klein stroompje. Er zijn 250.000 ict-professionals in Nederland. In het eerste jaar zullen wij van enkele honderden naar enkele duizenden assessments gaan. Onze assessoren moeten de tijd krijgen om op te starten. We zullen van enkele tientallen naar honderden assessoren gaan, niet alleen in Nederland maar ook wereldwijd. De quickscans zijn volledig geautomatiseerd, dus daar zullen wij hooguit wat servers moeten bijschakelen.
Wat betekent dit voor Exin?
Het wezen van het bedrijf zal niet veranderen. We keren terug naar onze basis, het ondersteunen van de professional in zijn carrière. Wel moeten we onze kennis van dertig jaar weer wat duidelijker over de bühne brengen naar bedrijven en ict’ers. Wij tellen nu tachtig medewerkers, van wie er twintig in het buitenland werken. Eind volgend jaar verwacht ik dat zij een vijfde tot een kwart van hun tijd aan e-CF-gerelateerde diensten besteden. In potentie is dit heel groot. Vooral omdat wij in de markt het verst zijn met de concrete invulling en uitwerking van het e-CF.
Wie is Bernd Taselaar?
Bernd Taselaar is sinds januari 2013 algemeen directeur van Exin. In de acht jaar daarvoor maakte hij al deel uit van het bestuur van de Stichting Exin, enig aandeelhouder van het exameninstituut. Exin werd in 1984 opgezet door het ministerie van Economische Zaken. Taselaar kwam in het bestuur uit hoofde van zijn functie als operationeel directeur van branchevereniging Nederland ICT (toen nog: ICT~Office). Eerder werkte hij bij de brancheorganisatie Fenit, een van de rechtsvoorgangers van Nederland ICT.
Uit het artikel: Met een e-CF-certificaat kunnen zij zich onderscheiden in de markt
Dat is alleen maar zo als er een beperkt aantal mensen het certificaat halen. Als iedereen het heeft, biedt het geen onderscheidend vermogen meer. Indirect zegt Exin hiermee ook dat ze niet gelooft dat het zal ‘doorbreken’ in de markt.
Het zou misschien aardig zijn als Exin in een comment eens aangeeft hoeveel effort dit vergt van een bepaald type opgeleid mens. Elders in Computable is op dit punt al vrij vernietigend ingegaan.