Science fiction heeft al veel mooie fantasieën opgeleverd. De vertaling van die fantasieën naar de werkelijkheid laat soms langer op zich wachten, soms korter. Veel van de verhalen van de Franse schrijver Jules Verne zijn inmiddels alledaagse werkelijkheid. Al in 1952 beschreef Wernher von Braun in zijn boek ‘Das Marsprojekt’ dat een vloot van tien ruimteschepen een groep van zeventig mensen naar Mars zou kunnen brengen.
In 2004 kondigde president George W. Bush zijn Vision for Space Exploration (VSE) aan; inclusief een bemande reis naar Mars. De uitvoering is nog een kwestie van tijd. Het lijkt wel alsof tegenwoordig science fiction steeds sneller door science faction wordt ingehaald dan een halve eeuw of een eeuw geleden.
De ict-revolutie heeft ook het hoofd van veel futuristen op hol gebracht. Even zo snel zijn deze futuristen ingehaald door de werkelijkheid. In de film Minority Report uit 2002 swipet Tom Cruise, nog een tien jaar voor Herman – de schermman – van der Zandt de verkiezingsuitslagen wegveegt, het ene na het andere beeldscherm tevoorschijn. Virtual reality, in de jaren negentig van de vorige eeuw nog gepromoot door Timothy Leary als de nieuwe, visuele lsd, is met de Google-bril al werkelijkheid, evenals het daarvan afgeleide augmented reality. Games op de Sony Playstation en de Xbox zijn al levensecht. In 3D wordt de realiteit nog meer benaderd, in combinatie met bewegingssensoren (Kinect) lijkt het net alsof je in die virtuele wereld rondloopt. Hoever zitten we dan af van de fantasie van The Matrix uit 1999? Een ander mooi voorbeeld van ‘kinetische besturing’ is de MYO van Thalmic Labs. Deze experimentele armband interpreteert spierbewegingen van de arm en zet dit om in een bepaalde actie.
Interface
Een interface is het raakvlak tussen mens en computer, oftewel, dat deel van een apparaat dat de communicatie met de gebruiker regelt. Vanaf het begin van de automatisering met de ponskaartsystemen is de interface altijd afgeleid geweest van de systemen waaraan ze verbonden waren. Pas recent is daar verandering in gekomen. Uiteraard bedienen we nog veel apparatuur met een toetsenbord of met schakelaars of knoppen, maar aanraakschermen nemen een enorme vlucht. Die zijn weer de voorbode van nog geavanceerdere interfaces, die steeds meer vermenselijken. De interface krijgt zintuigen; hij kan voelen en zien en zo reageren op de omgeving.
Blijft dit type interface tot nu toe vooral het domein van de entertainmentsector, er zijn ook legio toepassingen te bedenken voor zakelijke omgevingen. Denk aan grote magazijnen waar medewerkers orders picken. Dankzij een virtual reality-bril houden ze de handen vrij om spullen te pakken. De bril projecteert weer welke producten zij in welke volgorde moeten picken en waar de producten precies te vinden zijn in een schap. Belangrijke voordelen zijn dat je mensen niet uitgebreid hoeft op te leiden en dat dit proces volledig taalonafhankelijk verloopt.
Verbeterde werkelijkheid
Een variant hierop is de mogelijkheid om bij aanleg en onderhoud van ondergrondse bekabeling tekeningen en schema’s direct te combineren met de fysieke werkelijkheid. De uitvoerder maakt met zijn tablet een fysieke opname van de straat en ziet via augmented reality meteen waar gas-, water-, stroom- en telefoonleidingen liggen.
Al deze ontwikkelingen zijn van recente datum, maar de verwachting is gerechtvaardigd dat dit type toepassingen een even snelle vlucht zal nemen als de apps nu doen. Ze spelen namelijk in op de behoefte aan informatie ‘at your fingertips’, zonder die fingertips meteen te hoeven gebruiken.
Infrastructuur
Bij dit alles zijn twee kanttekeningen te plaatsen. In de eerste plaats vereist deze ontwikkeling een stevige onderliggende infrastructuur waar data op te slaan en goed te ontsluiten is. Daarnaast is het zaak om goed na te denken over de toegang tot informatie. Die zal goed moeten aansluiten bij de interface. Informatie is op een scherm van 21 inch heel anders weer te geven dan op bijvoorbeeld Google Glass.
De vraag is: waar eindigt dit? Er zijn al interfaces die kunnen kijken en interpreteren. Dan is het niet zo gek om je een apparaat voor te stellen dat niet alleen kan voelen maar ook kan invoelen. Een muziekspeler die muziek zoekt bij de stemming van de eigenaar? Of een apparaat dat een sporter tot in detail begeleidt in een bepaald trainingsprogramma en zijn eigenaar zo nodig ook mentaal oppept? Waarom niet? De technologie lijkt er klaar voor. En als ik het kan verzinnen, is de weg van fiction naar faction niet ver meer.
Zeer leuk stuk! Mijn complimenten. En leuke pakkende titel, die mij meteen nieuwsgierig maakte.
Inderdaad leuk stuk en het eindigt niet. We zijn nog ver verwijderd van de technologie die we reeds bedacht hebben, laat staan wat we nog moeten gaan bedenken.
Leon,
Eerst dacht ik dat titel een typefout was maar na het lezen begreep ik de ‘woordverspelling’ van non-fictie. Nu moet ik ook denken aan de film Demolition Man waar de ontdooide Sylvester Stallone toch mooi ouderwetse ‘interfacing’ tussen hem en Sandra Bullock herintroduceerde als vervanging voor de augmented reality 😉
Echt leuk artikel!
Toch nog een kanttekening, dankzij de toename van communicatiefuncties en vooral ook de communicatiecapaciteit is datgene wat toekomstmuziek was, nu werkelijkheid geworden. Daarnaast juist de toename van de communicatiefuncties heeft daar direct aan bijgedragen.