Datacenterdienstverlener Vancis gaat de infrastructuur van Stichting Bibliotheek.nl (BNL) in de cloud zetten. Vancis verzorgt de migratie van de ict-omgeving van de landelijke openbarebibliotheek-dienstverlener naar de cloudinfrastructuur in zijn datacentra. Ook neemt Vancis het technisch beheer van de systemen en de databases op zich. Volgens BNL gaat het om een risicovolle en tijdrovende klus. De stichting heeft daarom gekozen voor een extra lange looptijd van het contract, namelijk maximaal acht jaar. De totale contractwaarde is zes miljoen euro.
Bibliotheek.nl (BNL) maakte al gebruik van het datacenter van Vancis in Amsterdam, waar het eigen apparatuur plaatste en zelf de installatie en het beheer regelde. Deze omgeving wordt nu gemigreerd naar de cloudinfrastructuur van Vancis. Een klein deel van de omgeving van BNL was al in beheer van Vancis, maar dat maakte geen deel uit van deze aanbesteding.
BNL wil af van de werkzaamheden op het gebied van hosting, housing en beheer van nu nog zo’n driehonderd servers. Door dit in handen te leggen van één partij en te kiezen voor een schaalbare cloudoplossing verwacht de stichting een betere service en lagere kosten. Ook verwacht BNL door deze ontzorging zich beter te kunnen concentreren op de verdere ontwikkeling van de digitale bibliotheek in Nederland.
Uitzondering
De stichting schreef een aanbesteding voor managed hosting uit. Vancis heeft deze tender gewonnen en sloot met BNL een tweejarige overeenkomst met maximaal tweemaal een optie tot verlenging van elk maximaal drie jaar. Vancis voert de migratie naar de door het bedrijf geboden cloudoplossing uit onder regie van BNL. Alle infrastructuursystemen worden gemigreerd, uitgezonderd een aantal systemen die nog als beheerdienst door derden worden uitgevoerd. Op softwaregebied blijft BNL verantwoordelijk voor het functioneel beheer; het applicatiebeheer van de diverse bibliotheeksystemen ligt bij de desbetreffende softwareleveranciers.
Omdat de totale contractduur van acht jaar de maximale contractduur van vier jaar in de aanbestedingswetgeving overschrijdt moest BNL voor deze afwijking een onderbouwing indienen. Volgens BNL is ‘het migratietraject bij aanvang van het contract en na afloop van het contract complex, risicovol en kostbaar voor zowel de leverancier als voor Bibliotheek.nl en neemt het geruime tijd in beslag.’ Op de vraag voor een toelichting stelt Vancis dat het niet zozeer gaat om specifieke zaken maar dat ‘migraties van infrastructuren altijd complex, risicovol, kostbaar en langdurig zijn.’
Politiek
Wat de zaak compliceert is dat BNL sinds 2009 aan een landelijke digitale infrastructuur werkt die de Nederlandse bibliotheekvoorzieningen online toegankelijker maakt. Het bibliotheeklandschap is echter versnipperd en de stap om uiteindelijk vanuit deze situatie te komen tot zo’n landelijke digitale bibliotheek kent, zoals BNL het eufemistisch uitdrukt, ‘een grote mate van dynamiek.’ De stichting verwacht van de ict-dienstverlener, in dit geval Vancis, dat die adequaat kan omgaan met dit speelveld waarin allerlei belangen van talloze partijen, zoals bibliotheken en overheidsinstanties, meespelen.
BNL ontwikkelt en beheert verschillende landelijke diensten voor de 168 openbare bibliotheken in Nederland. Voorbeelden zijn een centraal beheerde website-infrastructuur, een datawarehouse en een nationale bibliotheekcatalogus. Doordat de bibliotheken grotendeels autonoom zijn, is er een grote verscheidenheid in het gebruik van websites en systemen.
Vancis
Hostingbedrijf Vancis is onderdeel van Stichting Surf, de ict-dienstverlener voor het hoger onderwijs, maar opereert als een marktpartij. Het bedrijf heeft datacentra in Amsterdam (Science Park) en Almere en is specialist in datacenter- en clouddiensten, managed services en technisch applicatiebeheer.
Als iemand die niet thuis is in de wereld van bibliotheken verbaast een zin als “Doordat de bibliotheken grotendeels autonoom zijn, is er een grote verscheidenheid in het gebruik van websites en systemen” me. Het klinkt zo voor de hand liggend dat bibliotheken hun krachten bundelen en, zeker waar het gaat om iets facilitairs als ICT, veelal dezelfde voorzieningen gebruiken. Gelet op de bedoeling om tot “1 landelijke digitale bibliotheek” te komen is de aanduiding ‘complexe bibliotheek klus’ wel op zijn plaats denk ik. Ik ben benieuwd in welke mate het ‘in de cloud zetten’ bij gaat dragen aan het bereiken van het gestelde doel.
Euh…. Twee jaar geleden schreef ik al eens iets over ouderwetse bibliotheken:
https://www.computable.nl/artikel/opinie/infrastructuur/4184192/2379248/bibliotheek-in-de-cloud.html
Misschien zijn bibliotheken autonoom maar ze worden grotendeels ook gefinancierd vanuit publieke gelden, beetje late ontwikkeling dus. De wil om samen te werken lijkt nu vooral voort te komen uit het feit dat de subsidiekraan dicht gedraaid lijkt te worden. Opmerkelijk ook de uitzondering die in aanbesteding gemaakt wordt en het feit dat Vancis een dochteronderneming is van Surf, misschien dat redactie daar wat meer duidelijkheid over kan geven.
Van harte gefeliciteerd. Maar ik vraag met toch af of Vancis, als onderdeel van SARA niet een oneerlijke concurrent is.
Als dochter van deze semi-overheidspartij SARA kan Vancis in tegenstelling tot andere partijen gebruik maken van een goedkoop datacentrum en goedkopere capaciteit?
…”Maar opereert als marktpartij” krijgt dan opeens een heel andere betekenis…
Commercieel gezien interessant hoe een commerciële organisatie die een peetvader heeft die aan een subsidie-infuus ligt een aanbesteding in het commerciële werkveld kan winnen. Eigenlijk iets voor de RTL4 research redactie….
Bedankt voor jullie reacties. De redactie heeft het al aangepast, maar de eerdere vermelding van ‘dochteronderneming’ is niet correct. Voor de volledigheid geef ik graag een toelichting op de onderlinge verhouding tussen SURF en Vancis. SURF heeft de rol van enig aandeelhouder overgenomen van Stichting SARA toen beide stichtingen gefuseerd zijn (op 1 januari 2013). Vancis is een zelfstandig opererende marktpartij gebleven met een eigen Raad van Commissarissen. Vancis vaart een eigen koers en opereert ook op andere markten dan het hoger onderwijs en onderzoek. Er is voor SURF en de bij haar aangesloten instellingen geen enkele verplichting om diensten bij Vancis af te nemen. De diensten van Vancis aan hogeronderwijsinstellingen en/of SURF worden ook niet anders behandeld dan die van andere marktpartijen. Hopelijk schept dit duidelijkheid.