De tijd van logge, statische enterprise applicaties ligt achter ons. Er is niet één standaard oplossing die voor iedere onderneming werkt. Een nieuwe categorie van applicaties is opgekomen. Deze ‘Smart process applications’ zijn gericht op het ondersteunen van bedrijfsactiviteiten waarbij de ondersteuning van de kenniswerker centraal staat.
Hierin mag tegenwoordig laagdrempelige functionaliteit op het mobiele device zo mogelijk niet ontbreken. Er valt echter op dit gebied nog veel te winnen wanneer de werelden van de jonge, creatieve app-ontwikkelaars en de ervaren business consultants meer bij elkaar worden gebracht. Resultaat? Efficiency, kostenbesparing en kwaliteitsverhoging.
Jarenlang hebben bedrijven geïnvesteerd in enterprise applicaties zoals erp, crm en scm, waardoor deze bedrijfsprocessen geautomatiseerd werden en zowel papier als mensenhanden steeds minder nodig waren. Maar bedrijven hebben meer nodig dan alleen de automatisering van het transactieproces, zeker wanneer de kenniswerker steeds meer centraal staat. Organisaties hebben dan laagdrempelige, flexibele, aanpasbare applicaties nodig die kunnen omgaan met onvoorspelbare en soms rommelige processen en taken van de kenniswerker.
Tijd en kosten besparen
Dit soort apps wordt smart process applications genoemd en ze bestaan al een tijdje. Dat de opkomst van dit soort apps een onomkeerbare trend is, bewijst het onderzoek vat Forrester Research van afgelopen jaar. Zij becijferden dat de totale markt voor smart process applications in 2015 34 miljard dollar waard is. Door gebruik te maken van dit soort apps kunnen bedrijven geld en tijd besparen en fouten terugdringen. Daarnaast biedt het een ingebouwd controlespoor dat gebruikt kan worden om processen te verbeteren en kwaliteit te monitoren. Gezien de aard van deze applicaties ligt het voor de hand dat naadloze ondersteuning via mobiele devices geboden wordt. Toch blijkt dat nog lang niet altijd het geval.
Evernote
Waar wordt dit door veroorzaakt? Veel business consultants die procesverbeteringstrajecten uitvoeren hebben nog weinig ervaring met het inzetten van mobiele apps in een bedrijfsomgeving. De kennis van de technische mogelijkheden en daarbij de randvoorwaarden voor het toepassingsgebied zit vooral bij de bouwers van mobiele applicaties, vaak jonge mensen die fris van een it-opleiding komen. Zij zijn veelal zeer creatief in het ontwikkelen van generieke, meer taakgerichte apps. Een bekend voorbeeld daarvan is Evernote, voor het maken van notities tijdens vergaderingen of het vastleggen van informatie op het whiteboard.
Taakgericht naar procesgericht
Zolang de kenniswerker nog niet beschikt over mobiele functionaliteit bij de in gebruik zijnde ‘smart process applications’ zal veelal gebruik gemaakt worden van deze generieke, publiek beschikbare, taakgerichte apps. Het risico daarvan is dat veel, mogelijk vertrouwelijke, bedrijfsdata ongecontroleerd en versnipperd wordt opgeslagen en onbedoeld het bedrijfsnetwerk verlaat. Maar omdat deze applicaties al ingeburgerd zijn en zo perfect toegesneden op de te verrichten taak zullen de medewerkers niet snel geneigd zijn over te stappen op een bedrijfsspecifieke procesgeoriënteerde equivalent van zo’n app, tenzij deze duidelijk meerwaarde biedt. Deze meerwaarde moet gezocht worden in het gemak wat een naadloze aansluiting op het verdere proces en de integratie met de bedrijfssystemen biedt voor de kenniswerker.
Samenwerken
Om het aantal kwalitatief goede, procesgerichte mobiele apps te laten groeien, zullen business consultants en app-bouwers vaker samen moeten werken. Op die manier wordt het beste van beide werelden samengebracht en daar profiteert uiteindelijk de kenniswerker van.
@Jack
Met het gevaar er een kip-ei discussie van te maken lijkt het me dat je eerst input nodig hebt om output te maken, van idee tot product is naar mijn opinie nu eenmaal ook een proces.
“Thinking is the hardest work there is, which is probably the reason why so few engage in it” – Henry Ford
Vertel me waarom we eigenlijk een business consultant nodig hebben?
P.S.
Selfservice is overschat, selfsupporting dat is de weg;-)
Ewout,
het wordt niet een kip-ei discussie; het is wel jouw wetenschappelijke versus mijn filosofische benadering.
Je reactie is kenmerkend voor het (wetenschappelijke) procesdenken: van input via verwerking naar output.
Als je in kennis ofwel in doelen denkt, dan heb je eerst (een beschrijving, besef, beeld van) de output nodig om vervolgens de input te verkrijgen. Bijvoorbeeld: je hebt al een ‘idee’ welk gerecht je gaat maken voordat je begint met het schillen van de aardappelen.
In de fenomenologie, een stroming die na 1900 is opgekomen in de Duitse filosofie, worden ideeën overigens betekenissen genoemd. Pas op basis van betekenissen kunnen feiten worden geconstateerd: de aardappelen zijn op, verrot, nog niet gaar, etc. Het heeft geen zin om wat dan ook over aardappelen te roepen als je niet weet WAT een aardappel is. Op basis van kennis, ofwel betekenissen, is pas informatie mogelijk.
In mijn optiek is selfservice een aspect van kunstmatige intelligentie, zodat we eerst de vraag moeten stellen wat menselijke intelligentie eigenlijk inhoudt. In verband met bedrijfsarchitectuur en bedrijfstechnologie wordt steeds vaker en terecht gesproken van selfservice, waarbij echter vergeten wordt dat het vraagstuk van het zelf behoort tot de centrale problematiek van de filosofie en psychologie van de twintigste eeuw. In het ‘Woordenboek van de psychologie’ (A.S. Reber, 2005) zijn maar liefst 8 verschillende betekenissen van het begrip Zelf (met bijbehorende psychologen) terug te vinden. Het zal je niet verbazen dat Maslow hier de meest aansprekende psycholoog is.
De filosofische aanduiding voor het zelf is: existentie. Bijgevolg is het vraagstuk van het zelf het meest grondig uitgewerkt in de existentiefilosofie; een Continentaal-Europese stroming die na 1920 is voortgekomen uit het fenomenologisch denken. Naast Heidegger moeten hier vooral Merleau-Ponty en Levinas worden genoemd. Ook voortgekomen uit de fenomenologie, maar beslist een zijspoor is het existentialisme van Sartre. Tot slot waren er ook existentiefilosofen die niet voortborduurden op de fenomenologie, zoals K. Jaspers. Bij deze filosoof heeft existentie meer een connotatie met ‘ziel’ dan met ‘zelf’. (Bron: HJ Störig. Geschiedenis van de filosofie).
Kortom, alles draait om betekenissen (Husserl) en architectuur (Heidegger).
Tot zover mijn mini-college 🙂
Als jij flexibiliteitsverhoging en complexiteitsreductie niet interessant vindt moet je vooral in processen blijven denken.
Mooie filosofische uitspraak vond ik die van Jan Schaefer: “In geouwehoer kun je niet wonen” Net als dat je op een lege maag niet kunt leven zoals naar ik meen ook Maslow al stelde met zijn fysiologische behoeftenpiramide. Over piramides gesproken, binnen organisaties zijn er verschillende lagen met elk hun eigen processen die lang niet allemaal ‘existenieel’ zijn aan elkaar;-)
“Je hebt al een ‘idee’ welk gerecht je gaat maken voordat je begint met het schillen van de aardappelen.”
Misschien ben ik gek maar volgens mij begint het het signaal van honger, de invulling van een behoefte. Een discussie over het ‘zijn’ of het ‘hebben’ is leuk maar als er geen transparant proces voor het ‘krijgen’ is blijft filosofie eerder kunst dan wetenschap;-)
P.S.
Zolang selfservice ingevuld wordt met ‘fastfood’ uit de automatiek zullen er slimmeriken blijven die ons knollen voor citroenen verkopen.
Is de behoeftepiramide van Maslow fysiologisch?
Dan is “Psychologie van het menselijk zijn” van Maslow; de vertaling van “Toward a Psychology of Being”, (2e editie, 1968) zeer aan te bevelen. Tip: http://www.boekwinkeltjes.nl.
Zeer toegankelijk geschreven; vereist geen enkele voorkennis van filosofie of psychologie.
Je opmerking dat het begint met een signaal van honger is je reinste behaviorisme.