Afgelopen mei was ik met het gezin op vakantie in Kroatië. Zo maar een lekkere vakantie tussendoor. Op verzoek van mijn puberzoons zaten we op een 5-sterren camping met wifi. “Dat is echt een moetje hoor pap, want ik wil online kunnen gamen en Twitteren”, sprak mijn oudste overtuigend. En aangezien ik al jaren weet dat als de kinderen tevreden zijn paps ook vakantie heeft, ging ik dus mee in dit verzoek.
Bij aankomst op Camping Solaris (echt geen grap, hoogstens een bevestiging van beroepsdeformatie) bleek dat de wifi-verbinding enkel een goed bereik had bij de receptie. Maar dat mocht de pret niet drukken; onze accommodatie was immers vlakbij de receptie, en een beetje lichaamsbeweging, kon ook geen kwaad vonden mijn vrouw en ik.
De koffers waren nog niet half uitgepakt, of mijn zoons namen een duik in de nog wat frisse zee. Maar toen ik dacht dat de waterpret zou gaan beginnen kwam ik bedrogen uit. Beide jongens vetrokken met hun trouwe vriend, de laptop, naar de receptie; waarschijnlijk om het thuisfront de eerste foto’s te kunnen laten zien. De receptie zat vol met pubers die bewapend met iPhone, iPads en laptops de internetpijp van de camping dreigden te overloaden.
De volgende ochtend moest ik zelf een en ander regelen bij de receptie. Van de pubers geen spoor meer. Maar het internetgebruik was er niet minder op. Nu waren het mannen met laptops en telefoons die de receptie bevolkten. Het was overduidelijk dat die hier niet zaten om hun social life via social media te updaten. Hier werd gewerkt en bij een temperatuur van 27 graden ging dit gepaard met veel oververhitte hoofden.
In een van de mannen, een Nederlander, herkende ik onmiddellijk een Linux-beheerder, zeker omdat ik, half meekijkend op het scherm van alles zag dat me bekend voor kwam, nog afgezien van de afbeelding van Tux op zijn laptop. Het was overduidelijk dat hij midden in een stressvolle situatie zat: telefoon geklemd tussen schouder en oor, ondertussen druk klikkend, scrollend en naarmate de tijd vorderde ook flink zwetend. De calamiteit was niet zo snel verholpen als verwacht, getuige het feit dat hij een uur later, toen ik moest betalen voor de geboekte boottocht op de nabij gelegen zee, nog bezig was. De vrouw die achter hem stond, met een peuter aan haar hand, maakte met een handgebaar duidelijk dat zij klaar was voor een andere escalatie, namelijk één in de privésfeer.
Een andere man, duidelijk geen it-techneut hing ook al druk converserend aan de telefoon, scrollend door allerlei rapportages. Hij knikte even naar me en dekte de hoorn van zijn telefoon af met zijn hand. ‘Twee servers plat, en ik heb er geen verstand van’, fluisterde hij me toe. ‘Draait het hele erp-systeem op, sukkels!’
En ik, ik checkte toch maar even mijn Facebook, en vooruit ook mijn mail. Geen nieuws. Ik prees mezelf gelukkig met mijn collegae in Nederland, die zonder moeite en morren, mijn werkzaamheden van me overnamen. Je kunt veel van me zeggen, maar ik had de vakantie goed voorbereid en werd twee weken niet gestoord. Lang leve de Summer Support Desk!
@Remco Ha ha, wat een grappig artikel. Vraag is wat de les hiervan is. Alle computermeuk thuislaten en een goed boek meenemen? Ik denk, vakantie is vakantie en niet werken. Beter een tripje op een boot dan zwetend aan de laptop om de problemen thuis op te lossen. Ik vraag me wel af hoe je de Linux beheerder herkende zonder het scherm met de tux te zien….
De toewijding van deze mensen is weliswaar groot, maar als werkgever van deze mensen zou je je toch eens achter de oren moeten krabben waarom je personeel zelfs op vakantie nog bereikbaar moet zijn….
Zoals Louis al aangeeft: vakantie=vakantie!
Remco wat een smakelijk verhaal 😉
@Louis geloof me, je hebt geen seconde nodig om van mijn beeldscherm af te lezen dat ik een unox nerd ben, daar heeft mijn klapdoos echt geen pinguin of daemon sticker voor nodig 😉
Als we toch in de vakantieverhalen sfeer zitten.
Ik zat zo’n drie jaar geleden te zweten in de Berlijnse metro. Elke keer als het ding stopte en de deuren open gingen was het reiken naar het zuchtje wind wat voorbij kwam als de metro op het andere peron begon te rijden.
Toen ging de telefoon, mijn zeer gewaardeerde colega wist te melden dat het hele netwerk plat lag en de servers het niet meer deden en vroeg om advies.
Na twee simpele vragen kwam de opmerking dat de colega’s van het zusterbedrijf maar naar huis waren gegaan omdat hun (van ons onafhankelijke) infrastructuur het ook begeven had.
‘Hoe kan dat nu ?’ vroeg ik nou het is hier 35’C werd mij verteld.
Ahhh en nu verwacht je dat ik 700km verderop ervoor kan zorgen dat het bij jullie minder warm wordt ?
Het zal de warmte wel zijn geweest, volgende maand ga ik weer, de klapdoos blijft in elk geval thuis Remco met dank voor deze waardevolle tip.
Sorry heren! Ik zit ook met mijn smartphone, tablet en laptop op mijn vakantieadres! Tussen middag als iedereen ligt bij te komen zit ik een stukje te lezen en ………te werken 🙂
Fijn als je collega’s hebt die het werk van je willen overnemen tijdens de vakantie. In de meeste bedrijven met prestatiebeloning lukt dat tegenwoordig niet meer.
Vaak is er voor de zomervakantie wel wat geregeld, maar niet voor perioden van ski-vakantie en de herfstvakantie. Dan gaat er vaak van alles mis, zowel bij de gebruikers als bij de beheerders.
ik vraag me overigens wel af wie het meeste stress heeft: die toegewijde werknemer of zijn tiener-dochter/-zoon die door gebrek aan wifi niet kan whats-everen met zijn/haar vriendenkring
Verhaal doet me denken aan de keer dat ik met 1 hand mijn boot door een sluis manouvreerde en de andere hand gebruikte om telefonisch een incident op te lossen. Het gaat namelijk niet om voorbereiding maar toewijding want veel core-systemen zouden piepend en krijsend tot stilstand komen als beheerders zich rigide op gaan stellen tijdens de vakantieperiode.
Betreffende voorbeeld van ERP systeem heb ik daarom de indruk dat er iets anders aan de hand was. Ik vermoed namelijk dat er vooral door contracten gebladerd werd omdat iemand weer eens voor een dubbeltje eerste rang wou zitten. Zakelijke opstelling versus liefdevol beheer, ik voorzie nog veel verhitte zomers;-)
@Ewout Ik hoop dat er geen ongelukken gebeurd zijn toen je met telefoon in de hand manouvreerde in de sluis. Maar de opmerking over toewijding schiet mij volkomen in het verkeerde keelgat. Als jij op je vakantie iedere dag de problemen thuis kan oplossen, onder het mom van toewijding, dan kan ik maar een conclusie trekken dan is het organisatorisch en technisch een puinhoop aan het thuisfront. Dat heeft niets met rigide te maken. Is een collega op vakantie dan vind ik dat je ook in het uiterste geval een beroep op iemand doet, het is tenslotte vakantie. Soms wel want nood breekt weet, dus rigide nee. Het beste is het als je thuiskomt en je afvraagt, hoe zit het ook alweer en wat is mijn wachtwoord?
@Reza De computer is een verslavend ding, ik vrees de vakantie al. Maar ik neem aan dat jij je werkzaamheden verricht met je hele hebben en houwe in de cloud?
Louis,
Lees ook tweede deel van mijn reactie omdat het inderdaad nog weleens een ‘huishouden van Jan Steen’ is in organisaties. En dus wordt er wel geinvesteerd in redundant machines maar niet in de kennis om deze te onderhouden, 365 dagen per jaar.
Het gaat allemaal om verwachtingsmanagement. Als je op vakantie gaat en tegen je collega’s zegt dat je je spullenboel meeneemt en WIFI hebt is de kans al een stuk hoger dat je voor een kleine escalatie al gebeld wordt.
Anderen vind het juist fijn om gebeld te worden voor een probleem omdat ze zo het gevoel hebben dat ze belangrijk zijn. Zij vrezen ervoor niets te horen van het “thuisfront” en als ze van vakantie terugkomen niemand hen gemist heeft.
Iemand die onder spanning werkt en op vakantie niet de kans krijgt te ontspannen, loopt gevaar. Niet alleen heeft zijn werkgever/opdrachtgever een afhankelijkheid, de bewuste werknemer/opdrachtnemer ervaart dat ook zo.
Overspannen of burn-outs komt vooral voor bij mensen die hun werk zeer belangrijk vinden. Daarbuiten moet iedereen maar zelf zien wat het beste bij hen past. Ik baal ook van een camping met slechte WIFI of bereik omdat als ik wat moet doen, ik het graag effectief doe en dat is niet met een rietje een flashback van de eind jaren negentig wil herbeleven.