Nederlandse artsen en patiënten maken in vergelijking met het buitenland meer gebruik van e-health-toepassingen. Maar op de keper beschouwt stelt ook in Nederland het gebruik van elektronische zorg nog weinig voor. Dit blijkt uit de Landelijke eHealth-monitor 2013. Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kondigt in een brief aan de Tweede Kamer aan dit najaar een aangescherpt beleid voor e-zorg te presenteren.
Uit de Landelijke eHealth monitor 2013 blijkt 66 procent van de Nederlanders informatie over zijn of haar ziekte of behandeling zoekt op internet. Veel minder mensen gebruiken vormen van e-zorg voor online contact met hun zorgverlener. Zo maakte bijvoorbeeld slechts 2 procent van de mensen die een huisarts bezocht, daarvoor via het internet een afspraak. Patiënten zijn beperkt op de hoogte van de mogelijkheden die artsen aanbieden voor online communicatie.
Onbenut
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat veel partijen denken dat de toepassing van elektronische zorg zich nog voornamelijk in een experimentele fase bevindt en dat implementatie de nodige tijd kost. Hierdoor blijven momenteel belangrijke kansen voor de zorg onbenut, schrijft minister Schippers in een brief aan de Tweede Kamer. ‘Zo blijkt uit het onderzoek dat zorggebruikers zelden digitaal toegang kunnen krijgen tot hun eigen dossier en dat ze nauwelijks gebruik maken van zelfmanagement tools. Ook bij de digitale uitwisseling van patiëntgegevens tussen zorgverleners, zowel binnen als tussen zorginstellingen, valt veel te winnen’, aldus de bewindsvrouw.
Bewustzijn
De minister laat de Tweede Kamer verder weten voor het kerstreces van 2013 een beleidsbrief over e-zorg en innovatie te sturen waarin ze de uitkomsten en aanbevelingen uit de monitor meeneemt. In de huidige brief geeft ze al aan dat er meer bekendheid moet worden gegeven aan de mogelijkheden van e-zorg en het vergroten van het bewustzijn en de deskundigheid voor nieuwe toepassingen onder zorggebruikers en -verleners. ‘Daarnaast dient geïnvesteerd te worden in informatieoverdracht zowel tussen als binnen zorginstellingen, en moeten patiënten inzage kunnen krijgen in bijvoorbeeld hun medicatiedossier’, stelt Schippers.
Monitor
De bewindsvrouw verwacht dat door slim gebruik van e-health grote voordelen in de gezondheidszorg te behalen zijn. Om een beter zicht te krijgen op het gebruik van elektronische toepassingen, met name via internet, kondigde zij in juni 2012 aan een permanente monitor te starten die inzicht biedt in het gebruik van e-health door patiënten en zorgverleners in Nederland. De eerste monitor, uitgevoerd door het Nationaal ICT Instituut in Zorg (Nictiz) en het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel), is nu afgerond.
Innovatie
In de monitor is gekeken naar vier vormen van e-health: zelf op internet zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie door patiënten, online contact tussen patiënt en arts, dossiervoering door artsen en het elektronisch kunnen delen van patiëntinformatie tussen behandeld artsen onderling.
Lies van Gennip, directeur van Nictiz, vat het beeld van de eerste monitor samen: ‘Als het gaat om het gebruik van e-health is Nederland een eind op weg in vergelijking met het buitenland. Zo lopen we echt voorop als het gaat om de automatiseringsgraad van huisartsen. Tegelijkertijd is Nederland nog een lappendeken van kleinschalige experimenten en worden lang niet alle mogelijkheden al op grote schaal gebruikt. e-Zorg biedt niet alleen kansen om problemen in de zorg het hoofd te bieden, maar het stelt ons ook in staat om Nederland innovatief te onderscheiden.’
Populatie
Voor de monitor zijn als respondenten 793 zorgverleners (52 procent man, 48 procent vrouw) en 769 zorgconsumenten (47 procent man, 53 procent vrouw). De groep zorgverleners bestaat uit 304 huisartsen, 89 psychiaters en 400 medisch specialisten.
e-zorg schrikt juist de doelgroep af.
Je kunt, voornamelijk oudere medemensen, geen menselijk contact ontnemen. Zorg is zorg, volgens de perceptie van de zorgvrager. Niet vanuit de aanbieder.
e-zorg, domotica, allemaal lullige oplossingen zonder een goede uitleg. Ook zorg.
Als je weet dat KPN een leger van “consultants” had rondlopen om de zakelijke klanten wekelijks uitleg te geven over de stapels kettingvellen die hun rekening behelsde, dan kun je daar als zorgverlener lessen uit leren. Mensen willen zaken snappen. Zeker als ze zorg nodig hebben.
De rest is techniek waar ze niets van willen weten. Als het past in het gevoel, dat er voor hun gezorgd wordt, en ze daaraan kunnen bijdragen, dan heb je een fanclub. En dat gaat op een meer dan persoonlijke manier.
Als we schemerlampjes in ziekenhuizen laten schijnen, wordt die zorg met 50% bedtijd verkort. Denk daar maar eens over.
Beste minister,
Vroeger leerden ze me dat aspirine overal tegen helpt: bij innemen tegen hoofdpijn, tussen knieën geklemd als anticonceptie en over huid gewreven tegen zweten. Ze noemen dat ook wel placebo-effect, als je erin gelooft dan doet het wonderen en zo is het ook met alle ideeën van ict in de zorg.
https://www.computable.nl/artikel/opinie/infrastructuur/4635284/2379248/zelfhulp-en-kameradenhulp.html
Minister Schippers heeft goed het rapport van Nictiz gelezen. Daarnaast zal E-Health (of gewoon op z’n hollands Elektronische Zorg of E-Zorg) alleen een grotere acceptatiegraad bereiken als de gebruiker c.q. patient er van overtuigd is dat de daarbij gebruikte gegevens veilig opgeborgen zijn, en niet toegankelijk zijn voor onbevoegde ogen. Uit alle berichtgeving de afgelopen jaren blijkt telkens weer dat allerlei partijen hier telkenmale forse steken laten vallen.
Zorg dus eerst voor een veilige dossiervorming, een toegang voor de gebruiker/patient tot deze gegevens, inzage door de patient wie welke gegevens heeft ingezien of wie er toegang toe heeft, en ga pas dan het gebruik van deze gegevens bevorderen. Elke andere vorm van E-Health zal alleen maar stranden.
E-zorg moet wel goed aangeboden worden. Ik heb een college van 63 die bij zijn ziekenhuis kan inloggen en uitslagen van onderzoeken ziet, afspraken kan maken, etc. Echter ik kan dat niet bij mijn ziekenhuis. Daarentegen kan ik online declareren bij mijn verzekeraar en hij kan dat weer niet. Bij mijn huisarts kan ik daarentegen voor kleine gespecificeerde dingen wel online afspraken maken, maar grotere zaken niet (dan bel ik voor een 10 of 20 minutenafspraak zonder te specificeren waar het om gaat en is het wel goed). Voor herhaalrecepten moet ik ook bellen.
Samenvattend, er zijn mogelijkheden en initiatieven, maar niet breed overal en voor iedereen beschikbaar. Bij voldoende aanbod wordt het ook gebruikt, en voor wie dat niet wil of kan is de oude methode er ook nog. Ze zijn ook niet gek in de zorg.
De directeur van Nictiz zegt “Zo lopen we echt voorop als het gaat om de automatiseringsgraad van huisartsen.”. Wat is voorop lopen in deze?
Het heeft echter nog niet gezorgd voor een voldoende bereikbaarheid, beschikbaarheid en klantvriendelijkheid van huisartsen in het algemeen in de beleving van de ‘client’. Ik krijg van veel mensen die vaak noodzakelijk een beroep moeten doen op de huisarts klachten hierover.
Ja er is een digitale koppeling tussen huisartsen en apotheek, maar in mijn ogen nog onvoldoende een goed functionerende ‘digitale koppeling’ tussen patient/client en huisarts waarbij de zorgbehoefte van patient/client centraal staat. En niet eHealth of de drukke agenda van de huisarts centraal staat.
Ik probeer daar zelf met mijn organisatie wat aan te doen door zorgverleners te ondersteunen in het ontwerpen van betere oplossingen met de client centraal, en levert al aardige resultaten. Maar het is nog een lange weg voordat we daar zijn waar we allemaal zouden willen zijn.
Mark Paauwe
CTO / Founder Dragon1