James Martin, de Britse ict-ontwikkelaar en publicist, blijkt eind juni te zijn overleden. Hij is 79 jaar geworden. Martin was bij IBM onder andere betrokken bij de ontwikkeling van Sabre, het real time luchtvaartreserveringssysteem voor American Airlines. Hij ontwikkelde zich als visionair en veelgevraagd spreker. Ook had hij een grote publicatiedrang en schreef ruim honderd boeken. Zijn bekendste publicatie is ‘The Wired Society, a challenge for tomorrow’, waarvoor hij in 1977 werd genomineerd voor de Pulitzer-prijs.
James Martin studeerde natuurkunde in Oxford en startte zijn loopbaan bij IBM, waar hij onder andere meebouwt aan de 305 Ramac, de eerste computer met harde schijven. Ook werkt hij een tijdje bij IBM in New York om mee te helpen met de ontwikkeling van het reserveringssysteem Sabre voor American Airlines, dat wordt beschouwd als het eerste commerciële real time computersysteem.
Op basis van zijn werkzaamheden voor Sabre specialiseert Martin zich bij IBM in real time computing en het ontwikkelen van grote informatiesystemen. Medio jaren ’60 gaat hij werken voor IBM’s Systems Research Institute, een denktank in New York. Hij moet zich daar ook bezighouden met het schrijven van publicaties en het geven van presentaties. Het eerste gaat hem goed af – in 1965 betekent de uitgave ‘Programming Real-Time Computer Systems’ het begin van een stoet succesvolle boeken – maar presenteren is gezien zijn verlegen inborst een tour de force.
Volgens een in memoriam van de Britse krant The Guardian weet Martin echter door het volgen van presentatietrainingen en spraaklessen zijn podiumoptreden dusdanig te verbeteren dat hij een veelgevraagd spreker over ict wordt en daar ook later veel geld mee weet te verdienen.
Futuroloog
In de jaren ’70 verlegt Martin zijn interesse meer naar toekomstbespiegelingen over automatisering. Met zijn publicatie ‘The Wired Society, a challenge for tomorrow’, waarin hij een internetmaatschappij beschrijft die veel weg heeft van die van vandaag de dag, heeft hij veel succes.
Dat technologie niet altijd haar potentiële mogelijkheden bereikt is voor Martin altijd een drijfveer geweest om te onderzoeken hoe dat verbeterd zou kunnen worden. Zijn grootste teleurstelling is het tot nu toe falen van kunstmatige intelligentie (AI = Artificial Intelligence), schrijft Computable in een profiel. ‘We gebruikten AI verkeerd in de jaren tachtig, waarna we slechte publiciteit kregen. We hadden AI geen AI moeten noemen, dat was belachelijk. Maar er zit enorm veel kracht in die technologie. Kunstmatige intelligentie zal herboren worden, maar onder een andere naam.’
James Martin Associates
Hij verlaat IBM en richt in Londen in 1981 James Martin Associates op, een bedrijf dat zich specialiseert in ‘information engineering’, een software-methodologie voor het ontwikkelen van grote, complexe systemen. Het vertalen van business vragen in ondersteunende softwaresystemen staat daarbij voorop. James Martin Associates is bijvoorbeeld een van de voortrekkers van het opzetten van Computer-Aided Software Engineering (CASE).
In 1983 opent James Martin Associates een kantoor in Amsterdam; Nederland is een belangrijke markt. Het bedrijf werkt nauw samen met Texas Instruments (TI); samen ontwerpen ze de ontwikkeltool IEF, beter bekend als CoolGen. In 1990 neemt TI de Europese activiteiten over. In de Verenigde Staten gaat het bedrijf door onder de naam James Martin & Company en ontwikkelt het zich als systeemintegrator. In 2011 neemt Genpact, gespecialiseerd in business process outsourcing, het inmiddels in Headstrong omgedoopte bedrijf over.
Bermuda’s
James Martin zit dan al weer een tijd op de Bermuda’s, waar hij een eigen bounty-eiland heeft met landhuis in koloniale stijl. Daar wordt hij op 24 juni 2013 dood aangetroffen in het water, een natuurlijke dood gestorven. Zijn naam komt nog terug in de door hem opgerichtte Oxford Martin School, een onderzoeksinstelling voor toekomstvraagstukken, verbonden aan de Universiteit van Oxford en gefinancierd middels een eerdere miljoenenschenking van James Martin zelf