Hoewel marketingafdelingen in de ict-branche de vingers blauw tikken over het zogeheten ‘internet of things’, is het er nog lang niet. Dat zegt Forrester-analist Sarah Rotman Epps in haar presentatie tijdens het Vint-congres, dat onlangs in Bussum werd gehouden. ‘Er is geen sprake van een geïntegreerd systeem, er is geen standaard verdienmodel en er zijn geen grote spelers in deze markt.’
Forrester-analist Rotman Epps was door ict-dienstverlener Sogeti ingevlogen vanuit San Francisco voor het jaarlijkse congres van zijn onderzoeksbureau Vint om haar licht te laten schijnen over het zogeheten ‘internet der dingen’. De kreet verwijst naar het feit dat steeds meer gebruiksvoorwerpen en sensoren de door hen verzamelde gegevens kunnen delen met systemen op internet.
‘Nog even wachten tot het zo ver is’, luidt het advies van Rotman Epps. In plaats van een geïntegreerd systeem van communicerende apparaten die elkaar zelfstandig opzoeken en informatie delen, ziet zij vooral versnippering, incidentele experimenten en ontbreekt voorlopig nog een voor de hand liggende manier om er geld mee te verdienen.
Breed gedragen
Het internet der dingen levert bedrijven pas waarde op wanneer het netwerk integreert met de zogeheten systems of engagement, zoals crm-systemen of analysesystemen voor big data. ‘Kijk, cloud is een breed gedragen ontwikkeling, big data ook. Maar het internet of things is dat nog niet. Het staat in de kinderschoenen.’
Experimenten die nu plaats vinden zijn interessant, vindt Rotman Epps. ‘De Amerikaanse zorgverzekeraars Delta Dental en Humana laten medewerkers nu poetsen met tandenborstels die data over het poetsgedrag doorsturen. Of dit uiteindelijk betekenis krijgt voor polisvoorwaarden is nu nog niet te zeggen.’
Geldpers
De kritische kanttekening van de analist van Forrester kon het enthousiasme van Sogeti-cto Michiel Boreel voor deze technologische ontwikkeling niet temperen. ‘Wie gelooft dat big data het geld van de toekomst is, zal in het internet of things een geldpers herkennen’, citeert hij één van de sprekers van het congres.
Het internet der dingen brengt volgens Boreel de functionaliteit van apps op een smartphone naar gebruiksvoorwerpen. Zoals het deksel op een pillenpot die gaat knipperen op het moment dat het tijd is voor de volgende pil. ‘Vergeet de patiënt het toch, dan stuurt de pot een herinnering aan de verzorgers. Door dit soort toepassingen zal de smartphone uiteindelijk verdwijnen’, voorspelt Boreel.
Connected paraplu
Een ander voorbeeld dat Boreel geeft van een connected gebruiksvoorwerp is de paraplu die op de hoogte is van de weersverwachting. ‘Als je het ding passeert en er is regen op komst, zal hij knipperen zodat je ‘m niet vergeet.’
Uit het artikel: Door dit soort toepassingen zal de smartphone uiteindelijk verdwijnen’,
Vooralsnog lijkt het er op dat ze elkaar heel goed gaan aanvullen:
1: de smartphone wordt de conversie en communicatie van onze omgevingsinformatie en
2: het IDD (internet der dingen), de informatie uit de objecten om ons heen.
Alleen het IDD zal veel meer tijd kosten, omdat het vaak ook een vervanging van objecten inhoud, die een erg lange afschrijvingstermijn hebben en daar door wat sterker last hebben van de wet van de remmende voorsprong.
Waarom denkt iedereen (en vooral bedrijven) dat als er geen verdienmodel bestaat, dat iets niet van de grond komt. Er zijn legio lokale en internationale trends geweest en zullen steeds meer komen, omdat de massa zich juist aan het bevrijden is, van het keurslijf van corporaties en overheden. SMS was volgens “het verdienmodel” een tussenfase en was eigenlijk helemaal niet bedoeld. Uiteindelijk is met de komst van mobiel internet op je mobiele telefoon, SMS overbodig geworden (Ping, What’s App). De revoluties in veel Noord-Afrikaanse landen en het Midden-Oosten is echt niet geregisseerd. Dat is een ontploffing van jarenlange frustraties. Crowd funding en dergelijke zijn ook zeer mooie initiatieven en komisch genoeg juist door het gebrek aan (vermoedelijk door de huidige crisis) gebrek aan “verdienmodel” initatieven (normale financiers staan niet meer in de rij).
Technisch gezien is er niets mis met een aantal verschillende protocollen om “het internet of things” mee vorm te geven. In ons vakgebied bestaat nu eenmaal niet direct aan het begin een uniform gestandaardiseerde overzichtelijk manier van werken. Uiteindelijk zal de combinatie van beschikbaarheid, gebruiksgemak en prijs het succes bepalen.
@Maarten Oberman, “2: het IDD (internet der dingen), de informatie uit de objecten om ons heen.”, het gaat ook om informatie AAN de objecten om ons heen, en dat is een punt wat naar mijn mening om zorg en uiterste terughoudendheid vraagt. Door de lui- en laksheid die de industrie ons voorschotelen en wij ons voor ogen houden, worden risico’s onvoldoende belicht. Dagelijks maken velen van ons mee dat door processen op te hangen aan techniek, processen domweg ophouden door storingen en/of sabotage. Neem alleen al het internetbankieren van de afgelopen maanden, een Volvo die tijdens een demonstratie niet zelf remt (en ik heb een hoge pet op van de Zweedse automobielindustrie) etc. etc. De enige auto waar ik nooit problemen mee heb (getuige de ANWB) is inmiddels 47 jaar oud, en heeft tijdens strenge vorst nooit dienst geweigerd. Enfin, uitwijkmogelijkheden moeten er zijn, als mijn zakjapanner dienst weigert kan ik zelf uitrekenen hoeveel wisselgeld ik terug moet krijgen. Bij een computerstoring in een distributiecentrum moeten de vrachtwagens toch gelost en beladen. Met risicomanagement groeit een wizkid (hobbyist annex prutser getuige mickey soft) niet op, dat moeten we zelf doen.
Ik zie steeds meer leveranciers gebruik maken van communicatiemiddelen om hun devices met elkaar of met een end-point zoals smartphone te laten communiceren. Sommige via internet en sommige binnen het interne netwerk (kijk bijvoorbeeld naar de Green-IT oplossing van Cisco)
Wat later een probleem gaat worden is dat de leveranciers meer voor hun eigen communicatieprotocollen en standaarden gaan kiezen zodat je als afnemer alleen hun spullen/merk moet kopen anders kun je niet genieten van voordelen van Internet Of Things. Ik lees/hoor hier en daar wat geluiden over “standaardisatie” van communicatieprotocollen, maar wie luistert er naar!
Ik ben benieuwd hoe deze dame over 3-4 jaar terugkijkt op haar uitspraak van nu!
‘Wie gelooft dat big data het geld van de toekomst is, zal in het internet of things een geldpers herkennen’, citeert hij één van de sprekers van het congres.’
Het is zo jammer dat zo’n man niet zijn eigen visie op de zaken geeft, het citeren van anderen is te makkelijk en kan de indruk geven dat er geen eigen ideeen heeft – of nog erger er alleen maar van andere meningen wordt uitgegaan zonder verder nadenken. Bij Van Kooten en De Bie zou deze man als een Dr. Clavan worden neergezet.
De contouren van IDD worden nu wel getekend en zullen zoals Reza in feite zegt een silo worden als er geen standaarden gehanteerd worden.
Met de “slimme” energiemeter komt er wel een tastbaar voorbeeld de huiskamer binnen, want op dat apparaat kunnen steeds meer sensoren gekoppeld worden, waarom je bier op 4 graden koelen 24/7 terwijl je de koelkast best op 7 graden kunnen zetten in de nachtelijke uren en tot vrijdagmiddag een uur of drie.
Overigens zie je ook over standaarden wel een paar goede kandidaten. REST API’s zoals Google Glass die toepast icm subscription/permission management lijken in mijn ogen wel een kandidaat. Makkelijk te leren, redelijk goed te begrijpen en platform/programmeertaal onafhankelijk.
Als we dan weer het stukje “privacy” erbij pakken. Misschien krijgen we dan toch weer een beweging weg van de cloud. Een versleutelde huis-server (ter grote van een credit card) die alleen het internet gebruikt om veilig privé te communiceren dus als transportmiddel over eigen versleutelde verbindingen, dus *zonder* trusted CA (want die lijken ook niet veilig). Maar goed, nu laat ik me weer helemaal gaan.
De trend lijkt onvermijdelijk. Denk aan huis, denk aan gezondheid denk aan veiligheid (je huis bewaken).
@Oskar,
Zeker twee wegs communicatie, scherpe opmerking!
Als internet-der-dingen vooral bedoeld is om bedrijven te helpen, zo lees ik uit dit artikel, dan is het wellicht nog ver weg en wachten op een verdienmodel.
Ik kan dat niet echt erg vinden, omdat dat verdien model opnieuw inbreuk doet op privacy en zich baseert op het richting bedrijven uitwisselen van allerlei informatie.
Een internet-der-dingen op gebruikersniveau – waarbij het indivudu eigenaar is en controle heeft over de dingen en de informatie – is er al, en groeit als kool.