De gemeente Zwolle kent de impact van geo-informatie. De gebruikers van geografisch informatiesysteem (gis) zijn gefascineerd door de voortrazende technologische mogelijkheden. Ze zorgen er vervolgens voor dat hun collega-niet-gis’ers ermee leren werken. Geo-bewustzijn creëren is het sleutelwoord. 'Ik heb gezien hoe kaartbeelden een fantastisch hulpmiddel waren bij het maken van beleid', zegt Peter van Capelleveen, hoofd geo-informatie van de gemeente Zwolle.
Hoofd geo-informatie van de gemeente Zwolle Peter van Capelleveen legt de werkwijze van de gemeente uit: ‘Binnen de gemeente Zwolle hebben we de insteek dat we informatie op maat leveren: de gebruiker vraagt om informatie, wij geven die en helpen bij de toepassing ervan. De geo-adviseurs werken met het Arcgis-platform van Esri. Beleidsadviseurs als Jaap Pleeging werken op tables, waar Arcgis op draait. Andere collega’s werken vooral met Geoweb. We gebruiken geo-informatie voor analytische vragen, maar ook ter ondersteuning van primaire processen, zoals kapvergunningen. We ontsluiten daarvoor de Groene Kaart, zodat de burger kan zien of de boom in kwestie op de kaart staat. Staat de boom niet op de kaart? Dan mag hij kappen.’
Marcel Broekhaar, adviseur geo-informatie: ‘Het blijft niet bij het aanbieden van antwoorden op vragen. De organisatie moet er echt iets kunnen met de informatie. Pas dan bieden we als afdeling geo-informatie meerwaarde. De workflow-technologie van Geoweb gebruiken we om een wizard op te bouwen, en mensen de informatie te geven die ze willen, zonder dat ze dat zelf eerst bij elkaar moeten klikken. Alle gemeenten kennen drie componenten: inhoud, geo-informatie en onderzoek. Wat wij hier technisch doen, is niet eens spannend, maar doordat we bij elkaar over de schutting heen te kijken en samen te werken, leren de afdelingen elkaar begrijpen.’
Bruggenhoofd
Beleidsadviseur Jaap Pleeging is vooral geïnteresseerd in het verzamelen van beleidsmatige informatie voor onderwerpen die de bevolking aanspreken. ‘Ik heb gezien wat een fantastisch hulpmiddel kaartbeelden waren bij het maken van beleid. In het kader van de WMO-voorzieningen willen we de burgers bijvoorbeeld zelf meer laten doen, via mantelzorg. De data bestond uit enquêteresultaten waaruit de bereidheid bleek om iets voor een ander te betekenen, en de WMO-aanvragen. Beide gegevens hebben we nu over elkaar laten leggen en gevraagd om een gebied te markeren waar de mix tussen vraag en aanbod het best is, zodat we daar een pilot konden starten. Ik ben voor de geo-afdeling het bruggenhoofd, zodat ik mijn eigen eenheid kan laten zien hoe fantastisch geo-informatie gebruikt kan worden.’
‘Je moet het zien en ermee werken om te ervaren wat de voordelen zijn’, vult Van Capelleveen aan. ‘Dat geeft energie, zelfs zo dat de afdeling Onderzoek & Statistiek en wij samengaan. We willen zelfs de naam ‘geo-informatie’ opgeven voor ‘informatie’.’ Broekhaar: ‘We zitten nu bij de wethouder aan tafel, waar we vroeger in de krochten van de organisatie werkten. Geo-informatie wordt gemeengoed; dat is een hele kluif, maar wel een lekkere.’
‘Ik wil-knop’
Van Capelleveen: ‘Vijf jaar geleden hadden we maar één toegang: Geopoort. Nu gebruiken we de server-technologie die daaraan ten grondslag ligt om informatie en functionaliteit te ontsluiten, via de map table, apps, Arcgis Online of Geopoort. Waar eerst iemand ons vroeg om een kaartje te maken, helpen we onze collega’s nu om zelf een kaart te kunnen maken. We willen toewerken naar ruimtelijke informatie die voor de hele gemeente beschikbaar is, en naar een gemeente-breed geo-bewustzijn. Als je mensen met geo wilt laten werken, moet het laagdrempelig zijn, via een iPad bijvoorbeeld. We waren dan ook blij met de knop ‘Ik wil’ in de laatste versie van Geoweb, of ‘Wat bevindt zich hier’.’
Gemeenschappelijke taal
Pleeging ziet dat de aard van de gemeente verandert. ‘We worden steeds meer een partij binnen de netwerksamenleving. Informatie van de politie, woningcorporaties en zorgverleners combineren we bijvoorbeeld om een probleem in een wijk in kaart te brengen. Samen bedenken we oplossingen die we ook weer inzichtelijk maken. Daarvoor moet je snel en accuraat informatie met elkaar kunnen delen.’ Van Capelleveen: ‘De kaart is dan de gemeenschappelijke taal. Dankzij Geobasis kunnen we snel al die gegevens ontsluiten.’
Pleeging: ‘Die ontwikkelingen gaan razendsnel. Ik zie voor me dat we binnenkort zo’n wijksituatie in 3d laten zien en ter plekke aanpassen. Qua gebruikersmogelijkheden kun je stellen dat de techniek humaniseert.’